Warm spuiten
De opwarming van lakken maakt ze minder viskeus (meer vloeibaar) en dus beter spuitbaar. Zowel de lak als de spuitlucht kunnen via een verwarmingselement of een warmtewisselaar worden verwarmd (40 - 70°C) vóór het spuiten. Door de verwarming neemt de viscositeit van de lak af (m.a.w. de vloeibaarheid van de lak neemt toe), waardoor er minder oplosmiddel nodig is om eenzelfde graad van viscositeit (vloeibaarheid) te bereiken. Naast de verminderde hoeveelheid oplosmiddel, kan warm spuiten een reductie van de emissie van vluchtige organische stoffen (VOS) teweegbrengen door het gebruik van lakken met een hoog vaste stof gehalte (‘high solids’ lakken).
Er bestaan alternatieve systemen die de lakken indirect verwarmen m.b.v. thermische olie. Ze hebben het voordeel dat ze de lakken bij een constante temperatuur houden. Dit voorkomt de progressieve afbraak van de lakken bij te veel warmte. De hogere werkingskost is hier echter een nadeel.
Warm spuiten wordt gecombineerd met andere spuittechnieken (conventioneel pneumatisch, high volume low pressure (HVLP), airless en air-assisted spuiten).
De voordelen van warm spuiten zijn dus een hoger aanbrengrendement en minder emissies van vluchtige organische stoffen (VOS). De nadelen van warm spuiten zijn dus een hoger energieverbruik en meer onderhoud.