Voldoende mestopslagcapaciteit voorzien
bespreking techniek
De mestopslagcapaciteit moet minstens voldoende zijn om de mest te kunnen opslaan tot het moment waarop deze verder kan worden be- en/of verwerkt of op het land kan worden gebracht. De minimale vereiste opslagcapaciteit is o.a. afhankelijk van de hoeveelheid mest die op het bedrijf wordt geproduceerd en de periode waarin de mest niet mag worden uitgereden. Bovendien dient eveneens rekening gehouden te worden met de mestbehoefte van het gewas.
Vlarem II Art. 5.9.2.3§1 schrijft een minimale mestopslagcapaciteit voor mengmest van 6 maanden voor.
Opmerkingen
-
De BREF (EIPPCB, 2003) vermeldt enkele voorbeelden van gangbare capaciteiten van opslag van varkensmest:
- 4-5 maanden voor bedrijven gelocaliseerd in een Mediterraan klimaat;
- 7-8 maanden voor bedrijven gelegen in gebieden met Atlantische en continentale condities;
- 9-12 maanden voor bedrijven gelegen in gebieden met een Boreaal (arctisch) klimaat.
- Denemarken: opslagcapaciteit van 7-9 maanden
- Duitsland: momenteel moet worden voldaan aan een uitrijverbodperiode; naar de toekomst komt er een algemene opslagcapaciteit van 6 maanden.
- Nederland: geen verplichting naar minimale mestopslagcapaciteit
- Uit de praktijk blijkt dat nieuwe bedrijven vaak reeds extra mestopslagcapaciteit voorzien (tot 9 maanden) om een oordeelkundige bemesting, afgestemd op o.a. de gewasbehoefte, te kunnen toepassen. Deze grotere opslagcapaciteit is echter enkel van nut indien het gaat om mest die op Vlaamse bodem terecht komt en bij dieren die het overgrote deel van de mest in de stal produceren.
-
De visienota “Naar een nieuw mestbeleid in Vlaanderen” van de minister voor leefmilieu Peeters werd door de Vlaamse Regering goedgekeurd op 22 juli 2005. Het voorzien van voldoende opslagcapaciteit is één van de uitgangspunten voor een nieuw mestdecreet. Paragraaf 11 van deze visienota vermeldt:
De Vlaamse regering kan bij uitzonderlijke weersomstandigheden in het najaar, ook in kwetsbare gebieden water bij gemotiveerd besluit, onder strikte voorwaarden de uitrijperiode verlengen en dit maximaal tot 15 september. Mestopslagcapaciteit is voor de mest die op Vlaamse cultuurgrond wordt afgezet verplicht voor 6 maanden voor dieren met buitenloop en voor 9 maanden voor dieren die steeds op stal staan, gefaseerd uit te bouwen.
Dit kan door zelf de mestopslag te bouwen individueel of in groep of deze te gebruiken op basis van een overeenkomst. De bijkomende mestopslagcapaciteit wordt gestimuleerd om de afzet van dierlijke mest te stimuleren. Er wordt nauw samengewerkt met de gemeenten.
Voor pluimvee waar de mest telkens na iedere ronde weggehaald wordt, wordt een speciale regeling voorzien.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen interne en externe mestopslag. Interne mestopslag is de opslag van mest binnen de stal, met name in een mestkelder. Naargelang de uitvoeringsvorm ervan wordt een onderscheid gemaakt tussen een ondiepe en diepe mestkelder. Externe mestopslag is de opslag van mest buiten de stal.
technische haalbaarheid
Wettelijke bepalingen omtrent mestopslagcapaciteit zijn opgenomen in Vlarem, het mestdecreet en haar uitvoeringsbesluiten.
Uit de praktijk blijkt echter dat anno 2005 niet altijd voldaan wordt aan deze wettelijke verplichting. Om te komen tot een striktere naleving van de wettelijke bepalingen van mestopslag is regelmatige controle aangewezen.
Het voorzien van voldoende opslagcapaciteit is technisch haalbaar voor alle veeteeltbedrijven.
milieu-impact
Door voldoende mestopslag te voorzien wordt emissie van nutriënten (lucht, bodem, grond- en/of oppervlaktewater) alsook geurhinder beperkt. Extra opslagcapaciteit, bovenop hetgeen wettelijk verplicht is, laat de veehouder toe om op een meer landbouw- en milieukundige optimale wijze te bemesten.
economische haalbaarheid
De kostprijs van mestopslag varieert o.a. naargelang de uitvoeringsvorm en de afmetingen. Enkele voorbeelden van investeringskosten (vervangingswaarde) zijn:
- mestkelder: 100-145 €/m³;
- mestsilo: 25-85 €/m³;
- foliebassin: 20-35 €/m³;
- mestzak: 35-65 €/m³.
Deze kostprijzen zijn afkomstig van KWIN-Veehouderij 2004-2005. De kosten van een afnamestation, grond- en hekwerk (bij mestsilo’s, foliebassin en mestzak) en BTW zijn in rekening gebracht. De kosten van een mixer of mestpomp en overkapping (bij mestsilo’s) zijn niet in rekening gebracht.
Globaal genomen wordt gesteld dat mestopslag economisch haalbaar is voor alle veeteeltbedrijven.
referentie in BREF
Zie BREF intensieve veeteelt (Intensive rearing of poultry and pigs, 2003) paragrafen 4.7, 5.2.5 en 5.3.5
Milieuvriendelijke techniek | Technische aspecten | Milieuaspecten | BBT | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bewezen | Interne veiligheid | Kwaliteit | Globaal - technisch | Waterverbruik | Afvalwater | Emissies van nutriënten | Stof en geur | Afval | Energie - elektriciteitsverbruik | Chemicaliën | Geluid en trillingen | Globaal - milieu | Economisch |
- Legende
- +Positief effect
- -Negatief effect
- --Zeer negatief effect
- -/?Mogelijk negatief effect
- +/-Enerzijds negatief, anderzijds positief effect
1 In een beperkt aantal gevallen zou het economisch aantrekkelijker zijn om het afvalwater biologisch te zuiveren in de plaats van te voorzien in bijkomende mestopslagcapaciteit
2 In nieuwe en bestaande installaties