Energie

Bronnen

In een asfaltcentrale wordt vooral thermische energie gebruikt. Het thermisch aandeel is 90 % van het totaal primair energieverbruik (Smeets, J., 2013).

De grootste bronnen van energieconsumptie bij de productie van warm asfalt zijn de droogtrommels, meer dan 80 % van het energieverbruik kan hieraan worden toegeschreven. De witte trommel is hierbij de grootste energie verbruiker. Bij warme recyclage komt hier nog een paralleltrommel bij. Ook bij koude recyclage zal er een hoger verbruik zijn omdat de minerale producten op een hoge temperatuur gebracht moeten worden om de asfaltgranulaten op te warmen. In de droogtrommels worden thermische branders gebruikt die in Vlaanderen door aardgas, gasolie of stookolie worden voorzien. Andere thermische verbruikers zijn verwarmingsinstallaties voor bitumentanks. Deze bitumentanks kunnen via een stookinstallatie voor thermische olie worden verwarmd of via een elektrische verwarming.

Naast thermische energie heeft een asfaltcentrale ook elektrische verbruikers. Onder deze noemer vallen componenten die aangedreven worden door elektromotoren zoals:
 

  • het voordoseersysteem
  • transportsystemen
  • droogtrommels
  • ventilatie en ontstoffingsinstallatie
  • zeef en doseerinstallatie
  • weegeenheden
  • menger
  • ophaalbak

Kortom, alle elektrische componenten voor de aansturing van de centrale, van voordoseerinstallatie tot en met de laaddeuren voor de asfaltmengsels.

Voor de verplaatsing van de materialen worden wielladers gebruikt die voorzien worden van brandstof door een eigen tankinstallatie.

Tenslotte beschikken sommige asfaltcentrales over 1 of meerdere breekinstallaties voor asfaltgranulaten die brandstof verbruiken.

Invloed van het proces

Van grote invloed op de hoeveelheid benodigde energie, is de hoeveelheid water in de mineralen en asfaltgranulaten. Ook het aantal productiestarts en –stops bij mengselwisseling draagt in belangrijke mate bij aan het verbruik van energie.

Hoe hoger de temperatuur van het asfaltmengsel moet zijn, hoe hoger het energieverbruik zal zijn. Vandaar dat men, door de stijgende energieprijzen en de CO2-emissiehandel, meer en meer naar asfaltproductie bij verlaagde temperaturen kijkt. Er is al veel onderzoek gebeurd en er zijn al bedrijven die deze technieken toepassen.

In figuur 1 is een weergave gemaakt van de invloed van de productietechniek t.o.v. het energieverbruik.

Figuur 1: Energieverbruik als functie van de productietechniek (OCW, 2011)

Hieruit kan men afleiden dat overschakelen naar half warm asfalt (HWA) een reductie geeft van 20 % van het energieverbruik. Natuurlijk is dit enkel waar als de onderhoudskosten en de levensduur van het HWA-mengsel gelijk of hoger is dan dat van een gelijkaardig warm asfalt (WA)-mengsel.

Energieverbruik van de Vlaamse asfaltcentrales

Het totaal elektrisch vermogen van een asfaltcentrale is evenredig met de productiecapaciteit van de asfaltcentrale. Omdat de menger de beperkende factor is, wordt de rest, transportbanden enz., hierop afgestemd.

Het thermisch vermogen van de branders heeft een grotere spreiding. Deze zijn dikwijls in de loop der jaren vervangen door efficiëntere branders of er is een toevoeging geweest van een paralleltrommel waardoor dit vermogen niet meer overeenstemt met de initiële installatie.

Tabel 1 geeft een energetisch overzicht (inschatting) van Vlaamse asfaltcentrales in 2010. De gemiddelde, minimum en maximum cijfers zijn bepaald op basis van de gegevens van individuele centrales waarvoor gegevens beschikbaar waren (variabel aantal naargelang de parameter). De gebruikte gegevens zijn afkomstig uit de IMJV en persoonlijke contacten met bedrijven. De totaalcijfers zijn door extrapolatie berekend uit de gemiddelde cijfers.

Tabel 1: Energetisch overzicht van Vlaamse asfaltcentrales in 2010 (eigen berekeningen op basis van gegevens van de Asfaltsector, 2012)

Het energieverbruik in Vlaamse asfaltcentrales is de laatste jaren gedaald. Grote wijzigingen in het verleden waren meestal toegespitst op de efficiëntere werking van de asfaltcentrale. Het vervangen van een oude brander, isoleren van warmhoudtanks, e.d. zijn hiervan courante voorbeelden. In de toekomst kan dit nog verder worden doorgedreven en wordt er ook hard gesleuteld aan het verlagen van de procestemperaturen.

Het energieverbruik van een gemiddelde asfaltcentrale die onder de emissiehandel valt en hun toekomstige emissierechten zijn weergegeven in grafiek 1. Deze CO2-equivalenten per jaar zijn bepaald op basis van de aanvragen van Vlaamse asfaltcentrales voor de toewijzing van emissierechten bij Departement Leefmilieu, Natuur en Energie.

Grafiek 1: BKG-uitstoot en emissierechten van gemiddelde Vlaamse AC (Eigen berekeningen, LNE, 2012)