Chemische of elektrolytische oxidatie
Oxidatie van bepaalde polluenten kan uitgevoerd worden met/door:
- waterstofperoxide (H2O2);
- ozon (O3);
- hypochloriet of javel (OCl–) (als dusdanig aangekocht of aangemaakt uit chloorgas);
- monopersulfaat (SO52–);
- luchtzuurstof (O2);
- UV-licht;
- Elektrolyse.
Voor meer informatie wordt verwezen naar de chemische oxidatietechnieken en elektrolyse.
Elektrolyse is doorgaans enkel een voorbehandelingstechniek. Met deze techniek zijn geen lage eindconcentraties mogelijk; er is steeds een chemische nabehandeling nodig. De reden is dat bij lage concentraties het elektroderendement zeer laag wordt en de reactie bijgevolg zeer traag.
Voor cyanide komen alle oxidantia in theorie in aanmerking. Hypochloriet wordt het meest gebruikt en is het enige oxidans waarvoor cyanideoxidatie technisch goed op punt staat en toch tegen een aanvaardbare kost uitvoerbaar is. Het grote nadeel is de vorming van organochloorverbindingen. Een alternatief is voorzuivering met elektrolyse, gevolgd door eindzuivering met hypochloriet of monopersulfaat.
Voor de andere stoffen waarvoor chemische oxidatie aangewezen is, wordt bij voorkeur geen hypochloriet gebruikt. Het gebruik van hypochloriet is te vermijden omdat hierbij onvermijdelijk een hoeveelheid organochloorverbindingen als bijproduct onstaat:
- oxidatie van overmaat hypofosfiet of orthofosfiet bij stroomloos vernikkelen;
- oxidatie van sterke complexvormers zoals EDTA en NTA (met elektrolyse, met peroxide of met UV-licht); voor deze stoffen is een volledige oxidatie doorgaans niet zinvol en wordt enkel de vergaande afbraak van de complexvormers beoogd;
- oxidatie van nitriet tot nitraat;
- oxidatie van Fe(II), indien noodzakelijk, met doorborrelen van lucht (Fe(II) kan ook vlot verwijderd worden met andere technieken b.v. precipitatie).
Nitriet-oxidatie is niet zinvol bij lozing op RWZI. In situaties waar nitrietverwijdering nodig is, is in plaats van oxidatie van nitriet tot nitraat, in veel gevallen reductie met amidosulfonzuur tot stikstofgas aangewezen.
Milieuvriendelijke techniek | Technische aspecten | Milieuaspecten | BBT | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bewezen | Interne veiligheid | Kwaliteit | Globaal - technisch | Waterverbruik | Afvalwater | Lucht | Bodem | Afval | Energie - elektriciteitsverbruik | Chemicaliën | Globaal - milieu | Economisch |
Chemische of elektrolytische oxidatie | 0/++ | 0/++ | +/++ | -/0 | -/0 | + | Ja 1 | |||||||
Oxidatiereacties uitvoeren met andere stoffen dan hypochloriet, tenzij bij cyanideoxidatie | ++ | 0/++ | ++ | ++ | -/0 | ++ | -/0 | Ja 2 |
- Legende
- --Zeer negatief effect
- --/-Negatief tot zeer negatief effect
- -Negatief effect
- --/0Mogelijk zeer negatief effect
- -/0Mogelijk negatief effect
- -/+Enerzijds negatief, anderzijds positief effect
- -/0/+Mogelijk posifief en negatief effect
- 0/+Mogelijk positief effect
- 0/++Mogelijk zeer positief effect
- +Positief effect
- +/++Positief tot zeer positief effect
- ++Zeer positief effect
- XBelangrijkste milieuaspect
- ?Onbekend
1 De techniek die gebruikt wordt om tot die eindconcentraties te komen varieert van geval tot geval. Daarom wordt afgezien van een beoordeling voor elke techniek afzonderlijk. Waar zinvol worden bepaalde uitvoeringsvormen van de techniek beoordeeld. Dit gebeurt dan binnen het toepassingsgebied van die techniek.
2 Voor cyanideoxidatie zijn de alternatieven nog onvoldoende op punt gesteld of in verhouding te duur. Alternatieven zoals peroxide-oxidatie of elektrolytische oxidatie hebben echter wel de voorkeur vanuit milieu-oogpunt, indien technisch en economisch beschikbaar in een concrete situatie