Waterbehandeling

Procesbeschrijving

(An., 2004d; An., 2001b)

Gebruik van waterbronnen en behandeling van het water

Bij gebruik van grondwater of leidingwater kan het aangewezen zijn om dit water eerst te ontkalken en/of, in geval van ijzerhoudend ondiep grondwater, te ontijzeren. Bij gebruik van hemelwater is voorafgaande filtering aangewezen alsook ontsmetting (b.v. langzame zandfilter, UVontsmetting), indien het water als drinkwater en voor bepaalde reinigingsactiviteiten wordt gebruikt. Met gebruik van oppervlaktewater moet heel voorzichtig omgesprongen worden, zeker als drinkwater voor dieren. De kwaliteit is erg aan schommelingen onderhevig en zonder grondige voorzuivering zijn de risico’s groot. Verregaande behandeling bij het gebruik van oppervlaktewater is noodzakelijk.

Afvalwaterbehandeling

Voornamelijk in de melkveehouderij komt afvalwater, met name spoelwater van de melkinstallatie al dan niet vermengd met huishoudelijk afvalwater vrij.

Veeteeltbedrijven kunnen gelegen zijn in:

  • zuiveringszone A: gebied dat gerioleerd is en waarin het afvalwater aangesloten is op een operationele RWZI;
  • zuiveringszone B: gebied dat gerioleerd is; de aansluiting op een operationele RWZI is voorzien door het Vlaams Gewest of door de gemeente via een goedgekeurd investeringsprogramma;
  • zuiveringszone C: gebied dat gerioleerd is maar waar de aansluiting op een operationele RWZI niet is voorzien;
  • niet gerioleerd gebied.

Veeteeltbedrijven die gelegen zijn in zuiveringszone C of in niet gerioleerd gebied moeten zelf instaan voor de zuivering van hun afvalwater. Anno 2005 is het een gangbare praktijk om dit afvalwater te lozen in de mestkelder.

Afvalwaterzuivering heeft tot doel de concentratie van b.v. bezinkbare deeltjes, zwevende deeltjes, organische stoffen, stikstof (N), fosfor (P), zouten, bacteriën, etc. in het afvalwater te reduceren en het aldus geschikt maken voor lozing op oppervlaktewater of hergebruik in het productieproces.

Globaal genomen kan de behandeling van afvalwater in drie stappen gebeuren: (1) voorzuivering, (2) biologische hoofdzuivering en (3) nazuivering.

  1. Voorzuivering heeft als doel om het afvalwater fysisch te zuiveren van vaste stoffen en bezinkbaar materiaal. Technieken die ingezet kunnen worden zijn b.v. voorbezinktank, olie- en/of vetafscheider, coalescentie-afscheider en septische tank.
  2. Tijdens de hoofdzuivering worden voornamelijk organische stoffen en nutriënten verwijderd. Voor wat betreft de biologische afvalwaterzuiveringstechnieken kan onderscheid gemaakt worden tussen plantensystemen en compactsystemen.
  3. Nazuivering heeft als doel om zwevende stoffen, nutriënten en mogelijke pathogenen verder te verwijderen. Hiervoor kunnen technieken zoals b.v. nabezinkingstank of lamellenscheider worden toegepast. Voor verregaande zuivering kunnen technieken zoals b.v. membraansystemen worden toegepast.

Een uitgebreide bespreking van de bovenvermelde afvalwaterzuiveringstechnieken is terug te vinden in de beslisondersteunende databank WASS (Waterzuiverings-SelectieSysteem); deze databank is elektronisch consulteerbaar op www.emis.vito.be via databanken, WASS.

Waterzuiveringstechnieken die toegepast worden in de veeteeltsector komen aan bod in het deel Beschikbare milieuvriendelijke technieken. De BBT-evaluatie van de techniek ‘afvalwater dat geen mestdeeltjes bevat, biologisch zuiveren en lozen op oppervlaktewater’ is terug te vinden in hoofdstuk 5 van de BBT studie voor de veeteeltsector.

Milieu-impact

Gebruik van waterbronnen en behandeling van het water

De behandeling van waterbronnen vereist mogelijk chemicaliën, energie en water voor de spoeling van het systeem. Bij b.v. ontijzerings- en ontkalkingsinstallaties komen spoelwaters vrij als afvalwaterstroom.

Afvalwaterbehandeling

De werking van een afvalwaterzuiveringsinstallatie vereist energie. Indien gebruik gemaakt wordt van een beluchtingsysteem, dan kan dit mogelijk hinder door geluid en trillingen veroorzaken. Verder ontstaan mogelijk afvalstromen, zoals b.v. chemisch slib, dat afgevoerd dient te worden.