Energieverbruik

Beschrijving

De belangrijke energieverbruikende processen zijn:

  • aandrijving van machines (bv. pompen, ventilatoren, motoren);
  • verwarmingsprocessen (bv. ontdooien, bereiden, koken, bakken, roosteren, frituren, pasteuriseren, steriliseren, evaporeren, drogen, dehydrateren);
  • koelprocessen (gecontroleerd koelen, tempereren, glaceren, invriezen);
  • verlichting (niet-sectorspecifiek);
  • aanmaak warm water en stoom (niet-sectorspecifiek).

Energie kan worden teruggewonnen uit:

  • koelprocessen;
  • verwarmingsprocessen.

Mogelijk alternatieve energiebron:

  • biogas (anaerobe afvalwaterzuivering)

Kwantitatieve informatie

Het koelen en conditioneren van lokalen in de vleesverwerkende industrie vergt naar schatting 30% of meer van elektrisch energieverbruik. Dit is eveneens het geval voor de processtappen cutteren, afvullen en ontpezen van vlees. Verlichting en het verpakken van vleesproducten vergt elk tot 10% van het totale elektriciteitsverbruik. Het snelkoelen, de ventilatie en het gebruik van perslucht vergen ook elk circa 5% van het elektriciteitsverbruik.

De BREF FDM (2006) geeft de volgende inschatting van het energieverbruik per ton eindproduct:

  • ham, bacon: 2 500-4 000 kWu;
  • salami: 2 130 kWu;
  • gefileerde vis: 65-87 kWu;
  • visconserven: 150-190 kWu.

Een voorbeeld ivm brandstofgebruik in een Vlaams bedrijf:

  • propaan (voor grill-lijn in vleesverwerkend bedrijf): gemiddeld 10 000 liter/jaar (2003)

opmerking

Bovenvermelde cijfers zijn voorbeelden en dienen met de nodige omzichtigheid geïnterpreteerd te worden.