Waterverbruik

De AGF-sector de tweede belangrijkste industriële waterverbruiker van Vlaanderen. Voor sommige regio’s (West-Vlaanderen), is dit de belangrijkste waterverbruiker. In het verleden werd hiervoor voornamelijk diep grondwater gebruikt. Omwille van de druk op het diepe grondwater hebben de bedrijven, onder druk van de overheid, hun waterverbruik verminderd. Daarnaast hebben deze bedrijven inspanningen geleverd om andere waterbronnen (hemelwater, leidingwater, ondiep grondwater) aan te spreken.

Zo is het waterverbruik de voorbije jaren sterk afgenomen: periode 1991 – 2003 -27% voor industriële toepassingen en –19% voor koelwater (De Schutter & Kielemoes, 2007). De diepvriesgroentesector heeft in de periode 2002 – 2004 17% bespaard op de inname van vers water per ton geproduceerd product (Vancleemput, 2007).

Zoals blijkt uit Tabel 1 hangt het waterverbruik binnen de AGF sector sterk af van het type van productieproces. In 2005 werd het totale waterverbruik van de AGF sector op 9 miljoen m³ per jaar geschat.

Tabel 1: Waterverbruik per type van product

Uit onderstaande figuur blijkt dat blancheren en koelen de grootste hap uit het waterverbruik nemen, gevolgd door de productie van warmwater en stoom. Door te besparen op de hoeveelheden water voor deze verbruikers, kan onmiddellijk bespaard worden op energie. Op basis van een VMM studie in 2005 blijkt dat het mits beperkte investeringen, met een terugverdientijd kleiner dan 3 jaar, mogelijk was om tot 25% te besparen op het waterverbruik.

Figuur: Voorbeeld van een verdeling van het watergebruik over de processen binnen de AGF-industrie (VMM, 2005).

Soorten water

Om de impact van het watergebruik in te kwantificeren wordt gekeken naar de impact van elk types van waterbron: grondwater, opgevangen hemelwater, oppervlaktewater. Het leidingwater wordt bereid op basis van een van de andere soorten.

Tabel 2: Waterverbruik door de AGF-sector (2010) per type waterbron (Cijfers I/O-model)

De impact van het gebruik van grondwater op het milieu hangt af van de locatie (geografisch en geologisch) waar de grondwaterwinning zich bevindt. Het onttrekken van grondwater kan in sommige gevallen leiden tot verdroging en verzilting van bodems. Door het waterverbruik te beperken neemt de druk af op de grondwaterlagen waaruit water wordt opgepompt of is er een lagere milieu-impact bij de drinkwatermaatschappijen.

Het gebruik van hemelwater is erg beperkt en heeft een minimale impact.

De hoeveelheid oppervlaktewater die onttrokken wordt is eerder beperkt, waardoor de impact ook beperkt wordt.

Naast de waterbronnen hebben ook de waterlozingen een impact op het milieu. Daarbij dient vooral gekeken te worden naar het debiet van de geloosde waterstroom ten opzichte van het debiet van de aanwezige waterloop. Hoe kleiner de stroom geloosd afvalwater t.o.v. de waterloop, hoe beperkter de impact.

Uit contacten tijdens het begeleidingscomité blijkt echter dat de geloosde afvalwaterstroom soms vele malen groter is dan deze van de aanwezige waterloop, waardoor het hydraulische en biologisch evenwicht volledig verstoord is.