Een milieuzorgsysteem opstellen en toepassen

Deze techniek is in hoofdstuk 5 geselecteerd als BBT voor alle vlees- en visverwerkende bedrijven.

Beschrijving techniek

Globaal genomen omvat een milieuzorgsysteem o.a. de volgende zaken:

  • overleg met en engagement van het management;
  • een duidelijk milieubeleid voeren en de van toepassing zijnde milieuregelgeving naleven;
  • noodzakelijke procedures voorzien en implementeren:
    • structuren van taken en verantwoordelijkheden;
    • training/coaching voorzien met het oog op bewustzijn en betrokkenheid van de werknemers:
      • door middel van trainingen/opleidingen/coaching (kan intern als extern georganiseerd worden);
      • onderwerpen die tijdens de trainingen aan bod kunnen komen zijn:
      • mogelijke problemen die zich voordoen tijdens de normale procesvoering;
      • mogelijke problemen die zich voordoen in niet-routine situaties;
      • risicoanalyse van processen en werkruimten;
      • monitoring;
      • naleving van de opgelegde standaarden;
      • doel is het streven naar continue verbetering;
    • voorzien in de nodige competentie;
    • een actief communicatiebeleid voeren;
    • documentatie;
    • efficiënte procescontrole uitvoeren;
    • onderhoudsprogramma’s voorzien;
    • actiepunten in het geval van een onvoorziene gebeurtenis in kaart brengen;
    • corrigerende maatregelen in kaart brengen en implementeren (aanpassing/verfijning procedures);
  • op regelmatige basis audits (laten) uitvoeren (zowel intern als extern);
  • milieujaarverslag opstellen;
  • een kwaliteitssysteem (bv. EN ISO 14001 [1]) toepassen, met inbegrip van o.a.
    • definiëren van het milieubeleid van een organisatie;
    • vastleggen van procedures om milieu-aspecten te identificeren, bepalingen uit de wet- en regelgeving te identificeren, en doel- en taakstellingen vast te leggen;
    • implementeren en uitvoeren van de procedures;
    • controleren en opstellen van corrigerende maatregelen;
    • beoordelen van het systeem door de directie.

opmerking

Om de administratieve lasten voor individuele bedrijven te beperken, dienen rapporteringen en acties met betrekking tot kwaliteit, voedselveiligheid en milieu zoveel mogelijk gestructureerd en op elkaar afgestemd te worden. Ook integratie met andere spelers binnen de keten (bv. leveranciers van grondstoffen, externe laboratoria) met betrekking tot bv. productspecificaties, analyseresultaten en kwaliteitscertificaten is een pluspunt.

  • EMAS [2] toepassen:
    • In het kader van EMAS stelt het Joint Research Center (JRC) voor een aantal subsectoren uit de voedingsindustrie (waaronder ook de vleesverwerkende industrie) Sectoral Reference Documents (SRD) op. Deze bevatten een aantal Best Environmental Management Practices (BEMPs). Het gaat om technieken of acties die geïmplementeerd zijn bij (minstens enkele) voorbeeldbedrijven (incl. economisch haalbaar) en verder gaan dan goede huispraktijk of stand der techniek en om richtwaarden (benchmark) die niet bindend zijn maar die bedrijven kunnen helpen in het verbeteren van hun processen en milieuprestaties.
    • bij grondwaterwinning:
      • de bovenzijde van de winningsputten steeds goed afsluiten om verontreiniging van de watervoerende laag te voorkomen;
      • peilput/peilbuis voorzien en regelmatig (bv. maandelijks) peilmetingen uitvoeren;
  • milieueffect inschatten bij het uit bedrijf stellen van een bestaande unit en de ingebruikname van een nieuwe unit;
  • potentieel en impact van nieuwe schone technologieën onderzoeken;
  • een correcte inventaris van in- en uitgaande stromen bijhouden (monitoren en meten); voorbeelden van parameters die via monitoring opgevolgd kunnen worden, zijn:
    • energieverbruik;
    • watergebruik;
    • afvalwaterhoeveelheden;
    • emissies naar water;
    • emissies naar de lucht;
    • hoeveelheden bijproducten/afvalstoffen;
    • chemicaliënverbruik;
    • frequentie en omvang van onvoorzien lozen en morsen;
  • preventieve maatregelen toepassen om onvoorziene lozingen die schadelijk zijn voor het milieu te voorkomen, bv. door lekkage, verspilling, slecht werkende installaties of slecht werkende controlesystemen;
  • detectiesysteem voor opsporen van lekken van bv. ammoniak (koelmiddel) voorzien;
  • mogelijke bronnen van onvoorziene lozingen die schadelijk zijn voor het milieu identificeren;
  • risicobeoordeling uitvoeren, bv.
    • frequentie van onvoorziene lozingen;
    • omvang van onvoorziene lozingen;
    • totale risicobeoordeling;
  • potentiële onvoorziene lozingen identificeren waarvoor bijkomende controles vereist zijn;
  • controlemaatregelen identificeren en toepassen ter voorkoming van onvoorziene lozingen en ter beperking van het schadelijk effect voor het milieu (bv. alarm, noodbuffer, verzegelde noodaansluiting);
  • noodplan opstellen, implementeren en regelmatig uittesten, bv.
    • branddetectie, brandblusapparatuur, brandweg, pictogrammen, jaarlijkse evacuatieoefening voorzien;
    • installaties aarden om elektrostatische elektriciteit te voorkomen igv gevaar voor stofexplosie (bv. meelopslag);
    • zoneringsplan opstellen (ivm stofexplosies);
    • noodaansluiting (verzegeld) op bestaande RWZI voorzien;
  • alle incidenten en onvoorziene gebeurtenissen onderzoeken en rapporteren.

Naast de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen [3], worden vlees- en visverwerkende bedrijven in de praktijk erg gestimuleerd om een proactief milieubeleid te voeren. Een milieuzorgsysteem kan hierbij een hulpmiddel zijn. De drie grote stappen in het milieuzorgsysteem zijn:

  • directie overtuigen,
  • verantwoordelijke(n) aanduiden,
  • personeel informeren.

Vlaamse bedrijven uit de vlees- en visverwerkende industrie werken veelal met EN ISO 50001; dit is de internationale norm voor energiemanagementsystemen (gepubliceerd in 2011). De norm richt zich specifiek op het terugdringen van het (eigen) energieverbruik, op basis van een gedetailleerd inzicht. Daar waar ‘energie’ één van de milieuaspecten is in de EN ISO 14001-norm, is dit in de EN ISO 50001 het centrale onderwerp. In de laatste EN-norm worden hogere eisen gesteld aan monitoring van het energiegebruik, de identificatie van mogelijke verbeteringen en de doelstellingen om deze te realiseren.

Voor kleinere bedrijven zijn de volgende maatregelen uit ISO 50001 relevant (input door FEVIA naar aanleiding van bc3 op 30/09/14; Commissie energiebeleidsovereenkomst: toelichting 03: energiebeheersmaatregelen):

  • opmaken van een energiebeleidsverklaring door het management:
    • onderschrijving van het engagement van het management van de vestiging dat de onderneming werkt aan een optimale(re) energie-efficiëntie;
    • creëert het noodzakelijk draagvlak voor de implementatie van de energiebeheermaatregelen;
  • aanstellen van een energiecoördinator (evt. energieteam):
    • wordt aangesteld door het management;
    • coördineert het te volgen energiebeleid binnen de onderneming;
    • is verantwoordelijk voor de communicatie (in beide richtingen) rond het energiebeleid en de daaruit voortvloeiende activiteiten;
  • sensibiliseren, informatieverstrekking en medewerkersbetrokkenheid:
    • communicatie en opleiding zijn belangrijk om medewerkers te sensibiliseren;
    • interne communicatie dient in twee richtingen te gaan:
      • management/energiecoördiantor: informatie verspreiden (aanpak, doelstellingen, enz.) en maar ook terugkoppeling van resultaten (bv. aantal Euro’s bespaard);
      • werknemers: verzamelen van ideeën, voorstellen en eventuele vragen op het gebied van opleidingen;
    • externe communicatie:
      • ketenefficiëntie verbeteren; samen met leveranciers en klanten zoeken naar energetische verbeteringen (ook op vlak van transport en logistiek);
      • regelmatige en gepaste communicatie naar de omgeving van de onderneming over behaalde resultaten op gebied van bv. energiereducties en te nemen maatregelen mbt geur.

voorbeeld

  • actieve informatieverspreiding tijdens infoavonden.

Een wateraudit in een concreet Vlaams vleesverwerkend bedrijf omvat o.a. de volgende onderdelen:

  • beschrijving bedrijf (incl. toegepaste productiestappen);
  • waterbalans;
  • vereiste waterkwaliteitseisen (ifv productiestap);
  • overzicht maatregelen (deze die zijn geïmplementeerd en deze dit nog te nemen zijn);
  • haalbaarheid van de (nog te nemen) maatregelen;
  • evaluatie van de (toegepaste) maatregelen.

Technische haalbaarheid

De concrete invulling van het milieuzorgsysteem is afhankelijk van de specifieke situatie (bv. omvang en complexiteit van het bedrijf) en dient op bedrijfsniveau bepaald te worden.

Milieu-impact

Door het toepassen van een milieuzorgsysteem kan de milieu-impact algemeen beperkt worden. Er is niet direct een specifieke impact te verwachten bij toepassing van deze maatregel op de keten.

Economische haalbaarheid

Het niveau van detail van een milieuzorgsysteem is erg bedrijfsspecifiek. Zo zal een milieuzorgsysteem van een klein bedrijf minder uitgebreid zijn dan dat van een groot bedrijf. Zo ook zijn de kostprijs en de economische voordelen van een milieuzorgsysteem erg bedrijfsspecifiek en bijgevolg moeilijk te kwantificeren op sectorniveau. Het opstellen en toepassen van een milieuzorgsysteem vergt heel wat inspanningen en tijd.

Referenties

  • Bedrijfsinformatie
  • Derden, A. et al, 2007
  • Derden, A. et al, 2008
  • Dora, M. et al, 2013
  • Input leden bc
  • Joint Research Centre, 2006 (zie paragrafen 5.1; 5.1.1-3; 5.1.2; 5.1.6-7; 5.1.4.1; 5.1.7; 5.2.2; 4.1.1-2; 4.1.5-6; 4.1.6.1-7; 4.1.7.1-2; 4.1.7.5; 4.1.7.10-12; 4.1.8; 4.1.8.1-5; 4.1.9.1; 4.2.1.1; 4.3.5; 4.3.8; 4.3.8.1-2; 4.5.4.8; 4.5.4.8.1-2; 4.6.1-6; 4.7.2.7)
  • Leveranciersinformatie
  • Van den Abeele, L. et al, 2015
  • http://susproc.jrc.ec.europa.eu/activities/emas

[1] Opgesteld door de International Standardization Organisation (ISO) en is van kracht sinds 1996 (vrijwillige standaard).

[2] EMAS staat voor EU Eco-management and audit scheme (1121/2009) en is een tool om milieuprestatie te evalueren, te rapporteren en te verbeteren (op vrijwillige basis).

[3] VLAREM II, afdeling 4.1.4 bevat algemene bepalingen inzake de meet- en registratieverplichting voor een aantal parameters; VLAREM II, afdeling 4.1.9 bevat de bepalingen betreffende interne bedrijfszorg.

Toon enkel technieken...
Aspecten
...op...
Beste beschikbare techniek
Milieuvriendelijke techniekTechnische aspectenMilieuaspectenBBT
BewezenAlgemeen toepasbaarInterne veiligheidKwaliteitGlobaal - technischWaterverbruikAfvalwaterLuchtBodemAfvalEnergie - elektriciteitsverbruikChemicaliënGeluid en trillingenImpact op de ketenGlobaal - milieuEconomisch
Een milieuzorgsysteem opstellen en toepassenJa
  • Legende
  • ++
    Zeer positief effect
  • +
    Positief effect
  • 0/+
    Mogelijk positief effect
  • +/-
    Enerzijds negatief, anderzijds positief effect
  • 0/-
    Mogelijk negatief effect
  • 0/--
    Mogelijk zeer negatief effect
  • -
    Negatief effect
  • --
    Zeer negatief effect