Sorteren
In Figuur 6 wordt een algemeen sorteerproces weergegeven waarin het bouw- en sloopafval in meerdere fracties wordt (na)gesorteerd richting recyclage. De combinatie van sorteertechnieken verschilt van installatie tot installatie. Grotendeels worden dezelfde afvalfracties bekomen, maar kan de kwaliteit van de recyclaten sterk variëren. Er wordt in een nieuwe installatie sterker ingezet op innovatieve, automatische sorteertechnieken om nog meer materiaal te recycleren uit het bouw- en sloopafval. Manuele (na)sortering blijft echter een essentieel onderdeel van het sorteerproces.
Figuur 6: Sorteerschema bij een gespecialiseerd sorteerder
Door het voorsorteerproces wordt het bouw- en sloopafval ontdaan van grote en lange stukken die makkelijk storingen op de sorteerlijn kunnen opleveren. Het eigenlijke sorteerproces zal het bouw- en sloopafval scheiden in verschillende fracties volgens grootte en gewicht.
Doorgaans wordt eerst het afval gescheiden in twee à drie groottefracties met behulp van verschillende soorten zeven. Typische fracties zijn deze tussen 0 - 70 mm en 70 - 300 mm. Na sortering op grootte kunnen de fracties gescheiden worden in een lichte en zware fractie met windshifters. De verschillende fracties kunnen vervolgens opgesplitst worden over verschillende sorteerlijnen en verder nagesorteerd worden.
De meest gebruikte zeven zijn de schud- en trilzeef, de trommelzeef en de sterzeef.
Bij schud- en trilzeven gaat het zeefoppervlak heen en weer en op en neer bewegen. Bij schudzeven wordt het proces mechanisch aangedreven, terwijl dit bij trilzeven gebeurt met elektromagneten. Het schudden of het trillen van de zeef zorgt er voor dat een fijne fractie doorheen de mazen van het zeefdek valt terwijl een grotere fractie over het zeefdek gaat doordat die onder een lichte helling staat. De zeven kunnen uitgerust zijn met meerdere zeefdekken. Schud- en trilzeven worden ook ingezet in combinatie met spoeling door water en bij ontwatering.
De trommelzeef bestaat uit een trommel of lange cilinder waarin een zeefdek rondomrond is aangebracht. Door het draaien van de trommel gaat het zeefdek onder het afval door bewegen en wordt het zeefdek continu vrijgemaakt. De fijne fractie valt doorheen het zeefdek en de grotere fractie valt uit de trommel die onder een helling is opgesteld. Binnenin de trommel wordt soms ook een spiraal of haken gemonteerd zodat met slechts een kleine helling het materiaal met een voldoende hoog rendement doorheen de trommel beweegt. De omwentelingssnelheid van de trommel en de helling bepaalt de efficiëntie van de scheiding. Bij trommelzeven kunnen soms twee zeefdekken aangebracht worden met verschillende maaswijdtes of kan de maaswijdte verschillen van begin tot einde. De zeefdekken zijn metalen rasters of geperforeerde stalen platen waarvan de maaswijdte en de vorm van de mazen kan variëren. Ook kan een borstel bovenop de trommel worden aangebracht om de mazen en buitenkant van de trommel vrij te maken van stof.
Sterzeven bestaan uit een serie van parallel geplaatste assen loodrecht op de invoerstroom van het afval. Op elke as zijn sterren geplaatst waarbij elke ster tussen twee van de naastliggende assen zit. Door het draaien van de assen in een zelfde richting zal de grove fractie over de sterren heen bewegen en afgevoerd worden terwijl de fijnere fractie doorheen de sterren valt. De spatie tussen de sterren, de grootte en vorm van de sterren, het materiaal van de sterren (bijvoorbeeld rubber of staal) en de draaisnelheid kunnen variëren afhankelijk van de te behandelen materiaalstroom en de gewenste fractiegroottes. Daarnaast kan ook een luchtstroom aangebracht worden om de capaciteit te verhogen door het terugblazen van ronde stukken.
De flip flow zeef of Spanwelle bestaat uit twee kaders die meestal excentrisch aan een aangedreven as verbonden zijn. Hierdoor bewegen de kaders in tegengestelde richting. Boven op de assen is er een slijtvast zeefdek van kunststof bevestigd. In deze mat zijn er openingen gemaakt die kunnen variëren in aantal, grootte en vorm, naargelang de af te zeven fractie. Door de tegengestelde bewegingen van de twee kaders wordt het flexibele zeefdek afwisselend opgespannen en ontspannen. Hierdoor wordt het materiaal voortdurend opgeworpen en komt het opnieuw op de mat terecht. Dit spannen en ontspannen van het zeefdek gebeurt 600 keer per minuut. Door de hellende opstelling, variërend tussen de 15° en 38°, wordt het materiaal van het hoogste punt naar het laagste punt van de zeef geworpen. Bij het opwerpen van het te sorteren materiaal ondergaat dit een versnelling van ongeveer 50 keer de valversnelling. Hierdoor worden vochtige en kleverige materialen uit elkaar geslingerd. Wanneer men de mat opspant, worden de openingen lichtjes opengerokken en door de opwaartse bewegingen wordt het materiaal uit de openingen verwijderd. Deze zeef blijft hierdoor verstoppingsvrij werken.
Voor bouw- en sloopafval kan men deze zeef inzetten tot een fractie 0-40 mm. De minimum afmetingen, die hiermee kunnen afgezeefd worden, zijn 0-2 mm tot 0-4 mm. De capaciteit van deze zeef bedraagt slechts 10 ton per uur. Het materiaal, dat op de spangolf-zeef terecht komt, moet vooraf gezeefd zijn. Dat is nodig omdat zware elementen de mat zouden kunnen beschadigen. De maximale fractie bedraagt 0-100 mm. Het geheel moet in een gesloten omkasting ingebouwd worden om de stofverspreiding te beperken.
Figuur 9: Flip flow zeef