Drukproces zeefdruk

Waar de andere drukvormen werken volgens het stempelprincipe (inkt wordt van de drukvorm afgenomen aan de zijde waarop ze wordt opgedragen), maakt zeefdrukken gebruik van het doordrukprincipe. De inkt wordt op de zeef gebracht en met een rakel over de drukvorm gestreken. In een tweede beweging wordt met de rakel druk uitgeoefend waardoor een contact tussen de inkt in de zeef en het te bedrukken substraat wordt gerealiseerd. Op de plaatsen waar geen verharde delen aanwezig zijn (de afbeelding) wordt de inkt door de drukvorm gedrukt. Het drukproces bij zeefdrukken kenmerkt zicht doordat een dikkere inktlaag aangebracht kan worden op alle mogelijke substraten. De aanvoer van de drukdrager kan zowel manueel, semi-automatisch als automatisch gebeuren.                           

De inktdroging bij zeefdrukken is afhankelijk van de gebruikte inkten en kan door absorptie, droging aan de lucht en UV-licht. Bij gebruik van solventhoudende zeefdrukinkten kan de droging zowel geforceerd (in een hete lucht oven) als niet-geforceerd gebeuren.

  • Het milieuvoordeel van UV-inkten is dat ze geen organische solventen bevatten, maar reactieve acrylaatmonomeren en oligomeren.
  • Het nadeel van deze inkten is dat men er meer omzichtig moet mee omgaan. De reactieve bestanddelen kunnen huidirritaties veroorzaken.

De droging van UV-inkten gebeurt door middel van UV-stralen die de monomeren in de inkten doen polymeriseren. Afhankelijk van de toepassing kunnen ook watergedragen inkten worden gebruikt bij het zeefdrukken. Watergedragen inkten worden bijvoorbeeld gebruikt voor textielbedrukkingen of voor drukwerk met minder hoge echtheidseigenschappen (bv. lichtechtheid, weerstand tegen omgevingsfactoren).

Zowel de zeefdrukramen als –persen worden regelmatig gereinigd. Om de zeefdrukramen te hergebruiken, dienen de uitgeharde delen op de ramen verwijderd te worden. Nadat de zeefdrukramen een eerste reiniging hebben ondergaan, worden ze een tweede keer met kleine hoeveelheden agressieve reinigingsmiddelen gekuist. Deze tweede reiniging voorkomt dat drukbeelden uit een vorige opdracht zichtbaar zijn (ghosting). De gebruikte oplosmiddelen moeten worden opgevangen en afgevoerd. Nadien worden de zeefdrukramen met water nagespoeld. Dit afvalwater wordt geloosd.

Gezien de grote variatie aan gebruikte inkten en drukdragers zijn er ook heel wat verschillende energie- en milieuaspecten mogelijk bij zeefdrukken: resten van verschillende types inkten, lakken en vernissen, reinigingsmiddelen, oplosmiddelen, VOS, vervuilde poetsdoeken, resten van papier, kunststof en textiel, vervuild spoelwater, energieverbruik door de zeedrukpersen (incl. drogingsapparatuur).