Compartimentering van het erf/bedrijfsterrein

Beschrijving

Bij compartimentering van het erf/bedrijfsterrein wordt er een onderscheid gemaakt tussen een ‘vuil’ en ‘schoon’ deel van het erf/bedrijfsterrein. Het doel hierbij is het aanbrengen van een waterscheiding tussen dit ‘vuil’ en ‘schoon’ erf/bedrijfsterrein zodat het verontreinigd hemelwater gescheiden wordt van het niet-verontreinigd hemelwater.

 In de praktijk komt dit neer op het erf/bedrijfsterrein op te delen in een compartiment waarop weinig/geen handelingen plaatsvinden die het erf/bedrijfsterrein kunnen bevuilen (‘schoon’). Mits het toepassen van de preventieve maatregelen zoals onder andere het veegschoon houden van de verhardingen en het direct opruimen van morsresten indien deze toch zouden plaatsvinden, kan het erf/bedrijfsterrein in dit compartiment steeds als veegschoon beschouwd worden. Hierdoor kan het hemelwater dat afstroomt van de verhardingen in dit compartiment als niet-verontreinigde hemelwater beschouwd worden waardoor het rechtstreeks geloosd kan worden als het aan de lozingsvoorwaarden voldoet.

Het andere compartiment (‘vuil’) bestaat uit het intensieve werkgedeelte van het erf/bedrijfsterrein waar de meest bedrijfsmatige activiteiten plaatsvinden zoals onder andere het transport van organisch materiaal. Zolang dit compartiment verontreinigd is met mest en/of ander organisch materiaal dient het afstromend, verontreinigd hemelwater opgevangen te worden in een mestdichte opslagvoorziening. De opslagplaatsen voor het organisch materiaal bevinden zich eveneens in dit ‘vuil’ compartiment. Bij voorkeur wordt hier eveneens een scheiding in het afvoersysteem gemaakt om de perssappen en percolaatwater gescheiden te kunnen opvangen in een mestdichte opslagvoorziening (zie paragraaf 'opvang silosappen en ledigen opslagvoorziening'). Indien mogelijk wordt dit ‘vuil’ compartiment best zo klein mogelijk gehouden om de oppervlakte die vaak gereinigd moet worden zo klein mogelijk te houden.

Technische haalbaarheid

Bestaande bedrijven zijn vaak organisch gegroeid en uitgebreid waardoor deze compartimentering van het erf/bedrijfsterrein vaak technisch niet mogelijk is. In de praktijk betekent dit dat het bestaande erf/bedrijfsterrein moet heringericht worden om deze compartimentering mogelijk te maken. Bovendien moeten hiervoor de afvoerleidingen mogelijks heraangelegd worden om een gescheiden afvoer van verontreinigd en niet-verontreinigd hemelwater mogelijk te kunnen maken. Deze techniek is daardoor moeilijk technisch realiseerbaar en vooral kostelijk voor bestaande bedrijven.

Echter bij aanleg van nieuwe bedrijven of de grondige heraanleg van bestaande bedrijven zou deze maatregel realiseerbaar moeten zijn, op voorwaarde dat de nodige ruimte beschikbaar is, al blijft het risico van vervuiling in alle bedrijfscompartimenten in de praktijk reëel. Door het realiseren van deze compartimentering en waterscheiding zal de fractie van het hemelwater dat moet afgevoerd worden naar een opslagvoorziening of mestkelder aanzienlijk kleiner worden. Hierdoor is de benodigde opslagcapaciteit kleiner dan in de situatie waar geen compartimentering wordt gemaakt. Er zijn nog geen landbouwbedrijven bekend waarbij deze maatregel wordt toegepast, waardoor er nog geen kennis is van de effectiviteit van deze maatregel op dergelijke bedrijven.

Noot:

Afhankelijk van de bedrijfsvoering en -situatie kan het in de praktijk moeilijk zijn om een duidelijke compartimentering tussen ‘vuil’ en ‘schoon’ te behouden. Daardoor wordt tegenwoordig bij covergistingsinstallaties alles als vuil beschouwd en wordt al het run-off water opgevangen en verwerkt. Hierdoor hebben de meeste covergistingsinstallaties vandaag een nullozerstatuut waardoor er vanuit hun productieproces geen afvalwater geloosd wordt. Op deze bedrijven wordt het hemelwater afkomstig van verhardingen en eventueel daken, en alle afstromende erfsappen centraal opgevangen en hergebruikt. Het opgevangen hemelwater en de erfsappen kunnen mee worden verwerkt in de vergister doordat er uit deze stromen nog een hoeveelheid energie kan gerecupereerd worden. Indien (een deel van) het bedrijfsterrein als ‘schone zone’ wordt beschouwd, kan het run-off water hiervan ook mee verwerkt worden in een biologische waterzuiveringsinstallatie, indien aanwezig, of als alternatief ingezet worden als reinigings- of spoelwater.

Meer informatie is o.a. terug te vinden via:

https://www.vmm.be/water/heffingen/bereken-je-heffing/berekening-voor-bedrijven-en-instellingen

Milieu-impact

Door toepassing van deze maatregel wordt vermeden dat nutriënten in het milieu (bodem, grond- en/of oppervlaktewater) terechtkomen door uitloging ter hoogte van het erf/bedrijfsterrein.

Deze maatregel heeft mogelijk een impact op de keten, met name de kleinere hoeveelheid (verdunde) mest die verwerkt of afgezet dient worden volgens de geldende wettelijke bepalingen indien een goede compartimentering en waterscheiding plaatsvindt (afhankelijk van de huidige situatie).

Economische haalbaarheid

Het aanpassen van het bestaande afvoersysteem voor hemelwater brengt grote kosten met zich mee. De meerkost bij de aanleg van een nieuw erf of bedrijfsterrein is eerder beperkt. Bovendien is de benodigde mestdichte opslagcapaciteit kleiner dan in de situatie waar geen scheiding wordt gemaakt, wat een besparing met zich meebrengt. Deze techniek wordt daardoor enkel economisch haalbaar geacht voor nieuwe landbouwbedrijven en covergistingsinstallaties of bedrijven waarbij het erf/bedrijfsterrein wordt heraangelegd.

Referenties

  • Aarts et al., 2011
  • Input leden BC, 2022
  • Verachtert et al., 2015

 

Toon enkel technieken...
Aspecten
...op...
Beste beschikbare techniek
Milieuvriendelijke techniekTechnische aspectenMilieuaspectenBBT
BewezenAlgemeen toepasbaarInterne veiligheidKwaliteitGlobaal - technischWaterverbruikAfvalwaterLuchtBodemGeurAfvalEnergie - elektriciteitsverbruikChemicaliënImpact op de ketenGlobaal - milieuEconomisch
Compartimentering van het erf/bedrijfsterreinvgtg 3
  • Legende

1 Technisch moeilijk haalbaar bij bestaande bedrijven.

2 Economisch moeilijk haalbaar bij bestaande bedrijven.

3 BBT voor nieuw erf/bedrijfsterrein of indien de algehele renovatie van een bestaand erf/bedrijfsterrein dit toelaat en mits een voldoende lange overgangstermijn voorzien wordt, met uitzondering van covergistingsinstallaties met een nullozerstatuut en van covergistingsinstallaties zonder een nullozerstatuut die alle erfsappen opvangen en mee vergisten.