Verzadigingsverdamper

Ter hoogte van de verdeelleiding kan een naverwarmer worden geïnstalleerd waarmee het LNG dat wordt aangevoerd vanuit de opslagtank kan worden verzadigd (opgewarmd), om te vermijden dat de druk in de brandstoftanks van de te bevoorraden vrachtwagens te snel zou dalen na het beëindigen van de tankbeurt (M-Tech, 2013). Deze druk is bij sommige types brandstoftanks van voertuigen noodzakelijk om het LNG naar de verdamper van de motor te kunnen leiden. De operationele druk van de brandstoftank van een truck die op LNG rijdt, al dan niet in combinatie met diesel (dual fuel), is (nog) niet gestandaardiseerd. Een LNG-truck van Mercedes opereert bijvoorbeeld op 18 bar, terwijl trucks van Scania en Iveco op een druk van 8 tot 10 bar, en Volvo-trucks op 6 tot 8 bar rijden.

 

TYPE WARMTEWISSELAAR

Warmtewisselaars die worden aangewend voor de bulkconditionering van het LNG op een tankstation zijn lagedruk omgevingsluchtverdampers. Deze warmtewisselaars zijn opgebouwd uit parallelle gevinde buizen waardoor het LNG stroomt. De nodige warmte wordt onttrokken uit de omgevingslucht die over de buizen stroomt. De omgevingslucht die aan de buitenzijde over de buizen stroomt, geeft zijn warmte af aan het LNG dat beperkt (5 tot 15 °C) wordt opgewarmd.

Voor de in-line of ogenblikkelijke conditionering van het LNG op een tankstation kunnen diverse types van warmtewisselaars worden aangewend (o.a. lagedruk omgevingsluchtverdampers, platenwarmtewisselaars of elektrische verwarmingstoestellen).

 

VERMOGEN VAN DE WARMTEWISSELAAR

Het vermogen van de warmtewisselaar en het daaraan gekoppelde totale warmtewisselend oppervlak of buislengte is afhankelijk van de hoeveelheid LNG die in een bepaalde tijdsspanne dient te worden opgewarmd.

Voor het in bulk conditioneren van het LNG op het tankstation en uitgaande van een lossing van ca. 20 ton koud LNG en een gewenste temperatuurtoename van ca. 10 °C over een periode van 3 à 4 uren, dient de omgevingsluchtverdamper een vermogen te hebben van 50 tot 65 kW.

Voor een ogenblikkelijke (in-line) conditionering van het af te leveren LNG aan een debiet van 150 l/min is een warmtewisselaar met een vermogen van ca. 37 kW vereist.

 

RELATIEVE GEBRUIKSDUUR OP JAARBASIS

Een omgevingsluchtverdamper met een vermogen van 50 tot 65 kW voor de bulkconditionering van het LNG wordt afhankelijk van de doorzet van het tankstation ca. 190 uren per jaar of 2,2% van de tijd (doorzet: 2.500 m³/j) tot 780 uren per jaar of 8,9% van de tijd (doorzet: 10.000 m³/j) gebruikt.

Een in-line warmtewisselaar (vermogen: ca. 37 kW) voor de ogenblikkelijke conditionering van het LNG is afhankelijk van de doorzet van het tankstation ca. 280 uren per jaar of 3,2% van de tijd (doorzet: 2.500 m³/j) tot 1.110 uren per jaar of 12,7% van de tijd (doorzet: 10.000 m³/j) in gebruik.

 

NOMINALE TEMPERATUUR EN DRUK TIJDENS CONDITIONEREN

De nominale temperatuur tijdens het in bulk conditioneren van het LNG is typisch gelegen tussen -153 °C en -134 °C. Tijdens het in-line conditioneren is de temperatuur van het LNG typisch gelegen tussen -142 °C en -134 °C.

Met betrekking tot de druk in de warmtewisselaar wordt rekening gehouden met een opvoerdruk van de pomp van 10 bar.