Sorteren

Omdat een spaanplaat is opgebouwd uit verschillende lagen, die elk hun eigen specifieke densiteit hebben, moeten de spaanders eerst worden gescheiden in verschillende fracties, die later apart gestrooid worden.

Meestal wordt het stof van de spaanders gescheiden tijdens het zeven. Naargelang het plaattype, worden de spaanders gescheiden in een aantal fracties en dit in mechanische schudzeven of m.b.v. de luchtsnelheid en de zwaartekracht. De fijnere spaanders zijn bestemd voor de deklagen, de grovere spaanders voor de kern.

Spaanders die niet voldoen (omdat ze nog te groot zijn), worden teruggeleid. Stof wordt afgevoerd naar de houtverbrandingsinstallatie.

Enkele voorbeelden van zeefsystemen die worden toegepast in de spaanplaatindustrie zijn:

  • een rollerzeefsysteem (voor nat en droog zeven): de spaanders worden op een rij aaneengeschakelde rollers gebracht die ze langzaam voorstuwen naar het einde van de rij. De fijnere fracties vallen eerst tussen de rollers door, de grovere fracties volgen gradueel.
    Het scheiden van natte spaanders (dus voor de droging) heeft bepaalde voordelen. Per gezeefde fractie kan er eventueel een aparte droger worden opgesteld.
  • een tuimelzeefmachine: een ronde zeefmachine in twee tot zes lagen (steeds een andere fractie) die door kantelen de spaanders sorteert.
  • een schudtuimelzeefmachine (voor nat en droog zeven): een tuimelzeefmachine, aangevuld met extra schudden.
  • een vlakzeefmachines: een zeefmachine om grotere hoeveelheden in verschillende fracties te zeven (tot zes fracties). Een vlakzeefmachine wordt vaak toegepast in spaanplaatindustrie. De machine wordt hellend uitgevoerd met overkapping en al dan niet van een windzeef (om grove en spaanvreemde deeltjes te scheiden van de spaandermassa) voorzien.

De opdeling van de spaanders is bepalend voor de mechanische eigenschappen van de spaanplaten. Er wordt gestreefd naar een zo homogeen mogelijke densiteit over de gehele dikte van de spaanplaten. Goede spaanplaten worden verkregen wanneer de laagste densiteit minstens 75% bedraagt van de gemiddelde densiteit. Bij een volledig symmetrisch opgebouwde plaat, wordt de laagste densiteit exact in het midden gemeten. Plaat I (onderstaande figuur) voldoet hieraan.

Figuur: Opbouw van een spaanplaat (Jacobs et al., 2003)