Waterverbruik voorkomen of beperken

Deze techniek is in hoofdstuk 5 geselecteerd als BBT van geval tot geval, voor zover voldaan wordt aan de van toepassing zijnde bepalingen op het gebied van kwaliteits- en hygiëne-eisen.

Beschrijving techniek

Het waterverbruik in vleesverwerkende bedrijven hangt o.a. af van de verwerkte grondstoffen, de toegepaste processen en de producten. Zoals het geval voor alle voedingsbedrijven dienen ook vlees- en visverwerkende bedrijven te voldoen aan de wettelijke bepalingen op het gebied van kwaliteits- en hygiëne-eisen. Dit impliceert dat er regelmatig gereinigd moet worden, met het nodige waterverbruik (veelal drinkwaterkwaliteit vereist) tot gevolg.

Het waterverbruik in de vlees- en visverwerkende industrie kan voorkomen worden door bv.

  • vaste materialen droog te transporteren (tenzij water als koelmiddel wordt ingezet) door toepassing van, bv.
    • vijzels;
    • perslucht (verblaassysteem);
    • onderdruk (vacuumsysteem);
    • voorbeelden:
      • dierlijke bijproducten zoals botten en beenderen;
      • te ontgraten visfilets.
  • grof vuil van uitrustingen, installaties en vloeren zoveel mogelijk droog te verwijderen (evt. na het demonteren van de installaties);
  • vloeren vooraf te laten inweken en installaties (deels) demonteren om uitgehard en ingebakken vuil los te maken alvorens nat te reinigen (chemisch reinigen);
  • te koelen met lucht (bv. rookstraten) (ipv met water);
  • te ontdooien in tempereerruimtes (ipv waterbakken).

Het waterverbruik in de vlees- en visverwerkende industrie kan beperkt worden door bv.

  • machines goed af te stellen en regelmatig en goed te onderhouden;
  • waterverbruikende processen te optimaliseren door, bv.
    • kleine pekelbatches toe te passen;
    • de bezettingsgraad van de trommels, cutters en vulbussen te verhogen;
    • de toevoerkraan van het water niet volledig open te zetten;
  • watertoevoer te monitoren, bv.
    • met behulp van debietmeters;
    • aan de hand van een wateraudit;
    • kwaliteitsanalyses (bv. 1-2x per jaar) uitvoeren;
  • watertoevoer te optimaliseren;
    • voorbeelden:
      • installaties automatisch te starten/stoppen (bv. sausvullers, rekening houdend met pauzes en productiestops) met behulp van sensoren (bv. fotocellen);
      • water in de wagenwasmachine (vergelijkbaar met krattenwasser) pas bijvullen onder een bepaald niveau (niveaumeting);
      • kraan niet volledig openen draaien;
      • koelbakken optimaal vullen in functie van het (volume van het) te koelen product - overlopen voorkomen;
      • waterbesparende sproeikoppen toepassen.
  • gesloten circuit van koelwater toe te passen bij koelprocessen;
  • druk op het waterleidingnet te beperken (middendruk toepassen);
  • waterslangen te voorzien van een handmatige trekker (+ diameter van de slangen beperken);
  • drukgecontroleerd water te voorzien via sproeidoppen [1];
  • gebruik te maken van industriële afwasinstallaties (bv. voor kommen, schotels, ketels) of reinigingsinstallaties (bv. voor recipiënten, plastic kratten en vleeswagentjes) die energiezuinig zijn en water recupereren (bv. overlooprecuperatiesysteem);
  • de spuisturing van de stoomketel te automatiseren;

opmerkingen

  • Het gebruik van sproeisystemen (met warm water) gaat mogelijk gepaard met een zeker risico op Legionellabesmetting.
  • Niet publiek toegankelijke bedrijven vallen niet onder het Legionallabesluit. Vlees- en visverwerkende bedrijven zijn wel verplicht om ervoor te zorgen dat de gezondheid van de werknemers wordt verzekerd [2].
  • Enkele voorbeelden van maatregelen die toegepast kunnen worden om de hygiënerisico’s van sproeisystemen te garanderen zijn:
    • optimaal ontwerp en installatie van het systeem;
    • controleprogramma’s toepassen;
    • regelmatig onderhoud en behandeling (doorspoelen en ontsmetting);
    • monitoring van temperatuur, micro-organismen, enz.;
  • water te hergebruiken, bv.
    • kookwater bij het koken van hammen;
    • dompelbaden voor het afkoelen van patés (verlies aan water wordt bijgevuld, 1x/dag algemene verversing van het water);
  • stoomkoken toe te passen (ipv koken in waterbaden);
  • te koelen met ijswater (ipv waterdouches);
  • een decanter toe te passen ipv een filterpers.

Technische haalbaarheid

De concrete invulling van deze maatregel is afhankelijk van de bedrijfsspecifieke situatie zoals de verwerkte producten, de toegepaste processen en de opgelegde kwaliteits- en hygiëne-eisen.

Zo wordt bij de verwerking van vis aan de werktafels water continu gesproeid over het materiaal en de vis met het oog op het vrijwaren van de kwaliteit van de grondstof (te maken met houdbaarheid) maar ook om het afval (snijresten) continue te verwijderen en de messen te reinigen.

Naast een regelmatige reiniging tijdens de productie uren, wordt in Vlaamse vlees- en visverwerkende bedrijven ook vaak samen gewerkt met externe reinigingsfirma’s die veelal actief zijn buiten de productie uren.

Milieu-impact

Toepassing van deze maatregel heeft een direct effect op de hoeveelheid water die vereist is. Er zijn echter geen kwantitatieve data beschikbaar inzake indicaties van waterverbruikvolumes bij toepassing van verregaande waterbesparende technieken. Het beperken van het waterverbruik heeft ook een beperking van de hoeveelheid afvalwater als gevolg en kan leiden tot een verhoging van de concentraties van afvalstoffen in het afvalwater. De totaal geloosde vuilvracht zal echter niet stijgen. Daarnaast wordt ook het energieverbruik mogelijk beperkt (aanmaak warm proceswater en reinigingswater). Er is niet direct een grote impact te verwachten bij toepassing van deze maatregel op de keten.

opmerking

In het vleesverwerkend bedrijf waar het afvalwater, samen met dat van een naburig voedingsbedrijf, door een externe firma gezuiverd wordt tot drinkwaterkwaliteit, wordt dit gezuiverd water, gemengd met vers drinkwater in een verhouding 55/45 - 60/40, terug ingezet in het productieproces.

Economische haalbaarheid

Aan het verregaand zuiveren van proceswater om dit terug te kunnen inzetten in het productieproces zijn kosten verbonden. Indien dierlijke bijproducten droog getransporteerd worden, kan mogelijk de waarde van deze stromen (bv. met toepassing als diervoeder) verhoogd worden.

Referenties

  • Anoniem, 2012a
  • Anoniem, 2012b
  • Bedrijfsinformatie
  • Derden, A. et al, 2007
  • Derden, A. et al, 2008
  • FENAVIAN et al, 1996d
  • FO Industrie, 1999
  • Joint Research Centre, 2006 (zie paragrafen 5.1; 5.1.3; 5.2.1-3; 4.1.7.4; 4.1.8.6-8; 4.7.2.9.1; 4.3.1-2; 4.3.6; 4.3.10; 4.7.1.2-2; 4.7.2.4-6; 4.3.7.1; 4.7.2.9.1)
  • Kreps, S. et al, 2007
  • Van den Abeele, L. et al, 2015
  • VIP, 2011

 


[1] Bij lagere druk is er minder waterverbruik en minder verlies via verneveling.

[2] K.B. van 6 februari 2007 - wet tot wijziging van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk B.S. 06/03/2007

Toon enkel technieken...
Aspecten
...op...
Beste beschikbare techniek
Milieuvriendelijke techniekTechnische aspectenMilieuaspectenBBT
BewezenAlgemeen toepasbaarInterne veiligheidKwaliteitGlobaal - technischWaterverbruikAfvalwaterLuchtBodemAfvalEnergie - elektriciteitsverbruikChemicaliënGeluid en trillingenImpact op de ketenGlobaal - milieuEconomisch
Waterverbruik voorkomen of beperkenvgtg 2
  • Legende
  • ++
    Zeer positief effect
  • +
    Positief effect
  • 0/+
    Mogelijk positief effect
  • +/-
    Enerzijds negatief, anderzijds positief effect
  • 0/-
    Mogelijk negatief effect
  • 0/--
    Mogelijk zeer negatief effect
  • -
    Negatief effect
  • --
    Zeer negatief effect

1 mogelijk in strijd met de vereisten inzake hygiëne en voedselveiligheid

2 voor zover voldaan wordt aan de van toepassing zijnde bepalingen op het gebied van kwaliteits- en hygiëne-eisen