Soorten asfalt
Er bestaan verschillende soorten asfaltmengsels, die van elkaar verschillen qua samenstelling en gebruikte materialen of hulpstoffen, afhankelijk van de functie en plaats van het asfaltmengsel in de totale wegopbouw (onderlaag versus toplaag).
Mengsels voor onderlagen hebben als rol en kenmerken:
- overdragen van de lasten (van het verkeer) naar de onderliggende fundering
- profileren (wegwerken van oneffenheden in de fundering)
- weerstand tegen scheuren en vervorming.
Mengsels voor toplagen hebben als rol en kenmerken:
- veiligheid (stroefheid)
- rijcomfort (effenheid)
- waterdichtheid
- hoge weerstand tegen:
- scheuren
- vervorming
- veroudering
- loskomen van stenen
Deze types asfaltmengsels verschillen van elkaar in de onderlinge verhouding van de samenstellende componenten steenslag, zand, vulstof en bitumen. Grofweg kan een indeling gemaakt worden naar mengsels met een steenskelet, met een zandskelet en met een vulstofskelet, zoals:
-
Zandskelet: asfaltbeton (AB)
Het klassieke asfaltmengsel, ook asfaltbeton (AB) genoemd, is een mengsel met zandskelet, met een continue korrelverdeling en waarin het aandeel van het zand in de samenstelling (> 30 %) belangrijk is. Zand is het wezenlijk bestanddeel dat het skelet van het asfaltmengsel vormt. De optimale stapeling en de inwendige wrijving van de zandkorrels zijn de fundamentele factoren waarvan de mechanische eigenschappen van het bitumineuze mengsel afhankelijk zijn. AB wordt gebruikt voor toplagen en onderlagen.
-
Steenskelet
- splitmastiekasfalt (SMA)
- drainerend asfalt of zeer open asfalt (ZOA)
Mengsels met een steenskelet, zoals splitmastiekasfalt (SMA) en zeer open asfalt (ZOA), worden gekenmerkt door een zeer hoog gehalte aan stenen (minstens 70 % van de droge granulaten). De spanningen in dit mengsel worden opgenomen door contact van steen op steen. Zeer open asfalt heeft een laag bitumen of mastiekgehalte, waardoor een hoog poriëngehalte wordt bereikt. Hierdoor heeft de asfaltverharding van zeer open asfalt de eigenschap dat het water intern kan draineren, daarom wordt dit soort asfaltmengsel ook wel "drainerend asfalt" genoemd.
Naast het voordeel dat dit asfalttype biedt voor de veiligheid en het comfort van de weggebruiker, heeft het ook als voordeel dat door het hoge poriëngehalte het rolgeluid van de banden intern in het asfalt wordt gesmoord, wat leidt tot een lager rolgeluid. Daarom wordt dit soort asfaltmengsel ook wel “fluisterasfalt” genoemd. Een nadeel van dit mengseltype is echter dat er in de winter sneller ijzelvorming optreedt en dat dooizouten hierbij minder effect hebben.
De karakteristieken van deze asfaltmengsels zijn speciaal ontworpen voor toplagen.
-
Vulstofskelet: gietasfalt
Gietasfalt is een voorbeeld van een mengseltype met zogenaamd vulstofskelet, met een belangrijk aandeel van mastiek (vulstof + bitumen). Het wordt geproduceerd op ongeveer 200 °C en dus op een hogere temperatuur dan de meeste asfaltmengsels. Bij de verwerking is het niet nodig om dit type van asfalt te verdichten, het neemt spontaan een gunstige stapeling aan, daarom wordt het ook gietasfalt genoemd. Dit type wordt voornamelijk gebruikt als waterdichtende toplaag, bijvoorbeeld op bruggen of parkeerdaken. Door de hoge kost (hoog bitumengehalte) en alternatieve mengsels is het gebruik laag. In Vlaanderen wordt het in 2 van de 19 centrales geproduceerd.
-
Toevoegen van additieven
Verhardingslagen van gekleurd asfalt worden gebruikt om esthetische redenen, om visueel bepaalde verkeerssituaties te benadrukken, bijvoorbeeld parkeerstroken, aanliggende fietspaden, … De kleur wordt verkregen door toevoeging van bepaalde kleurstoffen aan een synthetisch en pigmenteerbaar bindmiddel, eventueel versterkt door het gebruik van gekleurde granulaten.
Vroeger kende ieder land in Europa een eigen categorisering van asfalt. Sinds 1 januari 2007 zijn de nieuwe Europese normen voor asfalt ingevoerd (EN-13108-1 t/m -8). In heel Europa worden nu dezelfde typen categorieën asfaltmengsels onderscheiden (met tussen haakjes de Engelstalige benaming):
-
Zandskelet
- Asfaltbeton (asphalt concrete)
- Asfaltmengsels voor zeer dunne lagen (asphalt concrete for very thin layers)
- Warmgewalst asfalt (hot rolled asphalt)
- Zacht asfalt (soft asphalt)
-
Steenskelet
- Steenmastiekasfalt (split mastic asphalt) (SMA)
- Zeer Open Asfaltbeton (porous asphalt) (ZOAB)
-
Vulstofskelet:
Gietasfalt (mastic asphalt)
De asfaltmengsels die in Vlaamse wegenbouw (volgens SB250) worden gebruikt moeten steeds onderworpen worden aan een COPRO-keuring of gelijkwaardige kwaliteitscontrole. Om een idee te krijgen van de verschillende mengsels op de Vlaamse markt zijn in Tabel 1, de resultaten van COPRO in 2010 weergegeven (de door COPRO gecertificeerde mengsels die in de Vlaamse wegenbouw gebruikt worden, inclusief toelevering van Waalse of buitenlandse bedrijven).
Tabel 1: Asfaltproductie in Ton (COPRO, 2010)