Verdeelleidingen

MATERIAALKEUZE

Het leidingwerk voor de transfer van LNG tussen de opslagtank en de verdeelzuil is –net als de opslagtank- vervaardigd uit roestvast staal (RVS). Dit is goed bestand tegen cryogene temperaturen. Ook hier zijn flensverbindingen mogelijk, maar worden in de praktijk worden zo veel als mogelijk lasverbindingen gebruikt omdat deze betrouwbaarder zijn bij wisselende temperaturen.

Leidingen kunnen geïsoleerd worden om de warmte-insijpeling zoveel mogelijk te minimaliseren, maar dit gebeurt doorgaans vooral bij leidingen waarmee personen in contact kunnen komen. Isolatie heeft als hoofdreden het voorkomen van warmtelekken en dus koud houden van de installatie. Bijkomstigheid is dat cryogenic burns door aanraking kan worden voorkomen door isolatie. Persoonlijke beschermingsmiddelen voor onderhoudspersoneel binnen de installatie geven hierin tevens bescherming.

Ander leidingwerk om LNG uit de tank naar de verdeelzuil te brengen, bv. bij een tankstation, hoeft niet te worden geïsoleerd, omdat het daar net de bedoeling is dat de druk van het LNG stijgt. De drukopbouwverdamper zorgt hier mede voor, maar ook warme leidingen om het LNG tot bij het ontvangende voer- of vaartuig te krijgen, kunnen aan de drukopbouw helpen.

 

TYPE

Op LNG-tankstations wordt doorgaans gebruik gemaakt van zgn. flexibele all-in-one leidingsystemen (zie voorbeeld Figuur 13) waarmee zowel LNG als warm restgas wordt getransfereerd tussen de verdeelzuilen en de rest van de installatie. Als alternatief kunnen roestvrijstalen vacuümgeïsoleerde leidingen worden gebruikt voor de transfer van LNG tussen de opslagtank en de verdeelzuilen. Beide leidingtypes worden ingegraven of worden aangelegd in een goot onder het maaiveld.

Figuur 13: Opbouw van een all-in-one vacuümgeïsoleerde leiding voor verdeling van LNG

 

NOMINAAL TRANSFERDEBIET

Per twee verdeelzuilen wordt gebruik gemaakt van een gemeenschappelijke verdeelpomp en verdeelleiding. Het nominale transferdebiet doorheen de verdeelleiding bedraagt bijgevolg 150 tot 300 l/min.

 

LEIDINGDIAMETER

Voor een LNG-tankstation met twee verdeelzuilen wordt doorgaans een vaste vacuümgeïsoleerde verdeelleiding met diameter DN40 of all-in-one leiding van type 39/64 gebruikt.

De lengte van de LNG-verdeelleidingen bedraagt typisch 10 tot 25 m.

 

NOMINALE TEMPERATUUR EN DRUK TIJDENS AFLEVERING

De nominale temperatuur van het LNG tijdens het afleveren van de brandstof aan het voertuig is typisch gelegen tussen -134 °C en -122 °C.

Met betrekking tot de druk in de verdeelleidingen wordt rekening gehouden met een opvoerdruk van de verdeelpomp van 10 bar.