Water- en energiebesparing bij koeling van het anodiseerbad
Het anodiseerbad wordt typisch bij een temperatuur van 17 – 20 °C bedreven. Uitzonderlijk, b.v. hardanodiseren, zijn zelfs nog lagere temperaturen nodig.
De klassieke manier om het anodiseerbad te koelen is om vers grondwater (op ca. 10°C) op te pompen en via een warmtewisselaar het anodiseerbad af te koelen. Een deel van dit opgewarmde grondwater wordt dan als spoelwater hergebruikt, de rest geloosd. Door invoering van diverse waterbesparende maatregelen (zie Spoelen) is er een steeds groter overschot aan niet als spoelwater herbruikbaar koelwater. Inzet van grondwater voor doorstroomkoeling is door het strenger vergunningenbeleid en door de hogere heffing op grondwater steeds minder toepasbaar.
Doordat het anodiseerbad typisch op 17 – 20 °C geregeld moet worden, is een koelwaterkringloop met koeltoren geen oplossing; hiermee zou in de hele zomerperiode de temperatuur van het anodisatiebad tot 20 - 30 °C oplopen.
In plaats daarvan wordt gebruik gemaakt van een elektrische koelmachine. Deze heeft een hoog energieverbruik. De uit het anodisatiebad onttrokken warmte wordt afgevoerd naar de omgevingslucht en wordt niet hergebruikt.
Volgende waterbesparende maatregelen zijn mogelijk:
- Doorborrelen van luchtbellen;
Deze hebben als eerste doel om het bad te mengen. Daarnaast zorgen ze voor een verdamping van een deel van het anodiseerbad. Deze verdamping zorgt voor een beperkte afkoeling. Het doorborrelen van luchtbellen is hooguit een beperkte ontlasting van de koeling van het anodiseerbad en volstaat op zich niet om het bad voldoende te koelen. - Inzet van het opgewarmde grondwater in andere toepassingen b.v. andere productielijnen dan anodiseren;
Slechts uitzonderlijk toepasbaar, afh. van de lokale situatie. Zelfs indien een andere lijn beschikbaar is die het debiet kan opnemen, moet deze steeds in werking zijn op het moment dat de anodiseerlijn in werking is. - Omvorming van de doorstroomkoeling met grondwater naar een koude-opslag in de bodem;
Het grondwater wordt na het passeren van het anodiseerbad teruggepompt in dezelfde watervoerende laag, via een andere put (injectieput). In de zomer gebeurt dit rechtstreeks en wordt dus warmte in de bodem ingebracht. In de winter wordt het koelwater eerst afgekoeld met omgevingslucht en daarna in de bodem geïnjecteerd: in de winter wordt dus netto koude in de bodem ingebracht. Over een jaar uitgemiddeld moet de ingebrachte hoeveelheid koude minstens de ingebrachte hoeveelheid warmte overtreffen.
Voor deze techniek moeten een aantal geohydrologische randvoorwaarden vervuld zijn;
Bij toepassing van deze techniek bij anodiseren is het noodzakelijk om de kwaliteit van het geïnjecteerde water continu te bewaken met b.v. een pH- of geleidbaarheidsmeter. Dit is nodig om accidentele grondwaterverontreiniging te vermijden als gevolg van een lek in de warmtewisselaar.
Meer informatie over koude-opslag in de bodem is gegeven in technische fiche 45. - In de winterperiode kan het bad toch rechtstreeks gekoeld worden met een koeltoren of met omgevinglucht. Op die manier wordt de elektrische koelmachine gedurende enkele maanden per jaar ontlast. De elektriciteitsbesparing is van de orde van 30 – 50% voor een standaard anodisatiebad;
- In plaats van een koelmachine kan een warmtepomp toegepast worden. De warmte die uit het anodiseerbad verwijderd wordt, wordt dan nuttig ingezet voor de opwarming van b.v. een procesbad, in plaats van afgevoerd te worden naar de omgeving. Meer informatie wordt gegeven in technische fiche 46.
Milieuvriendelijke techniek | Technische aspecten | Milieuaspecten | BBT | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bewezen | Interne veiligheid | Kwaliteit | Globaal - technisch | Waterverbruik | Afvalwater | Lucht | Bodem | Afval | Energie - elektriciteitsverbruik | Chemicaliën | Globaal - milieu | Economisch |
Water- en energiebesparing bij koeling van het anodiseerbad | ||||||||||||||
Koude-opslag in bodem ipv. doorstroomkoeling met grondwater | 0/++ | 0/++ | ++ | 0/+ | 1 | - | ++ | -/0 | Ja 2 | |||||
Mechanische koeling ipv. doorstroomkoeling met grondwater | ++ | ++ | ++ | 0/+ | -- | - | Ja 3 | |||||||
Warmtepomp ipv. doorstroomkoeling of mechanische koeling | 0/+ | 0/+ 4 | 0/++ | 0/++ | ++ | 0/+ | Nee |
- Legende
- --Zeer negatief effect
- --/-Negatief tot zeer negatief effect
- -Negatief effect
- --/0Mogelijk zeer negatief effect
- -/0Mogelijk negatief effect
- -/+Enerzijds negatief, anderzijds positief effect
- -/0/+Mogelijk posifief en negatief effect
- 0/+Mogelijk positief effect
- 0/++Mogelijk zeer positief effect
- +Positief effect
- +/++Positief tot zeer positief effect
- ++Zeer positief effect
- XBelangrijkste milieuaspect
- ?Onbekend
1 Geen invloed op bodem op voorwaarde dat warmte/koude-evenwicht bewaakt wordt en mits continue bewaking op lekken in warmtewisselaar e.d. .
2 Ja, indien technisch haalbaar rekening houdend met lokale hydrogeologische omstandigheden en schaalgrootte
3 Afweging energieverbruik t.o.v. grondwaterconservering
4 Techniek in principe mogelijk; geen praktijktoepassingen gekend.