Voormengen (voordispergeren)

Alle grondstoffen moeten nauwkeurig worden afgewogen. Met eenvoudige mengapparatuur worden het benodigde pigment, een deel van het bindmiddel, soms een hoeveelheid verdunning en een aantal hulpstoffen gemengd tot een gladde substantie, die voldoende homogeen is voor verdere verwerking. Dit mengsel noemt men wel eens het ‘halffabricaat’.

Diverse roerders kunnen gebruikt worden voor het voormengen, afhankelijk van de viscositeit van de pasta:

  • Handmengers (kleine hoeveelheiden)
  • Kuipmengers of kneedmachines (voor dikkere producten; kantelbaar of met aftappunt in de bodem)
  • Planetaire mengers (variabel toerental en diverse mengarmen mogelijk)
  • Roterende mengketels

Voormengen is gewoonlijk niet nodig wanneer een dissolver of kogelmolen gebruikt wordt voor dispersie van de pigmenten en hulpstoffen in het bindmiddel. Bij het oplossen van een poedervormig of vezelvormig bindmiddel bestaat het gevaar van klontering. Klontvorming kan worden voorkomen door het polymeer eerst met een roerder te suspenderen in een niet-oplosmiddel en daarna pas het oplosmiddel toe te voegen (Stemerding et al., 2009).

Milieuaspecten

  • emissies naar de lucht: stof, oplosmiddelen en bindmiddelen;
  • afval: lege verpakkingen + gemorste producten;
  • energieverbruik

Referenties

Stemerding M., van der Weij P. & van der Avert J. (2009). Verf- en drukinktfabrieken, uitgegeven door Kluwer.