Voorverdichten/persen
Om de matten stabieler te maken, worden de matten eerst voorverdicht in een koude pers (continu). Vervolgens worden de matten geperst bij een temperatuur van 190 - 230°C en een druk van 1,0 - 4,5 N/mm², afhankelijk van de gewenste densiteit. De perstijd is afhankelijk van de temperatuur, de druk, de gewenste densiteit, maar ook van het vochtgehalte van de mat en de opbreng van lijm. De juiste dikte van de matten wordt elektronisch of pneumatisch bepaald.
De bestaande perssystemen worden ingedeeld in discontinue en continue persen:
- éénetagepers (discontinu): de mat wordt op de staalband (etage) van de hydraulische pers ingevoerd (al dan niet na voorverdichting). De pers wordt opgewarmd met thermische olie en kan een grote druk tot stand brengen, waardoor de perstijd zeer beperkt is. Een éénetagepers wordt vaak ingezet bij een kleinere - middelgrote capaciteit.
- meeretagepers (discontinu): met meerdere ingangen boven mekaar. Met een in de hoogte verschuivend invoersysteem worden de gesneden matten ingevoerd op de staalbanden (etages) van de meeretagepers. Het persen gebeurt op alle etages op hetzelfde moment.
- continupers: met twee boven mekaar geplaatste staalbanden in contact met een verwarmingsmedium (bv. via een rollersysteem), waartussen de mat wordt ingevoerd. Na een geleidelijke verdichting aan de ingang van de pers worden de temperatuur en de druk verder in de pers opgevoerd.
De evolutie in de perstechnieken verloopt duidelijk in de richting van continupersen. Continupersen hebben enkele belangrijke voordelen vergeleken met etagepersen. Naast een grotere flexibiliteit, hebben continupersen een kortere perstijd. Bovendien worden platen van oneindige lengte gemaakt, waardoor de zaagprogramma’s optimaal kunnen worden benut. De variatie in de dikte van de platen is kleiner en het oppervlak van de platen is gladder.