VF6-VF7 Brand- en explosieschade beperken

Brandbare gassen en vloeistoffen met een vlampunt lager dan omgevingstemperatuur zijn brandgevaarlijk. Ook vloeistoffen bij een temperatuur hoger dan hun vlampunt.

 

Oorzaak: Een brand in de nabijheid, vrijzetting van ontvlambare stoffen, oorzaak van de brand.

Gevolg: Brand kan schade aanrichten aan installatie-onderdelen, draagstructuren en kabelgoten, hetgeen kan leiden tot een verdere escalatie van de noodsituatie (domino-effecten).   

 

Oorzaak: Een (representatieve) explosie nabij de installatie

Gevolg: Beschadiging van onderdelen en gebouwen of de eventuele gevolgen daarvan.

 

Schade aan mensen (longen en trommelvliezen) + secundaire en tertiaire effecten         

Aardgas is brandbaar binnen welbepaalde concentratiegrenzen in lucht (4,4 – 16,5 vol%).

Explosie en brand zijn algemeen benoemde, maar naar externe veiligheid toe de meest significante vervolgscenario’s die het gevolg kunnen zijn van een welbepaald vrijzettingsscenario (bv. leidingbreuk) aan een onderdeel van de installatie.

Ontsteking van het vrijgezette product uit een installatie(onderdeel) kan, afhankelijk van het vrijzettingsscenario en het al dan niet onder druk staan van het betrokken installatieonderdeel, na vertraagde of directe ontsteking leiden tot de types brand/explosie opgesomd in Tabel 10:

Tabel 10: Types brand of explosie en het moment waarop ze kunnen optreden (M-Tech, 2017)

De voormelde brand- en explosiegerelateerde vervolgscenario’s van een vrijzettingsscenario van LNG uit een installatieonderdeel zal warmtestraling en/of overdruk tot gevolg hebben. Dit effect zal tot een bepaalde afstand van de plaats van gebeurtenis een invloed op het veiligheidsniveau hebben. Ook de blootstellingstijd aan de warmtestraling bepaalt mee het effect (schade) op personen en installaties.

Brandbestrijding: detectie en blusmiddelen inzetten.