Standtijdverlenging

Een waterig ontvettingsbad rijkt aan met olie en vergelijkbaar organisch materiaal enerzijds en met vuildeeltjes, bramen, …anderzijds. Door deze continu te verwijderen kan de standtijd van het bad verhoogd worden.

Als mogelijkheden om tot een standtijdverlenging van de reinigingsvloeistof te komen dienen zich volgende technieken aan:

• ­Enkel mechanisch afscheiden van deeltjes in een papierfilter of kaarsenfilter.
• Fysisch afscheiden van de olie in combinatie met zwak emulgerende detergenten (demulgerende systemen). Mogelijke fysische afscheidingstechnieken zijn:
  • Olieskimmer: in een rustige zone van het ontvettingsbad wordt de olie afgescheiden met een olieskimmer. Deze bestaat b.v. uit een eindeloze band waaraan de oliefilm zich hecht en die dan buiten het bad van deze band wordt afgeveegd.
  • Olie-afscheider: emulsie-druppeltjes worden aan het oppervlak van kunststof-platen of –ringen aaneengeklonterd tot zwaardere druppels (coalescentie) die dan in een apart compartiment zich afscheiden als een gemakkelijk te verwijderen drijflaag. Zie technische fiche 3.
  • De olieafscheiding kan eventueel ook verbeterd worden door toevoegen van een kleine DAF-eenheid (Dissolved Air Flotation - eenheid). In een DAF-eenheid wordt de lucht onder druk opgelost in het water, bij ontspanning van het met lucht verzadigde water in de flotatie-unit, worden kleine belletjes gevormd die voor het floterende effect zorgen, en zodoende olie kunnen afscheiden.
  • In plaats daarvan kan de olieafscheiding gebeuren door centrifugeren, evt. ook door een drie fazecentrifuge waarbij niet alleen de lichtere oliefractie wordt verwijderd maar tegelijkertijd ook de zwaardere vuilvracht bestaande uit metaalpartikels. Zie technische fiche 4.
• Breken van de emulsie door elektroflotatie. Tussen inerte anoden (b.v. uit titanium) wordt een spanning van enkele tientallen V aangelegd waardoor de olie-emulsie zeer snel breekt. Hierbij ontstaan kleine waterstof- en zuurstofbellen die de olie naar boven drijven; de drijflaag wordt verwijderd. Zie technische fiche 5.
• Membraanfiltratie: Micro- of Ultrafiltratie (MF of UF): Door speciale membranen ( > 100 nm bij de microfiltratie, 10 – 100 nm bij de ultrafiltratie) kunnen de emulsiedeeltjes uit de reinigingsvloeistof verwijderd worden. Bij gebruik van ultrafiltratie worden doorgaans ook de tensiden uit het ontvettingsbad verwijderd; om de efficiëntie op peil te houden moeten deze extra toegevoegd worden. Zie technische fiche 6.

De milieuwinst bij dergelijke maatregelen is het beperken van de hoeveelheid afvalvloeistof en in sommige gevallen ook het werken met lagere concentraties in de waterige reiniger waardoor er minder contaminatie is van de nageschakelde spoelstap.

Elk van de vermelde technieken heeft zijn eigen toepassingsgebied. Olieafscheiding met een fysische techniek (skimmer, afscheider, DAF, centrifuge) kunnen alleen bij een ontvettingsbad met demulgerende werking. Indien daarentegen de afgescheiden olie en vet e.d. als een emulsie wordt opgenomen in het ontvettingsbad, zijn aangepaste technieken (vnl. membraanfiltratie en evt. elektroflotatie) aangewezen.

Verder speelt ook de beschikbare plaats een rol.

Tenslotte heeft het geen zin om de techniek in te zetten voor baden die omwille van preventieve maatregelen (zie 'Good housekeeping: verminderen van de reinigingsbehoefte') al een voldoende standtijd (meerdere maanden) hebben.

Een speciale uitvoeringsvorm is het zogenaamde “biologisch ontvetten” deze waarbij de verwijderde oliën en vetten continu door biologische of enzymatische afbraak uit het ontvettingsbad gehaald worden. Deze toepassing beperkt zich vnl. tot zwak alkalische ontvettingsbaden.

Deze oplossing wordt in de praktijk gerealiseerd door:

• ­Aankoop van een aangepaste reiniger; deze bevat niet alleen detergenten om het vuil en de olie van het oppervlak te verwijderen en een buffer voor de pH-regeling. Deze bevat ook enzymen of micro-organismen die olie omzetten tot koolstofdioxide en water en eventueel nutriënten voor de micro-organismen.
• Continu circuleren van het ontvettingsbad over een aparte tank,waarin de reinigingsvloeistof wordt belucht.

Voor meer informatie, zie technische fiche 7.