Beschikbare milieuvriendelijke technieken
In dit deel lichten we de verschillende maatregelen toe die in de sector van asfaltcentrales geïmplementeerd kunnen worden om milieuhinder te voorkomen of te beperken. De milieuvriendelijke technieken worden besproken per milieudiscipline. De technieken en maatregelen zijn onderverdeeld in de disciplines grond-, hulp- en afvalstoffen, lucht, energie, geluid, bodem, afvalwater en code van goede praktijk maatregelen.
Bij de bespreking van de milieuvriendelijke technieken komen telkens volgende punten aan bod:
- beschrijving van de techniek
- toepasbaarheid van de techniek
- milieuaspecten van de techniek
- financiële aspecten van de techniek
De informatie in dit deel vormt de basis waarop de BBT-evaluatie zal gebeuren. Het feit dat een techniek in dit hoofdstuk besproken wordt, betekent m.a.w. niet per definitie dat deze techniek BBT is.
Milieuvriendelijke techniek | Technische aspecten | Milieuaspecten | BBT | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bewezen | Algemeen toepasbaar | Interne veiligheid | Kwaliteit | Globaal - technisch | Materiaal | Afvalwater | Lucht | Bodem | Stof en geur | Afval | Energie - elektriciteitsverbruik | Geluid en trillingen | Globaal - milieu | Economisch |
- Legende
- +Positief effect
- 0/+Soms geen, soms positief effect
- 0Geen/verwaarloosbaar effect
- -/0Soms negatief, soms geen effect
- -Negatief effect
1 Het energieverbruik van de asfaltcentrale zelf zal niet dalen maar de energie voor transport van mineralen wel waardoor het energieverbruik voor het aanleggen van een asfaltverharing in zijn totaliteit daalt.
2 Indien het vervangend materiaal de kwaliteit niet beïnvloedt en er geen bijkomende milieubelasting ontstaat. De mogelijkheid tot vervanging is afhankelijk van het bestek (SB250 vormt de basis van de meeste opdrachten) of de gevraagde prestaties, de toepassing en de beschikbaarheid van de alternatieve materialen. De asfaltcentrale heeft weinig keuze omdat de opdrachtgever bepaalt welke materialen er gebruikt moeten worden.
3 Sterk afhankelijk van de prijzen van de alternatieve materialen welke onderhevig zijn aan sterke prijsschommelingen en de energieprijzen.
4 De mogelijkheid tot vervanging is afhankelijk van het bestek (SB250 vormt de basis van de meeste opdrachten) of de gevraagde prestaties, de toepassing en de beschikbaarheid van de alternatieve materialen. De asfaltcentrale heeft weinig keuze omdat de opdrachtgever bepaalt welke materialen er gebruikt moeten worden.
5 Momenteel zijn biobased bitumen zeer kostelijk t.o.v. standaard bitumen.
6 Het energieverbruik van de asfaltcentrale zelf zal niet dalen maar de energie voor transport van mineralen wel waardoor het energieverbruik voor het aanleggen van een asfaltverharing in zijn totaliteit daalt.
7 Het energieverbruik van de asfaltcentrale zelf zal niet dalen maar de energie voor transport van mineralen wel waardoor het energieverbruik voor het aanleggen van een asfaltverharing in zijn totaliteit daalt.
8 Warme toevoeging d.m.v. een paralleltrommel is BBT voor nieuwe installaties. Op basis van financiële en bedrijfsspecifieke toestand kan bij bestaande installaties geopteerd worden voor koude toevoeging.
9 Te hoge temperaturen in de parallleltrommel kunnen leiden tot bitumendampen en zelfs verbranding. Onder normale omstandigheden is er geen invloed.
10 Het energieverbruik van de asfaltcentrale zelf zal niet dalen maar de energie voor transport van mineralen wel waardoor het energieverbruik voor het aanleggen van een asfaltverharing in zijn totaliteit daalt.
11 Warme toevoeging d.m.v. een paralleltrommel is BBT voor nieuwe installaties. Op basis van financiële en bedrijfsspecifieke toestand kan bij bestaande installaties geopteerd worden voor koude toevoeging.
12 Het energieverbruik van de asfaltcentrale zelf zal niet dalen maar de energie voor transport van mineralen wel waardoor het energieverbruik voor het aanleggen van een asfaltverharing in zijn totaliteit daalt.
13 Door de beperkingen van het SB250 is de recyclage graad niet hoger dan bij warme toevoeging.
14 De innovatie ‘100% gerecycled asfalt’ is als octrooi vastgelegd.
15 Het energieverbruik van de asfaltcentrale zelf zal niet dalen maar de energie voor transport van mineralen wel waardoor het energieverbruik voor het aanleggen van een asfaltverharing in zijn totaliteit daalt.
16 Deze maatregel kan genomen worden indien na het nemen van de maatregelen in 4.2.1 er nog visueel waarneembare stofverspreiding plaatsvindt.
17 Afhankelijk van de karakteristieken van het terrein.
18 Inzetten van brandstoffen met laag zwavelgehalte is BBT. Speciek voor aardgas kan de beschikbaarheid van een gasnet een belemmering vormen.
19 Deze maatregel kan geimplementeerd worden indien er sprake is van hinder.
20 Deze maatregel kan geimplementeerd worden indien er sprake is van hinder.
21 Door extra lucht tot te voegen aan de brander kan het verbrandingsproces verstoord worden. Dit kan leiden tot verhoging van emissies i.p.v. beperking ervan.
22 De techniek heeft een hoge kostprijs en is niet algemeen inzetbaar doordat de afsaltcentrale voor de implementatie afhankelijk is van de bitumentransporteur.
23 De techniek is voor asfaltcentrales niet kosteneffectief t.o.v. 4.2.19. Een asfaltcentrale is echter vrij om deze techniek alsnog in te zetten.
24 BBT voor nieuwe installaties. Bestaande installaties kunnen deze maatregel implementeren indien er sprake is van hinder.
25 Deze maatregel kan geimplementeerd worden indien er sprake is van hinder.
26 Deze maatregel kan geimplementeerd worden indien er sprake is van hinder.
27 De exploiteur moet voldoende op de hoogte zijn van de samenstelling en de effecten van gebruikte producten om extra emissies te voorkomen.
28 Deze maatregel kan geimplementeerd worden indien er sprake is van hinder.
29 De exploiteur moet voldoende op de hoogte zijn van de samenstelling en de effecten van gebruikte producten om extra emissies te voorkomen.
30 Deze maatregel kan geimplementeerd worden indien er sprake is van hinder.
31 De techniek vraagt een grote initiële investering. Op basis van financiële en bedrijfsspecifieke toestand is het aangewezen om de techniek in te zetten.
32 Het toepassen van deze techniek wordt bepaald door de opdrachtgever. Indien er geen vraag is, is er geen motivatie om in deze techniek te investeren.
33 BBT indien de asfaltcentrale nabij een waterweg gelegen is.
34 Deze maatregel kan geimplementeerd worden indien er sprake is van hinder.
35 De techniek vraagt een grote initiële investering. Op basis van financiële en bedrijfsspecifieke toestand is het aangewezen om de techniek in te zetten.
36 Op basis van de beschikbare meetgegevens kan niet beoordeeld worden of deze techniek voldoende is en of verder filtertechnieken BBT zijn. Er zijn technologieën beschikbaar die verdere zuivering mogelijk maken. In Hoofdstuk 6 wordt dan ook aanbevolen om een meetcampagne op te zetten.