Stallucht afzuigen en behandelen met een gaswasser

beschrijving techniek

Een gaswasser is een reinigingsinstallatie waarin een gasstroom in intensief contact wordt gebracht met een vloeistof met als doel bepaalde gasvormige componenten uit het gas naar de vloeistof te laten overgaan. Gaswassers kunnen als emissiebeperkende techniek bij zeer veel gasvormige emissies worden toegepast. Gaswassing wordt ook wel absorptie genoemd. Bij gaswassing is er dus sprake van een overgang van componenten van de gasfase naar de vloeistoffase. Een biowasser of biologische wasser is een soort van gaswasser.

Voor meer informatie wordt verwezen naar de databank LUSS van VITO, raadpleegbaar via: http://www.emis.vito.be/techniekfiche/gaswassing-algemeen en http://www.emis.vito.be/techniekfiche/biowasser

technische haalbaarheid

Een gaswasser is een gangbaar systeem voor de verwijdering van ammoniak uit stallucht. Bij bepaalde uitvoeringsvormen worden eveneens geur- en stofdeeltjes verwijderd. Een biologisch luchtwassysteem en een chemisch luchtwassysteem zijn opgenomen in bijlage I (Lijst van AEA-staltechnieken) bij het Ministrieel Besluit van 19 maart 2004 als technieken voor het zuiveren van de uitgaande stallucht. Deze nageschakelde luchtbehandelingstechnieken zijn technisch haalbaar voor alle geventileerde nieuwbouwstallen.

Opmerking:
De BREF (EIPPCB, 2003) geeft aan dat in Nederland (1999) naar schatting 1 miljoen leghennen en 50 000 braadkippen gehouden worden in stallen voorzien van een chemische gaswasser.

milieu-impact

Door het behandelen van de afgezogen stallucht door middel van een gaswasser worden zowel de emissie van ammoniak (tot 70% reductie met een biologische gaswasser en tot 95% reductie met een chemische gaswasser), stof (tot 80% reductie met een chemische gaswasser en tot >99% reductie met een biologische gaswasser) als geur (tot 30% reductie met een chemische gaswasser en 40-50% met een biologische gaswasser) beperkt. Het afzuigen van de stallucht uit de stal en het aanzuigen ervan ter hoogte van de gaswasser alsook de waterpomp vereisen energie en gaan mogelijk gepaard met hinder door geluid en trillingen. De hoeveelheid spuiwater die wordt gevormd is afhankelijk van de ammoniakbelasting van de gaswasser en de gewenste Ntot-concentratie in het spuiwater.

Opmerking:
Het gevormde spuiwater kan niet naar de mestkelder worden afgevoerd omwille van H2S-vorming.
Bij aanwending op het land van het spuiwater is een gebruikerscertificaat vereist (OVAM) alsook een ontheffing (Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu) vereist.

voorbeelden:
Het waterverbruik van een biologische wasser wordt geschat op 850-2 200 liter/vleesvarkenplaats/jaar of 490 – 1 260 liter/kg NH3-verwijdering bij een gemiddeld ventilatiedebiet van 35 m³/vleesvarken/uur, een ammoniakproductie van 2.5 kg/dierplaats/jaar en een ammoniak verwijderingsrendement van 70%.

Het waterverbruik van een chemische wasser wordt geschat op 70 liter/vleesvarkenplaats/jaar bij ammoniakproductie van 2.5 kg/dierplaats/jaar en een ammoniak verwijderingsrendement van 95%.

economische haalbaarheid

De BREF (EIPPCB, 2003) geeft aan dat het implementeren van gaswassers bijna altijd te duur is voor een veeteeltbedrijf en dat het eventueel opleggen ervan gepaard dient te gaan met een grondige doorlichting van de concrete bedrijfssituatie inzake geurhinder.

Een inschatting van de investerings- en werkingskosten bij nieuwbouw werd gemaakt bij het opstellen van de lijst van AEA-staltechnieken. Globaal genomen wordt een gaswasser als economisch haalbaar beschouwd bij nieuwbouwstallen voor diercategorieën waarvoor nog geen AEA-stalsystemen in de lijst zijn opgenomen en indien naast de emissie vanuit de stal nog bijkomende emissiebronnen aangepakt moeten worden (b.v. mestverwerking door middel van droging).

De economische haalbaarheid van gaswassers bij bestaande stallen dient van geval tot geval te geëvalueerd worden; de kosten zijn sterk afhankelijk van de specifieke staluitvoering, b.v. luchtinlaat, luchtafvoersysteem en stalindeling.

Enkele algemene kostprijzen

Volgens Nederlands onderzoek zou de totale kostprijs van luchtwassystemen met 40-60% (biologische wasser) respectievelijk 60-70% (chemische wasser) kunnen dalen indien het systeem niet op het maximale ventilatiedebiet gedimensioneerd zou moeten worden. Bijkomend onderzoek hieromtrent is echter nodig.

voorbeelden
De investerings- en werkingskosten voor een natte wasser variëren naargelang het te behandelen debiet.

De BREF (EIPPCB, 2003) vermeldt extra investeringskosten van 3,18 €/dierplaats voor leghennen en braadkippen en extra totale jaarlijkse werkingskosten van 6,70 €/dierplaats voor leghennen en 0,66 €/dierplaats voor braadkippen. Voor varkens variëren de extra investeringskosten tussen 9-84 €/dierplaats en de extra jaarlijkse werkingskosten tussen 3 en 28 €/dierplaats.

In KWIN-rapportage 2004-2005 zijn de onderstaande gemiddelde totale jaarlijkse kosten per dierplaats van biologische en een chemische luchtwassystemen terug te vinden.

biologische luchtwassystemen:

  • gespeende biggen: 16 €
  • kraamzeugen: 127 €
  • guste en drachtige zeugen: 34 €
  • vleesvarkens: 23 €

chemische luchtwassystemen:

  • gespeende biggen: 4 €
  • kraamzeugen: 44 €
  • guste en drachtige zeugen: 32 €
  • vleesvarkens: 14 €
  • pluimvee (batterij): 0.8 €

Volgens een Vlaamse leverancier bedraagt de totale jaarlijkse kostprijs (afschrijvingstermijn 10 jaar, discontovoet 5%) van een biologische respectievelijk chemische luchtwasser (debiet 60 000 m³) 6,19 € respectievelijk 7,25 € per mestvarken dierplaats.

Overige bronnen vermelden de onderstaande kostprijzen van gaswassers toegepast in de Nederlandse veeteeltsector:

biologische luchtwasser bij nieuwe stallen:

  • exploitatiekosten: 9-19€/kg NH3 (15-33 €/dierplaats varkens; 1.1 €/dierplaats pluimvee)

chemische luchtwasser bij nieuwe stallen:

  • exploitatiekosten: 7€/kg NH3 (16 €/dierplaats varkens; 0.5 €/dierplaats pluimvee)

referentie in BREF

Zie BREF intensieve veeteelt (Intensive rearing of poultry and pigs, 2003) paragrafen 4.5.5.1 en 4.6.5.2

Toon enkel technieken...
Aspecten
...op...
Beste beschikbare techniek
Milieuvriendelijke techniekTechnische aspectenMilieuaspectenBBT
BewezenInterne veiligheidKwaliteitGlobaal - technischWaterverbruikAfvalwaterEmissies van nutriëntenStof en geurAfvalEnergie - elektriciteitsverbruikChemicaliënGeluid en trillingenGlobaal - milieuEconomisch
Stallucht afzuigen en behandelen met een gaswasserJa 4
  • Legende
  • +
    Positief effect
  • -
    Negatief effect
  • --
    Zeer negatief effect
  • -/?
    Mogelijk negatief effect
  • +/-
    Enerzijds negatief, anderzijds positief effect

1 Technisch haalbaar voor alle mechanisch geventileerde nieuwbouwstallen

2 voornamelijk gunstig effect op ammoniakemissie

3 Economisch haalbaar bij nieuwbouwstallen voor diercategorieën waarvoor nog geen AEA-stalsystemen in bijlage I van het Ministrieel Besluit van 19/03/2004 zijn opgenomen en indien naast de emissie vanuit de stal nog bijkomende emissiebronnen aangepakt moeten worden (b.v. mestverwerking door middel van droging)

Economische haalbaarheid bij bestaande stallen van geval tot geval te evalueren; de kosten zijn sterk afhankelijk van de specifieke staluitvoering, b.v. luchtinlaat, luchtafvoersysteem en stalindeling

4 BBT bij mechanisch geventileerde nieuwbouwstallen voor diercategorieën waarvoor nog geen AEA-stalsystemen in bijlage I van het Ministrieel Besluit van 19/03/2004 zijn opgenomen en indien naast de emissie vanuit de stal nog bijkomende emissiebronnen aangepakt moeten worden (b.v. mestverwerking door middel van droging)