De hoeveelheid niet-processpecifieke afvalstoffen beperken door een optimaal verpakkingsontwerp, een doordacht aankoopbeleid en selectieve inzameling
Deze techniek is in hoofdstuk 5 geselecteerd als BBT van geval tot geval, rekening houdend met de wettelijke bepalingen op het gebied van verpakkingen en de randvoorwaarden van de marketing.
Beschrijving techniek
De hoeveelheid niet-processpecifieke afvalstoffen zoals verpakkingsafval kan beperkt worden door bv.:
- materialen aan te kopen in bulk of grootverpakking en gebruik te maken van herbruikbare verpakkingen;
-
het verpakkingsontwerp (gewicht, volume, percentage gerecycleerd materiaal) te optimaliseren, bv.
- gebruik maken van herbruikbare verpakkingen;
- verbeteren van het gewicht, volume en/of percentage gerecycleerd materiaal;
- gebruik maken van beter recycleerbare (onderdelen van de) verpakking;
- verbeteren van de verhouding primaire/secundaire/tertiaire verpakking;
-
gebruik maken van milieuvriendelijke hulpstoffen, bv.
- etiketten, inkten en lijmen gebruiken die weinig of geen zware metalen en/of VOS bevatten;
- biodegradeerbare/wateroplosbare lijmen;
- biogebaseerde en/of biodegradeerbare verpakkingen toe te passen;
- verpakkingsmateriaal selectief te verzamelen met het oog op recyclage.
Enkele voorbeelden uit de vlees- en visverwerkende sector zijn:
- kruiden en andere ingrediënten doseren vanuit een bulkcontainer (in de plaats van kunststof zakken);
- herbruikbare viskisten, plooibakken en/of plastic kratten gebruiken in de plaats van isomokisten;
- folie met een beperkte dikte (ifv te verpakken vleeswaren) gebruiken;
- schaaltjes uit gerecycleerd materiaal gebruiken;
- herbruikbare verpakking / recycleerbare schaaltjes gebruiken voor het verpakken van bv. verse vis bestemd voor de retail;
opmerking
- In de praktijk blijken bedrijven, vaak gebonden aan de vereisten (keuze en aankoop) van retailers inzake verpakkingen, bv. het verplicht gebruik van isomoschaaltje (éénmalig gebruik) voor het verpakken van verse vis (bv. zalmmoten) in de plaats van recycleerbare plastic schaaltjes.
- na selectie, af te voeren verpakkingsmateriaal voor afvoer verkleinen (bv. isomo viskisten) of samenpersen (bv. verpakkingsplastics).
De hoeveelheid verpakkingsmateriaal kan bovendien beperkt worden door gebruik te maken van:
- dunnere verpakkingen (plastiekfolies, karton,…) van individuele verpakkingen en karton;
- kleiner verpakkingsmateriaal voor zelfde hoeveelheid product;
- grotere hoeveelheden samen verpakken (indien dit mogelijk is voor de klant).
Zoals eerder al aangegeven, is er een zekere tegenstrijdigheid tussen ‘voedselverlies vermijden’ en ‘verpakking beperken’. Soms is meer verpakking (kleinere porties) beter om voedselverliezen te beperken. Afspraken betreffende verpakkingsmateriaal, verpakkingsgrootte en portiegrootte verloopt veelal in samenspraak met de distributiepartners (mogelijke hindernis). Er dient dus gezocht te worden naar een evenwicht tussen het beperken van verpakkingsafval enerzijds en voedselverliezen anderzijds (zie ook BBT-3).
voorbeeld
In Vlaanderen is er een vleesverwerkend bedrijf dat de hoeveelheid verpakkingsafval beperkt door gebruik te maken van schaaltjes met herbruikbare bovenfolies (tot 65% recycleerbaar).
Plastic folies, papier en karton die aangewend worden als tertiaire verpakking kunnen, indien afzonderlijk verzameld, samengeperst worden als balen, en afgevoerd worden voor recyclage. Enkele voorbeelden van initiatieven voor het selectief verzamelen van bedrijfsmatig verpakkingsafval zijn FOST Plus en VAL-I-PAC.
Lege verpakkingen worden in bepaalde gevallen teruggenomen door de leveranciers van grondstoffen, hulpmiddelen en reinigingsproducten. Hiervoor is het aangewezen om duidelijke afspraken te maken met de leveranciers (bv. grondstoffen en chemicaliën) en afnemers (bv. groothandel) over de verpakkingsstrategie.
Verder komen er in vlees- en visverwerkend bedrijven mogelijk ook gevaarlijke afvalstoffen vrij (bv. inktresten, afgewerkte oliën en batterijen) die selectief ingezameld dienen te worden en via een erkend verwerker afgevoerd dienen te worden (zie ook "Bijproducten/afvalstoffen").
Enkele voorbeelden van gevaarlijke afvalstoffen die in vlees- en visverwerkende bedrijven kunnen vrijkomen, zijn:
- afgewerkte olie van machines;
- katalysatoren van de rookkast;
- smeermiddelen;
- UV-lampen;
- toners;
- cryogene stoffen zoals N2, CO2 (toegepast bij crygene koeling/cryogeen invriezen, zijnde activiteiten uitgevoerd bij heel lage temperaturen);
- chemicaliën (bv. insecticide, oxiderende stoffen, reinigingsmiddelen, desinfectiemiddelen).
Technische haalbaarheid
De concrete invulling van deze maatregel is afhankelijk van de verwerkte grondstoffen en de eigenlijke procesvoering. Het wijzigen van het verpakkingsontwerp of het aankoopbeleid vereist meestal een grondige studie. De verpakkingen die gebruikt worden in de voedingssector moeten immers voldoen aan de wettelijke bepalingen inzake voedselveiligheid en moeten de voedingswaren afdoende beschermen tijdens opslag en transport.
Er dient bij toepassing van deze maatregel rekening gehouden te worden met de wettelijke bepalingen inzake verpakkingen. Bovendien is het optimaliseren van het verpakkingsontwerp in de praktijk enkel mogelijk binnen de acceptabele randvoorwaarden van de marketing.
Milieu-impact
Toepassing van deze maatregel heeft een direct effect op de hoeveelheid niet-processpecifieke afvalstoffen die gegenereerd worden tijdens de verwerking van vlees en vis. Daarnaast kan bespaard worden op de hoeveelheid aangekochte verpakkingen en hulpstoffen. Er zijn niet direct indicaties van grote effecten op de overige milieucompartimenten.
Deze maatregel heeft impact op de keten, bv. leveranciers van grondstoffen en hulpstoffen, en particulieren, groot- en kleinhandel en verwerkers van verpakkingsmaterialen.
Economische haalbaarheid
Procesaanpassingen voor het oordeelkundig scheiden en apart opvangen van uitgaande stromen kunnen extra kosten met zich meebrengen. Anderzijds is er een terugverdieneffect omwille van besparingen op het gebied van afvalafvoerkosten.
De effectieve kosten van deze maatregel is afhankelijk van de concrete invulling ervan (=bedrijfsspecifieke situatie).
Referenties
- Anoniem, 2012a
- Anoniem, 2012b
- Bedrijfsinformatie
- Derden, A. et al, 2007
- Derden, A. et al, 2008
- FENAVIAN et al, 1996d
- Input leden bc (o.a. ILVO)
- Joint Research Centre, 2006 (zie paragrafen 5.1.2; 5.1.4.9; 5.1.6; 5.2.1; 4.1.7.2; 4.2.12.1-3; 4.5.6; 4.5.7.1-2; 4.6.1; 4.7.2.9.2)
- Van den Abeele, L. et al, 2015
Milieuvriendelijke techniek | Technische aspecten | Milieuaspecten | BBT | ||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bewezen | Algemeen toepasbaar | Interne veiligheid | Kwaliteit | Globaal - technisch | Waterverbruik | Afvalwater | Lucht | Bodem | Afval | Energie - elektriciteitsverbruik | Chemicaliën | Geluid en trillingen | Impact op de keten | Globaal - milieu | Economisch |
De hoeveelheid niet- processpecifieke afvalstoffen beperken door een optimaal verpakkings ontwerp, een doordacht aankoopbeleid en selectieve inzameling | + | +/- | 0 | 0/- | +/- | 0 | 0 | 0 | 0 | + | 0 | 0 | 0 | + | + | -/0 | vgtg 1 |
- Legende
- ++Zeer positief effect
- +Positief effect
- 0/+Mogelijk positief effect
- +/-Enerzijds negatief, anderzijds positief effect
- 0/-Mogelijk negatief effect
- 0/--Mogelijk zeer negatief effect
- -Negatief effect
- --Zeer negatief effect
1 rekening houdend met de wettelijke bepalingen inzake verpakkingen en de gestelde randvoorwaarden van de marketing