Standtijdverlenging door regeneratie van de procesbaden

Er zijn verschillende technieken voor de galvano-behandelingen die betrekking hebben op het regenereren/opconcentreren van de procesbaden of van b.v. spaarspoelbaden tot een concentratieniveau dat overeenstemt met dat van procesbaden:

  • ­indampen, hetzij klassiek door het bad zelf bijkomend op te warmen, hetzij met vacuümindamping in een specifiek toestel, zie technische fiche 18;
  • elektrodialyse, zie technische fiche 12;
  • diffusiedialyse, zie technische fiche 20;
  • selectieve verwijderen van een bepaald metaal door elektrolyse, zie technische fiche 21;
  • ionenuitwisseling, zie technische fiche 22;
  • aktief kool behandeling, zie technische fiche 23;
  • selectief uitkristalliseren van carbonaten bij cyanidebaden, zie technische fiche 17.

Deze technieken zorgen ervoor dat aanrijking met bepaalde stoffen t.g.v. ongewenste nevenreacties beheerst kan worden door de ongewenste stoffen continu af te scheiden in een zijstroomproces.

Zoals reeds vermeld in de vorige paragraaf en in Procesbeschrijving en milieu-impact hebben galvano-baden in de praktijk bijna altijd een onbeperkte levensduur. In de praktijk wordt dit veelal gerealiseerd doordat continu een deel van het bad door uitsleep naar het spoelwater wordt afgevoerd en vervangen wordt door verse procesvloeistof.

Indien echter de uitsleep beperkt wordt (zie Technieken om de uitsleep te beperken) en/of herwonnen wordt uit het spoelwater door b.v. spaarspoelen, eco-rinse of een andere techniek, dan zijn doorgaans bijkomende maatregelen nodig om de kwaliteit van het procesbad op peil te houden.

Sommige technieken zijn hierbij breed inzetbaar en relatief onafhankelijk van de badsamenstelling of de wijze waarop het bad wordt bedreven:

  • ­Indamping;
    Bedoeld om het teveel aan water dat via insleep uit het voorliggende spoelbad of door hergebruik van het spaarspoelbad in het procesbad terechtkomt, terug af te voeren.
  • Actiefkool behandeling;
    Bedoeld om allerlei organische verontreinigingen uit het bad te verwijderen.

De andere vermelde technieken (elektrodialyse, diffusiedialyse, afzetten van bepaalde metalen door elektrolyse, ionenwisseling), zijn slechts af en toe inzetbaar, bij welbepaalde combinaties van procesbaden, substraten en gebruik van het bad. Elke techniek is slechts voor een beperkt aantal badvloeistof – substraatcombinaties beschikbaar. Verder is de techniek in de praktijk alleen inzetbaar bij grotere toepassingen (waarbij de investeringkost in verhouding staat tot de milieuwinst en de besparingen) waarbij tegelijkertijd het proces erg stabiel en voorspelbaar is (b.v. slechts één type stukken die behandeld worden, plaat, draad).

Tenslotte is het uitkristalliseren van carbonaat (dat zich ongewenst vormt door elektrolytische omzetting van cyanide tot carbonaat) een klassieke techniek voor het onderhouden van cyanidische baden.

Voor volgende toepassingen is standtijdverhoging in combinatie met herwinnen van de uitsleep altijd toepasbaar :

  • ­Cr(VI)-houdende baden (vnl. door elektrolyse of ionenwisseling);
  • cyanidehoudende baden (vnl. door kristallisatie; uitz. zijn cyanidebaden op KCN).
Toon enkel technieken...
Aspecten
...op...
Beste beschikbare techniek
Milieuvriendelijke techniekTechnische aspectenMilieuaspectenBBT
BewezenInterne veiligheidKwaliteitGlobaal - technischWaterverbruikAfvalwaterLuchtBodemAfvalEnergie - elektriciteitsverbruikChemicaliënGlobaal - milieuEconomisch
  • Legende
  • --
    Zeer negatief effect
  • --/-
    Negatief tot zeer negatief effect
  • -
    Negatief effect
  • --/0
    Mogelijk zeer negatief effect
  • -/0
    Mogelijk negatief effect
  • -/+
    Enerzijds negatief, anderzijds positief effect
  • -/0/+
    Mogelijk posifief en negatief effect
  • 0/+
    Mogelijk positief effect
  • 0/++
    Mogelijk zeer positief effect
  • +
    Positief effect
  • +/++
    Positief tot zeer positief effect
  • ++
    Zeer positief effect
  • X
    Belangrijkste milieuaspect
  • ?
    Onbekend

1 In de praktijk beperkt tot procesbaden zonder vluchtige ingrediënten, tenzij men een vluchtig zuur wil herwinnen, bv. HF/NO3, HC1, HF, ... .

2 Ja, indien één van deze technieken beschikbaar is voor de specifieke toepassing EN indien het gaat om een voldoende grootschalige en stabiele lijn.

3 Altijd

4 Altijd