SNCR

Beschrijving

Bij SNCR[1] wordt een reducerend reagens geïnjecteerd, zoals ammoniak (NH3) of ureum ((NH2)2CO) om NOx om te zetten in stikstofgas en waterdamp. Het reagens wordt geïnjecteerd in de rookgassen en dit bij een specifieke temperatuurzone, optimaal 930 – 980°C.

Technische haalbaarheid

SNCR is in de praktijk meestal beperkt toegepast bij middelgrote en grote installaties waar het temperatuurinterval kan worden gegarandeerd. Bij kleine installaties kan SNCR worden toegepast, maar zullen zelden de optimale omstandigheden heersen.

Milieuvoordeel

SNCR reduceert NOx-emissies, maar kan aanleiding geven tot verhoogde NH3-emissies, de zogenaamde NH3-slip. Hoe hoger het gewenste rendement, hoe hoger de kans op ongewenste NH3 emissies.

Een NOx-reductie van 30% met SNCR tot (met lage NH3-emissies <5 mg/Nm³) is haalbaar voor kleine installaties (5 MWth). Deze installaties werken vaak discontinu waardoor het maximale rendement van de deNOx-installatie niet gehaald kan worden. Voor middelgrote installaties kan een hoger rendement gehaald worden. Zo is een rendement van 35% haalbaar. Hogere rendementen waarbij ammoniakemissies beperkt blijven zijn haalbaar mits installatie van een meting gestuurde NH3-dosering. Uiteindelijk is met SNCR een maximale reductie van 50% mogelijk (persoonlijke communicatie).

Economische haalbaarheid

De investeringskosten voor SNCR bedragen ongeveer €90.000 (persoonlijke communicatie, Kara Energy Systems) voor een kleine installatie. Daarnaast komen uiteraard nog exploitatiekosten, voor onderhoud en personeel, maar vooral voor aankoop van het reducerend reagens. (Goovaerts, et al., 2008). De onderstaande tabel geeft een overzicht van de kostprijzen in de literatuur.

Investeringskost[2]

(€/1000 m³/h)

Operationele kost

(€/1000 m³/h)

Energie

kWh/1000 m³/h

Opmerking

Bron

5425

950 €/ton NOx gereduceerd

/

Investeringskost wordt weergegeven als: 3100 x 175% €/1000 Nm³/u, met andere woorden 5425 €/1000 Nm³/u

Investeringskost: Vlaamse sectorstudies 2002-2004 (website LNE)

Operationele kost: sectorstudie Chemie 2004 (website LNE)

2500-10000

570 kg NH3/ton NOx gereduceerd aan 150-200 €/ton NH3

/

 

Infomil

9000-25000 $1999/MW

 

8419,5-23387,5 €/MW

1000-5000 $1999/MW

 

935,5-4677,5 €/MW

/

Kosten uitgedrukt in dollars van 1999:

1$ = 0,9355 €

Epa.gov –

factsheets

2300-3900

570 kg NH3/ton NOx gereduceerd aan 150 €/ton NH3

/

/

EMIS

Voor middelgrote installaties waren nog prijzen terug te vinden voor bepaalde gevalstudies, namelijk:

  • €180000 voor een SNCR na een stookinstallatie van 30 MWth(Goovaerts, et al., 2008);
  • €260000 voor na een installatie van 36 MWth (Confidentieel, 2010);
  • €450000 voor na een installatie van 45 MWth (Confidentieel, 2010)
  • €15000 voor een installatie van 3 MWth, operationele kosten voor ureum (150 euro/ton NH3, 570 kg NH3/ton NOx reductie) en onderhoud (2500 euro) (Derden, et al., 2005)



[2] Investeringskost uitgedrukt in functie van het rookgasdebiet. Dit zorgt ervoor dat de kost van de techniek relatief gezien even duur is onafhankelijk van het vermogen van de installatie. Dit lijkt tegenstrijdig met wat tijdens gesprekken met fabrikanten en leveranciers wordt vermeld.

 

Toon enkel technieken...
Aspecten
...op...
Beste beschikbare techniek
Milieuvriendelijke techniekTechnische aspectenMilieuaspectenBBT
BewezenInterne veiligheidKwaliteitGlobaal - technischWaterverbruikAfvalwaterLuchtBodemAfvalEnergie - elektriciteitsverbruikChemicaliënGlobaal - milieuEconomisch
SNCRvgtg 2
  • Legende
  • -
    Negatief effect
  • 0
    Geen/verwaarloosbare impact
  • +
    Positief effect
  • +/-
    Soms een positief effect, soms een negatief effect

1 De kostenhaalbaarheid en – effectiviteit is afhankelijk van de grootte van de installatie en de draaiuren, bij vaste, vloeibare en gasvormige brandstoffen: “--“ voor installaties <1 MWth op vaste brandstoffen en installaties op aardgas (alle vermogens) “-/--“ voor installaties <5 MWth op residuele brandstoffen en gasolie verwarming “-“ voor installaties 1-<50 MWth op vaste brandstoffen en installaties 5-<50 MWth op residuele brandstoffen en gasolie verwarming - installaties 20-<50 MWth

2 SNCR is BBT onder volgende voorwaarden: Vaste brandstoffen: - installaties 1-<50 MWth indien het hoge kostenscenario voor SCR geldt. Zoniet, bij lage kosten SCR, is SCR performanter en dus BBT. Residuele brandstoffen: - installaties 1-<5 MWth en >4000 draaiuren, als hoge kostenscenario voor SCR geldt. Zoniet (lage kostenscenario SCR), is SCR performanter en dus BBT. - installaties 5-<20 MWth indien hoge kostenscenario voor SCR geldt. Zoniet (lage kostenscenario SCR), is SCR performanter en BBT. - installaties 20-<50 MWth en <4000 draaiuren, bij hoge kostenscenario SCR. Zoniet (lage kostenscenario SCR), is SCR performanter en BBT voor < en > 4000 draaiuren. Gasolie verwarming: - installaties 5-<20 MWth en > 4000 draaiuren indien hoge kostenscenario SCR. Zoniet (lage kostenscenario SCR), is SCR performanter en BBT. - installaties 20-<50 MWth indien hoge kostenscenario voor SCR. Zoniet (lage kostenscenario SCR) is SCR performanter en BBT voor < en >4000 draaiuren. Aardgas: - installaties 20-<50 MWth bij <4000 draaiuren enkel bij lage kostenscenario voor SNCR. Bij >4000 draaiuren enkel wanneer prijzen voor SCR hoog zijn. Bij lage kostenscenario SCR is SCR BBT, want meer performant.