Vervangen van bitumen door alternatieve materialen (dakbaanbitumen, rubbermeel)

Beschrijving

Het aandeel van bitumen in de kostprijs per ton asfalt is groot (zie 2.2.3). Het vervangen van nieuw bitumen door alternatieve materialen is daarom voordelig voor elk bedrijf. Alternatieve materialen kunnen enerzijds gezocht worden bij materialen met een bepaald gehalte aan verouderd bitumen zoals asfaltgranulaten en bitumineus dakdichtingsbaanafval en anderzijds bitumenvervangers zoals rubbermeel.

Bitumineus dakbaanafval onder de vorm van shingles en bitumineuze dakdichtingsbanen, afkomstig uit de sloop- en renovatiecyclus van platte daken en hellende daken, bevat ca. 70% bitumen, de overige 30% bestaat uit zand, vulstoffen en een inlage (mechanische bindingslaag voor het bitumen van bv. glasvlies). Het vrijkomende dakbaanafval maakt eerst een kwaliteitsselectie door en wordt ingedeeld in twee klassen (CATI en CATII), waarvan de hoogste kwaliteit (CATI) geschikt is voor hergebruik in de dakdichtingsindustrie en de wegenbouw. Onder de tweede klasse (CATII) vallen de partijen met een te afwijkende samenstelling (meer dan 5% niet-eigen stoffen) en zijn enkel geschikt voor verbranding in de cementindustrie.

Rubbermeel afkomstig van gemalen (vracht)autobanden kan gebruikt worden als additief voor het bindmiddel “rubberbitumen”, in een mengsel van 79% bitumen, 18% rubbermeel en 3% weekmakende olie. Dit rubberbitumen, ook genoemd bitumen “met herbruikelastomeer”, kan helpen de weerstand van het bindmiddel tegen veroudering te verbeteren. De fabricatie van rubberbitumen vergt extra energie doordat er o.a. 3 uur roeren bij een temperatuur van 200 °C nodig is om een goede mengeling te bekomen. Bovendien is het gebruik van rubbergranulaten als granulaat in PUR-gebonden mengsels (als alternatief voor asfalt of beton) geen succes gebleken door problemen met hechting (zie ook het PERSUADE-project[1] van OCW). Hierdoor, en door het op de markt verschijnen (na 1985) van goedkopere, gemodificeerde bitumen met evenwaardige of betere prestaties, is het gebruik van rubbermeel in België praktisch nihil geworden.

Toepasbaarheid

De vrijkomende afvalstroom van dakbaanbitumen in België wordt geschat op ongeveer 50.000 ton/jaar, waarvan ongeveer 30.000 ton in Vlaanderen. Uit ervaringen uit Nederland wordt geschat dat ca. 50% van dit materiaal geschikt is om te verwerken tot granulaat dat kan worden hergebruikt in asfalt. In Nederland wordt op dit moment een klein gedeelte verwerkt tot granulaat; in Vlaanderen gebeurt dit (nog) niet.

In 2011 werden er 87.000 ton aan banden in België ingezameld waarvan ongeveer 56.000 ton omgezet werd in granulaat of rubbermeel (Recytyre, 2010). Rubberbanden kunnen relatief eenvoudig verknipt en verscheurd worden tot brokken of granulaten; het fijnmalen tot rubbermeel vergt meer energie. Omdat rubbermeel moet worden gemengd met fabrieksbitumen en weekmakende olie, is er een bitumentank met roersysteem nodig.

Bij een bitumengehalte van 5% en een maximaal vervangen van nieuw bitumen van 20% kan er dus maximaal 1% per ton asfalt vervangen worden door deze alternatieve materialen. Dit komt neer op het potentieel gebruik van 27.000 ton alternatief bitumen materiaal per jaar voor de asfaltsector voor gebruik in onderlagen.

De weergegeven afvalstromen zijn de totale stromen. Deze afvalstromen worden momenteel al ingezet in andere processen zoals bv. het produceren van hernieuwd dakbaanbitumen.

Milieuaspecten

Beperken van het gebruik van nieuw bitumen. De maatregel draagt bij tot materiaalhergebruik in de economie.

Voor het inzetten van rubbermeel is een roersysteem nodig. Het rubbermeel moet gedurende lange tijd op hoge temperatuur worden omgeroerd waardoor er een aanzienlijke stijging is van het energieverbruik.

Financiële aspecten

De rendabiliteit van de investering is afhankelijk van de prijs van bitumen en de prijs van het granulaat. Als de prijs voor de aankoop van dakbaangranulaat met 50% bitumeninhoud 150 €/ton bedraagt en de prijs van bitumen 650 €/ton[2], geeft dit een besparing van 175 € per ton granulaat.

Voor gebruik van rubbermeel is een investering in een bitumentank met roersysteem nodig, alsook energie om op hoge temperatuur te mengen. Om tot rubbermeel te komen is een maalsysteem vereist.

Bronnen

(Leyssens, Verstappen, & Huybrechts, 2013)

(Vakgroep Bitumeuze Werken (VBW), 2021)

 

Toon enkel technieken...
Aspecten
...op...
Beste beschikbare techniek
Milieuvriendelijke techniekTechnische aspectenMilieuaspectenBBT
BewezenAlgemeen toepasbaarInterne veiligheidKwaliteitGlobaal - technischMateriaalAfvalwaterLuchtBodemGeurAfvalEnergie - elektriciteitsverbruikGeluidImpact op de ketenGlobaal - milieuEconomisch
Vervangen van bitumen door alternatieve materialen (dakbaanbitumen, rubbermeel)vgtg 1
  • Legende

1 De mogelijkheid tot vervanging is afhankelijk van het bestek (SB250 vormt de basis van de meeste opdrachten) of de gevraagde prestaties, de toepassing en de beschikbaarheid van de alternatieve materialen. De asfaltcentrale heeft weinig keuze, omdat de opdrachtgever bepaalt welke materialen er gebruikt moeten worden.