Materiaalkeuze

Het binnenste deel van de tank is vervaardigd uit roestvast staal en is bestand tegen zeer lage temperaturen (minstens tot -160 °C). De buitentank kan eveneens in roestvast staal of in koolstofstaal worden uitgevoerd.

Het voor de constructie van LNG-opslagtanks gebruikte roestvast staal (RVS) is taai en rekbaar, waardoor het bij een impact zeer sterk kan vervormen zonder te scheuren. De breukrek van dit type RVS bedraagt (volgens TNO) bij normale temperaturen ruim 40%. Bij een met LNG gevulde tank, met een extreem lage temperatuur van 162 of meer graden onder nul, daalt de breukrek, maar met een daling tot 20 - 30% is die nog altijd gelijk aan die van constructiestaal bij normale temperaturen (Schuttevaer, 2014).

Om de lage temperatuur van het LNG te behouden, is het noodzakelijk om de warmte-intrede vanuit de omgeving zoveel mogelijk te beperken door de tank te isoleren. Een isolatie met schuim is mogelijk, maar doorgaans wordt de tank uitgevoerd met een dubbele wand. De ruimte tussen de binnen- en buitentank wordt vacuüm getrokken, wat een nog beter isolerende werking oplevert. De fabrikant voegt hier nog een adsorbens aan toe om het vacuüm te kunnen behouden. De tussenruimte wordt bovendien gevuld met een isolatiemateriaal (bv. perliet of Multi Layer Insulation, MLI[41]). Dit isolatiemateriaal voorkomt het plotseling insijpelen van warmte in de tank als het vacuüm verloren gaat.



[41] Zowel perliet als MLI resulteren in verhoogde warmteinlek bij verlies van vacuum. Perliet heeft een iets betere isolatiewaarde dan MLI bij verlies van vacuum (Tim Stoffelsma (Shell), persoonlijke communicatie, 17 oktober 2017)