Processpecifieke bijproducten/afvalstoffen ontdoen van onreinheden, oordeelkundig scheiden en apart opvangen ter optimalisatie van gebruik, hergebruik, terugwinning, recyclage en verwijdering

Deze techniek is in hoofdstuk 5 geselecteerd als BBT voor alle vlees- en visverwerkende bedrijven.

Beschrijving techniek

De valorisatie van processpecifieke bijproducten/afvalstoffen kan geoptimaliseerd worden door bv.:

  • onreinheden (bv. metaal, plastiek, verpakkingen) zoveel mogelijk te vermijden;
  • onreinheden te verwijderen uit de processpecifieke bijproducten/afvalstoffen via procesaanpassingen, bv.:
    • manuele ingrepen voor het verwijderen van bv. plastiek en verpakkingen;
    • machinale aanpassingen, bv. magneten voor de verwijdering van ijzeren voorwerpen.

Bij het oordeelkundig scheiden en apart opvangen van uitgaande stromen ter optimalisatie van gebruik, hergebruik, terugwinning, recyclage en verwijdering dient rekening gehouden te worden met de cascade van waardebehoud. In eerste instantie dient voedselverlies [1] voorkomen te worden (= preventie). Dit kan bv. door de vlees- en visproducten te verpakking in kleinere porties en de consument voldoende te informeren over het optimaliseren (verlengen) van de houdbaarheid van de producten.

opmerkingen

  • Er is een zekere tegenstrijdigheid tussen ‘voedselverlies vermijden’ en ‘verpakking beperken’. Soms is meer verpakking (kleinere porties) beter om voedselverliezen te beperken. Afspraken betreffende verpakkingsmateriaal / verpakkingswijze, verpakkingsgrootte en portiegrootte verloopt veelal in samenspraak met de distributiepartners (mogelijke hindernis).
  • Er dient dus gezocht te worden naar een evenwicht tussen het beperken van verpakkingsafval enerzijds (zie BBT-4) en voedselverliezen anderzijds.

In tweede instantie dient gestreefd te worden naar een optimale valorisatie van de processpecifieke bijproducten/afvalstoffen, volgens onderstaande rangorde (doel is streven naar een zo hoog mogelijke toepassing):

  • toepassing voor humane voeding (bv. voedselbanken, sociale kruideniers en restaurants);
  • converteerbaar voor humane voeding (be-, ver- en herwerking van voedsel);
  • toepassing in diervoeding;
  • grondstoffen voor industrie (andere dan voeding, bv. cosmetica, detergenten);
  • verwerken tot meststof door vergisting en/of compostering;
  • toepassing voor duurzame energie (met energieopwekking);
  • verbranden als afval (zonder energieopwekking);

Onderaan deze cascade staat ‘storten’. Deze laatste stap is verboden in Vlaanderen voor voedselgrondstoffen en -producten uit de voedingsindustrie.

Enkele concrete maatregelen uit de vlees- en visverwerkende sector zijn:

  • non-conforme (foute maat, gebroken producten) producten terug inzetten in het eigen productieproces (bv. 1% van volgende batch);

opmerking

Dergelijke producten kunnen, mits voldaan wordt aan de van toepassing zijnde regelgeving op het gebied van voedselveiligheid ook terug ingezet worden in productieprocessen die elders worden uitgevoerd (bv. op een andere locatie van hetzelfde bedrijf of in een ander bedrijf);

  • gelatine (bv. uit kookvocht):
    • terug inzetten in het eigen productieproces (zie ook hogervermelde opmerking);
    • voor humane consumptie (niet in het eigen productieproces);
  • snijresten (vlees en vis), vet, zwoerden:
    • converteerbaar voor humane voeding: terug inzetten als grondstof voor andere producten zoals gehakt vlees, separatorvlees, vleesbereidingen, vleesproducten of visfond (zie ook hogervermelde opmerking);
  • categorie 3-materiaal / productuitval (voedingsmiddelen ongeschikt voor menselijke consumptie):
    • toepassing in diervoeding: afvoeren naar een externe verwerker als grondstof voor petfood;
    • verwerken tot meststof door vergisting en/of compostering;

opmerkingen

  • wanneer de vlees- en visverwerkende sector dierlijke bijproducten wil leveren aan diervoederbedrijven, is in veel gevallen een certificaat voor Good Manufacturing/Management Practices (GMP) nodig;
  • het inzetten van bijproducten als dierenvoeding is ook een van de eerste stappen in de cascade van waardenbehoud;
  • beenderen, botzaagsel:
    • grondstoffen voor industrie (andere dan voeding), bv. gelatine;
  • bloed:
    • converteerbaar voor humane voeding: terug inzetten als hulpstof voor andere producten zoals vleesbereidingen (worsten);
  • slib van de vetvanger en primair slib
    • verwerken tot meststof door vergisting en/of compostering (voorwaarden inzake samenstelling en gebruik als meststof of bodemverbeterend middel zijn weergegeven in VLAREMA, bijlage 2.3.1);
    • toepassing voor duurzame energie (met energieopwekking);
  • waterzuiveringsslib (secundair slib):
    • toepassing voor duurzame energie (met energieopwekking);
    • inzetten als bodemverbeteraar/meststof mits voldaan aan de van toepassing zijnde VLAREMAbepalingen inzake behandeling;
    • behandelen alvorens af te voeren door toepassing van één of een combinatie van meerdere technieken zoals stabiliseren, indikken, ontwateren of drogen.

Technische haalbaarheid

De concrete invulling van deze maatregel is afhankelijk van de verwerkte grondstoffen en de eigenlijke procesvoering en de bedrijfsspecifieke situatie.

Milieu-impact

Toepassing van deze maatregel heeft een direct effect op de hoeveelheid processpecifieke bijproducten/afvalstoffen die afgevoerd/vernietigd moeten worden bij de verwerking van vlees en vis. Er zijn niet direct indicaties van grote effecten op de overige milieucompartimenten.

Deze maatregel heeft impact op de keten, vv. verwerkers van afvalstoffen en dierlijke bijproducten.

Economische haalbaarheid

Procesaanpassingen voor het verwijderen van onreinheden alsook het oordeelkundig scheiden en apart opvangen van uitgaande stromen kunnen kosten met zich meebrengen. Anderzijds is er een terugverdieneffect omwille van besparingen op het gebied van grondstoffen (minder verlies) en afvalafvoerkosten.

De concrete kosten van deze maatregel is afhankelijk van de bedrijfsspecifieke situatie.

Referenties

  • Anoniem, 2012a
  • Anoniem, 2012b
  • Bedrijfsinformatie
  • Derden, A. et al, 2007
  • Derden, A. et al, 2008
  • FENAVIAN et al, 1996d
  • Input leden bc (o.a. BEMEFA, OVAM)
  • Joint Research Centre, 2006 (zie paragrafen 5.1; 5.1.2; 5.1.3; 5.1.4.2; 5.1.6; 5.2.2; 4.1.6; 4.1.7.3; 4.1.7.6; 4.1.7.7; 4.2.3.1; 4.5.6; 4.5.7.8.4; 4.7.1.1; 4.7.2.1)
  • Van Campenhout, L., 2013
  • Van den Abeele, L. et al, 2015
  • http://www.emis.vito.be/node/10
  • www.ovam.be
  • www.ovocom.be

 


[1] Voedselverlies wordt gedefinieerd als elke reductie in het voor menselijke consumptie beschikbare voedsel dat in de voedselketen, van oogst tot en met consumptie, plaatsvindt (Roels, K., 2012)
Toon enkel technieken...
Aspecten
...op...
Beste beschikbare techniek
Milieuvriendelijke techniekTechnische aspectenMilieuaspectenBBT
BewezenAlgemeen toepasbaarInterne veiligheidKwaliteitGlobaal - technischWaterverbruikAfvalwaterLuchtBodemAfvalEnergie - elektriciteitsverbruikChemicaliënGeluid en trillingenImpact op de ketenGlobaal - milieuEconomisch
Processpecifieke bijproducten / afvalstoffen ontdoen van onreinheden, oordeelkundig scheiden en apart opvangen ter optimalisatie van gebruik, hergebruik, terugwinning, recyclage en verwijderingJa
  • Legende
  • ++
    Zeer positief effect
  • +
    Positief effect
  • 0/+
    Mogelijk positief effect
  • +/-
    Enerzijds negatief, anderzijds positief effect
  • 0/-
    Mogelijk negatief effect
  • 0/--
    Mogelijk zeer negatief effect
  • -
    Negatief effect
  • --
    Zeer negatief effect