Verdeelpompen

TYPE

Op LNG-tankstations worden hoofdzakelijk verdeelpompen van het type “ondergedompelde pakkingsloze pomp” (zgn. submerged pump of pomp in pomp) gebruikt om het LNG van de opslagtank naar de verdeelzuilen te transfereren.

In het geval van de aanwezigheid van meerdere verdeelzuilen op een LNG-tankstation zal een pomp vanuit operationeel standpunt aangewezen zijn om voldoende verdeelcapaciteit (-debiet) te kunnen garanderen (Fluxys, persoonlijke communicatie, 14 december 2015).

 

CAPACITEIT

Doorgaans wordt één verdeelpomp met een capaciteit van 300 à 400 l/min gebruikt per twee verdeelzuilen. Het debiet wordt ingesteld d.m.v. een toerentalregeling naargelang één of twee verdeelzuilen in gebruik zijn.

De persaansluiting van de pomp heeft een typische diameter van DN32, maar is ook vaak in DN40 uitgevoerd in het geval van een pomp met twee verdeelzuilen, en DN 25 voor een pomp met één verdeelzuil. De maximale opvoerdruk van de pomp bedraagt doorgaans ca. 10 bar, maar voor LNG-aflevering aan voertuigen die LNG op 9 bar werken, dient  ca. 15 bar opvoerdruk pomp te worden bewerkstelligt om voldoende flow te verkrijgen.

 

NOMINALE TEMPERATUUR EN DRUK TIJDENS VERDELEN

De nominale temperatuur van het LNG in de verdeelpomp is typisch gelegen tussen -134 °C en -122 °C voor installaties met bulkconditionering van het LNG. Voor installaties met een in-line conditionering van het LNG kan de temperatuur in de opslagtank en bijgevolg in de pomp lager zijn (typisch tussen -142 °C en -134 °C).

Met betrekking tot de druk ter hoogte van de perszijde van de verdeelpomp wordt rekening gehouden met een opvoerdruk van 10 bar.