Randharden uitvoeren met inductieverwarming en afschrikken in water in gesloten circuit

In tegenstelling tot het laserharden wordt bij het inductief harden gebruikt gemaakt van inductiestromen welke in het staal Foucoultstromen opwekken, waardoor het staal opwarmt. Naarmate de frequentie van de wisselstroom toeneemt concentreren de geinduceerde stromen zich meer aan het oppervlak (skin-effect). De inductiemachines werken met lage, midden en hoge frequenties bij vermogens tussen 5 en 1 MW.

Het inductieharden leent zich goed tot het harden van massieve cilindrische stukken doch ook andere en kleine stukken kunnen hiermee gehard worden. Dit vereist wel telkens een aangepaste inductorspoel.

Net zoals het laserharden worden de onderdelen (spoel) gekoeld door water meestal in gesloten circuit. Voor het afschrikken wordt gebruikt gemaakt van een polymeeroplossing in water. Dit zorgt voor een minder drastische afkoeling in vergelijking met zuiver water en minder scheurgevoeligheid. Er dient wel regelmatig polymeer toegevoegd te worden om verliezen door verdamping, ontbinding, enz., te compenseren.

Inductieharden is enkel toepasbaar wanneer enkel oppervlakteharden nodig is. De toepasbaarheid van inductieharden in vergelijking met laserharden of andere vormen van oppervlakteharding varieert geval tot geval en hangt in de eerste plaats af van de kwaliteitseisen en de inpasbaarheid in de productielijn. Concreet ligt bij complexe stukken die maar langs één zijde gehard moeten worden, b.v. matrijzen, laserharden meer voor de hand en voor symmetrische stukken b.v. assen, inductieharden meer voor de hand. Ook de milieuvoordelen van inductieharden t.o.v. andere technieken variëren van geval tot geval.