Gebruik van elektriciteit i.p.v. brandstoffen voor de opwarming

De klassieke vuistregel is, dat het altijd beter is om te verwarmen met brandstof (aardgas, stookolie, …) dan met elektriciteit. Deze vuistregel geldt echter alleen voor lage temperaturen b.v. voor verwarming van gebouwen. Hoe hoger de temperatuur, hoe minder deze regel opgaat.

In geval van voorwarm- en droogovens, welke in principe bij temperaturen lager dan 500°C werken opteert men vaak voor elektriciteit om volgende redenen:

  • de veiligheid (minder brandgevaar, geen gaslekken);
  • de soepele regeling van de temperatuur wat kan leiden tot kortere doorlooptijden;
  • bij frequent afkoelen en opwarmen in combinatie met indirecte verwarming zijn elektrische stralers (ingebed in isolatiemateriaal) interessanter dan verwarming van de ovenwand met een brandstof: de thermische massa m.a.w. de hoeveelheid materiaal die telkens moet opgewarmd en terug afgekoeld worden, is kleiner;
  • de neutrale atmosfeer (geen gevaar voor oxiderende of reducerende atmosfeer die bij directe verwarming altijd aanwezig is).

Voor de hoge temperaturen (500 – 1200 °C) waarbij thermische bewerkingen doorgaan, is het bovenstaande evenzeer geldig: elektriciteit en klassieke warmte zijn minstens gelijkwaardig maar in een aantal gevallen is elektriciteit superieur t.o.v. klassieke warmte, zeker in die gevallen waar geen warmterecuperatie uit de rookgassen plaatsvindt of kan plaatsvinden.

In de praktijk staan beide types: elektrische verwarming en verwarming met klassieke brandstoffen mits toepassing van warmteherwinning, naast elkaar.

 

Toon enkel technieken...
Aspecten
...op...
Beste beschikbare techniek
Milieuvriendelijke techniekTechnische aspectenMilieuaspectenBBT
BewezenInterne veiligheidKwaliteitGlobaal - technischWaterverbruikAfvalwaterLuchtBodemAfvalEnergie - elektriciteitsverbruikChemicaliënGlobaal - milieuEconomisch
Gebruik van elektriciteit i.p.v. brandstoffen voor de opwarmingJa 2
  • Legende
  • --
    Zeer negatief effect
  • --/-
    Negatief tot zeer negatief effect
  • -
    Negatief effect
  • --/0
    Mogelijk zeer negatief effect
  • -/0
    Mogelijk negatief effect
  • -/+
    Enerzijds negatief, anderzijds positief effect
  • -/0/+
    Mogelijk posifief en negatief effect
  • 0/+
    Mogelijk positief effect
  • 0/++
    Mogelijk zeer positief effect
  • +
    Positief effect
  • +/++
    Positief tot zeer positief effect
  • ++
    Zeer positief effect
  • X
    Belangrijkste milieuaspect
  • ?
    Onbekend

1 Weliswaar lokaal minder rookgasemissies.

2 Beide technieken staan in praktijk naast elkaar; er is geen milieuvoorkeur