Good housekeeping voor het beperken van het energieverbruik

A. Proces geïntegreerd

Beschrijving techniek

  • Beperken van de energieverliezen door isolatie. Dit geldt zowel voor de warme zones en leidingen (stoom en warm water) als voor de koude zones (koelruimten en diepvriezers). Wanneer de buitenschil van gebouwen geïsoleerd wordt, dient ook de nodige aandacht aan de luchtdichtheid van de gebouwen geschonken worden. Referentie BREF 4.2.17.3 en §5.1.4.13.
  • Goede dimensionering van het koelsysteem. Referentie BREF §4.15 en §5.1.4.8.
  • Installaties uitzetten wanneer ze niet gebruikt worden; referentie BREF §4.2.13.6 en §5.1.4.10.
  • Motoren en pompen correct belasten; referentie BREF §4.2.13.7,4.2.13.8 en §5.1.4.10.
  • Plaatsen van frequentieregelaars op pompen en motoren. referentie BREF §4.2.13.3,4.2.13.9 en §5.1.4.10.

Toepasbaarheid

Elk van de maatregelen dient per bedrijf nagegaan te worden. Afhankelijk van het type bedrijf zullen een of meerdere maatregelen in aanmerking komen.

Milieuvoordeel

Deze maatregel leidt tot een verlaging in het energieverbruik.

Financiële aspecten

Deze maatregelen zijn financieel haalbaar voor de AGF bedrijven.

B. Perslucht

Beschrijving techniek

  • Verminder de persluchtdruk tot een minimale waarde, referentie BREF 4.2.16.1 en §5.1.4.121;
  • Schakel de compressor(en) uit wanneer er voor een lange periode geen vraag is naar perslucht, b.v. 's nachts, in het weekend of tijdens vakantieperiodes;
  • Controleer regelmatig op lekken. Controleer ook de perslucht aangedreven werktuigen en machines op persluchtlekken, referentie BREF: 5.1;
  • Sluit niet-gebruikte delen van het verdeelnet af (zonering);
  • Onderhoud en vervang indien nodig vervuilde filters, referentie BREF: 5.1;
  • Gebruik automatisch werkende (aflaat-)ventielen;
  • Betrek de aanzuiglucht uit een droge, koele en stofvrije omgeving;
  • Inspecteer op regelmatige tijdstippen het luchtbehandelingssysteem (drogers, koelers, condensors, warmtewisselaars, veiligheidsventielen, terugslagkleppen…);
  • Behandel de lucht tot een minimale kwaliteit en installeer een passend luchtbehandelingssysteem als een speciale persluchtkwaliteit gewenst wordt;
  • Installeer lokaal een passende compressor, volgens werkdruk en debiet, als de persluchtvraag van het proces sterk afwijkt van de rest van het persluchtsysteem;
  • Gebruik een minimaal aantal compressoren op vollast als meerdere compressoren naast elkaar beschikbaar zijn;
  • Gebruik een ventilator (blower) i.p.v. een compressor voor lagedruktoepassingen; b.v. het beluchten van proceswater om te ontijzeren;
  • Gebruik indien mogelijk elektrisch aangedreven werktuigen; die hebben 90% lagere energiekosten;
  • Ga na of het drukvat en de piping juist gedimensioneerd zijn;
  • Ga na of luchtvoorkoeling of warmterecuperatie toepasbaar zijn in uw bedrijf, referentie BREF §4.2.16.2 en §5.1.4.12;
  • Hou rekening met het werkingsrendement in het totale werkingsgebied bij de keuze van een nieuwe compressor;
  • Maak gebruikers attent op de hoge kosten van perslucht;
  • Ga na of een toerentalgeregelde compressor voor uw bedrijf interessant is;
  • Plaatsen van geluidsdempers op lucht in- en uitlaten, referentie BREF §4.2.16.3 en §5.1.4.12.

Toepasbaarheid

Elk van de maatregelen dient per bedrijf nagegaan te worden. Afhankelijk van het type bedrijf zullen een of meerder maatregelen in aanmerking komen.

Milieuvoordeel

Deze maatregel leidt tot een verlaging in het energieverbruik.

Financiële aspecten

Het optimaliseren en onderhouden van de eenheden waarin perslucht geproduceerd en gebruikt wordt kost tijd. Deze maatregelen leiden tot een verlaging van de energiekost.

C. Verlichting

Alle bedrijfsgebouwen en hallen dienen dagelijks verlicht te worden, een goede verlichting is kostenbesparend.

Beschrijving techniek

  • Gebruik zoveel mogelijk daglicht;
  • Vervang gloeilampen door spaarlampen;
  • Gebruik spiegelreflectoren in de verlichtingsarmaturen;
  • Plaats waar het nuttig is een lichtregeling;
  • Vervang defecte lampen;
  • Plaats doorgang verlichting in gangen en plaatsen waar dit nodig is;
  • Doof de lichten als niemand aanwezig is;
  • Verwijder regelmatig het stof van de armaturen en de lampen, zodat het rendement optimaal blijft.

Toepasbaarheid

Deze maatregelen zijn technisch eenvoudig uitvoerbaar.

Milieuvoordeel

Een optimalisatie van de verlichting leidt tot een vermindering van het energieverbruik.

Financiële aspecten

Deze maatregelen zijn financieel haalbaar voor de AGF bedrijven.

D. Koeling

Beschrijving techniek

  • Gebruik koelvloeistoffen die geen negatieve impact hebben op de ozonlaag (BREF §4.1.9.3 en §5.1.4.7);
  • Vermijd dat gekoelde ruimte op een lagere temperatuur staan dan noodzakelijk (BREF §4.2.15.1 en §5.1.4.7);
  • Verlaag de condensordruk, dit leidt tot een verhoging van de COP waarde van de verwarmingsinstallatie (BREF §4.2.11.2 en §5.1.4.7);
  • Optimaliseer de ontdooicycli van de condensor (BREF § 4.2.15.3 en §5.1.4.7);
  • Reinig de warmtewisselaars en condensors regelmatig (BREF §4.2.11.3 §5.1.4.7);
  • Zorg dat de aanzuiglucht voor de condensatoren zo koud mogelijk is (BREF §4.2.11.3 en §5.1.4.7);
  • Optimaliseer de condensatietemperatuur. Dit kan door voor voldoende condensor batterijen te zorgen, zodat deze ook in warme periodes (zomer) voldoende laag is. Een verlaging van de temperatuur met 1°C leidt tot een verhoging van de COP met 2%. Een verlaging met 5°C kan leiden tot een elektriciteitsreductie van 10% (BREF §4.2.11.3 en §5.1.4.7);
  • Plaats een automatische ontdooier op de verdampers op vrieshuizen. De aanwezigheid van ijs op de verdamper zorgt voor een vermindering van de efficiëntie (BREF §4.2.15.5 en §5.1.4.7);
  • Zet de automatische ontdooifunctie van vriestunnels af in het geval van korte stops in de productie. Tijdens deze stops zal er weinig of geen vocht in de tunnel gebracht worden en is het ontdooien zinloos (§4.2.11.7 en §5.1.4.7);
  • Beperk de transmissie en ventilatieverliezen van koelhuizen en ruimten (BREF §4.2.15.2 en §5.1.4.7):
    • zorg voor luchtdichte wanden, ramen en deuren;
    • voldoende isolatie tussen ruimten op verschillende temperatuur;
    • beperkt de grootte van de deuropeningen (in functie van een veilige doorgang);
    • parkeer geen materiaal in de deur doorgang;
    • koel de ruimte ter hoogte van de deuringang;
    • indien de deur regelmatig opstaat, voorzie dan tochtstrippen;
    • voorzie gepaste in- en uitlaadplatforms voor voertuigen ter hoogte van de koelruimte;
    • beperkt lucht bewegingen ter hoogte van de deuropening;
    • plaats voldoende isolatie;
    • koel ’s nachts als de omgevingstemperatuur het laagst is.

Toepasbaarheid

Deze maatregelen zijn technisch eenvoudig uitvoerbaar.

Milieuvoordeel

Een optimalisatie van de koeling leidt tot een vermindering van het energieverbruik.

Financiële aspecten

Deze maatregelen zijn financieel haalbaar voor de AGF bedrijven.

Toon enkel technieken...
Aspecten
...op...
Beste beschikbare techniek
Milieuvriendelijke techniekTechnische aspectenMilieuaspectenBBT
BewezenAlgemeen toepasbaarInterne veiligheidKwaliteitGlobaal - technischWaterverbruikAfvalwaterStof en geurAfvalEnergie - elektriciteitsverbruikChemicaliënImpact op de ketenGlobaal - milieuEconomisch
Good housekeeping voor het beperken van het energieverbruikJa
  • Legende
  • ++
    Zeer positief effect
  • +
    Positief effect
  • 0/+
    Mogelijk positief effect
  • +/-
    Enerzijds negatief, anderzijds positief effect
  • 0/-
    Mogelijk negatief effect
  • -
    Negatief effect
  • -/--
    Negatief tot zeer negatief effect
  • --
    Zeer negatief effect
  • Geen uitspraak mogelijk op basis van de studie