VF1 Processtoringen beheersen

Bij LNG-afleverinstallaties is het vullen van de LNG-opslagtank de activiteit met het grootste risico.” (PGS 33-1, 2013). In dit kader zijn ruimtelijke aspecten als de locatie van de opstelplaats van de LNG-tankwagen en de interne afstanden van groot belang. Daarbij gaat het ook om de bereikbaarheid van het reservoir en het vulpunt en de toegankelijkheid van de opstelplaats voor de LNG-tankwagen. De LNG-tankwagen moet onbelemmerd de losplaats kunnen bereiken en verlaten. Naast deze ruimtelijke aspecten moeten de losprocedure en veiligheidsvoorzieningen op de LNG-tankwagen, in combinatie met bij de LNG-afleverinstallatie aangebrachte voorzieningen, een adequaat veiligheidsniveau tijdens het vullen van het reservoir garanderen.

Bij horizontale tanks is de vulgraad van de tank niet gelijk aan de vulhoogte. De dichtheid van het LNG wordt bij hogere temperatuur immers lager. Hierdoor zou bij ‘warme’ LNG een laag niveau worden gemeten en de tank overvuld kunnen worden wanneer er plots koud LNG aan toegevoegd wordt die de in de tank aanwezige LNG-damp terug vloeibaar maakt (PGS 33-1, 2013). Bij dergelijke horizontale tanks is daarom een gewichtsmonitoring meer zeggend dan een niveaumeter. Aan te raden is de combinatie van beide te gebruiken (zie ook voorkomen van en beveiliging van overbevulling).

 

Drukopbouw

Door het opwarmen van LNG zet de vloeistof uit waardoor het niveau in de tank stijgt. Dit proces wordt omschreven als saturatie. Een te hoge overdruk in de tank kan het gevolg zijn van een overvulling, maar ook door een te grote warmte-insijpeling. Hierdoor gaat LNG over in dampfase en neemt de druk toe. In dampfase neemt het LNG immers een groter volume in. Voor kleine tanks (50-100 m³) wordt het boil-off debiet op 0,2 tot 0,3 %/dag geschat. Voor grotere tanks (> 1.000 m³) ligt dit boil-off-debiet een stuk lager, nl. minder dan 0,1 %/dag (M-tech, 2014).

Illustratief kan het voorbeeld van een Vlaams LCNG-tankstation genomen worden, waarin de cilindrische druktank 1 keer per week gevuld wordt. In het begin is de druk in de tank, vlak na het vullen met koud LNG, 2 à 3 barg. De laatste 2 à 3 dagen van die week loopt de temperatuur en daardoor ook de druk in de tank zodanig op, dat het LNG begint op te warmen, en er veel gasvormig methaanrijk gas in de tank zit.

 

Menselijke fout

Door een menselijke vergissing kan vergeten worden om na het vulproces de vul- of laadslang te ontkoppelen. Bij het wegrijden van het voertuig, kan schade aan de afleverinstallatie (dispenser) worden gebracht, met een mogelijke slangbreuk en LNG-vrijzetting tot gevolg.