Bijproducten/afvalstoffen

Beschrijving

Processen waarbij bijproducten/afvalstromen in vlees- en visverwerkende bedrijven vrijkomen, zijn:

  • aanvoer/lossen/koelen;
  • snijden/hakken/uitbenen/ontzwoerden/ontpezen/broeien/voorzouten:
    • naar schatting 12% van de bijproducten komen vrij bij deze processtap;
    • in bedrijven die slicen toepassen (bv. worst in sneetjes) komen heel wat snijresten vrij (bv. begin/einde van worst);
  • vormen/vullen/gieten/extruderen;
  • roken/afkoelen;
  • afwerken/afvullen/verpakken/ompakken;
  • reinigen;
  • afvalwaterzuivering.

Sectorspecifieke bijproducten/afvalstoffen die vrijkomen bij de verwerking van vlees en vis zijn:

  • productuitval (voedingsmiddelen ongeschikt voor menselijke consumptie);
  • snijresten, vet, zwoerd (deels intern te hergebruiken);
  • beenderen, botzaagsel (vlees);
  • pezen, ingewanden, huid, graten, koppen en staarten (vis);
  • darmen;
  • bloed (eerder beperkte hoeveelheden);
  • slib van de vetvanger en primair slib;
  • waterzuiveringsslib (secundair slib);
  • roet en teer (rookproces).

Voorbeelden van niet-specifieke afvalstoffen bij vlees- en visverwerking zijn:

  • met organisch materiaal verontreinigd verpakkingsmateriaal;
  • niet-verontreinigd papier en karton;
  • niet-verontreinigd plastic;
  • blik;
  • hout;
  • verbrandingsassen;
  • bouw- en sloopafval.

Daarnaast komen er in de vlees- en visverwerkende industrie mogelijk een aantal al dan niet gevaarlijke afvalstoffen vrij (vaak niet sectorspecifiek):

  • verf, inkt, lijm en hars;
  • oplosmiddelen;
  • TL-buizen, ander kwikhoudend afval;
  • afval van de machinale bewerking van metalen;
  • afgewerkte oliën [1] en remvloeistof;
  • afval van koelmiddelen;
  • PCB [2] of PCT-houdende transformatoren en condensatoren;
  • batterijen en accu’s.

Kwantitatieve informatie

De hoeveelheid organisch biologische afvalstromen (OBA) die ontstaan zijn in 2011 in de voedingsindustrie in Vlaanderen wordt geschat op:

  • ongeveer 2 275 000 ton tijdens het productieproces;
  • ongeveer 128 500 na het productieproces (onverkochte voedingsmiddelen die nog niet aan de distributie werden geleverd).

Het aandeel van de vlees- en visverwerkende industrie (vlees, vis, gevogelte, zeevruchten) hierin bedroeg naar schatting:

  • 279 266 ton (12,3%) productieafval;
  • 13 280 ton (10,3%) onverkochte voedingsmiddelen.

De gemiddelde hoeveelheid dierlijk afval van de voedingsnijverheid in Vlaanderen, op basis van het IMJV (een gemiddelde van de jaren 2005 tot en met 2009) wordt geschat op 491.885 ton/jaar (Sarlee, W. et al, 2012).

De BREF FDM (2006) geeft een inschatting van de hoeveelheid vaste afvalstoffen (dierlijke bijproducten) die vrijkomen bij het uitsnijden/uitbenen/ontbenen van vlees, uitgedrukt in % van het karkasgewicht:

  • runderen: vet en beenderen: 12%
  • varkens:
    • beenderen: 5-9,5%
    • vet: 3-6%
  • pluimvee:
    • beenderen: 1-2%
    • vet: 6%
    • huid: 1-2%

Voor wat betreft een aantal vleesproducten geeft de BREF FDM (2006) de volgende inschattingen van afvalhoeveelheden:

  • ham, bacon, rauwe ham: 35-50 kg/ton eindproduct
  • vleesconserven: 20-30 kg/ton eindproduct

Voor wat betreft de visverwerkende industrie geeft de BREF FDM (2006) de volgende inschattingen van afvalhoeveelheden, uitgedrukt in gewichts%:

  • gefileerde verwerkte vis: 50-75%
  • visconserven: 30-65%
  • schaaldieren: 50-60%
  • weekdieren: 20-50%

Enkele voorbeelden uit Vlaamse bedrijven (hoeveelheden afgevoerd materiaal, uitgedrukt in gewichts%):

  • KMO (visverwerking):
    • cat 3 mat: 15%
    • (gemiddelde) verpakkingen (isomo en folies): 1,5%
  • KMO (visverwerking):
    • cat 3 mat: tot 55%, gewichtspercentage is afhankelijk van de vissoort die gefileerd wordt.
  • KMO (enkel fileren vis): afhankelijk van de vissoort is het aandeel ‘dierlijke bij-producten (graten/kop/staart/ingewanden): 40 tot >60%

opmerking

Bovenvermelde cijfers zijn voorbeelden en dienen met de nodige omzichtigheid geïnterpreteerd te worden.

 


[1] VLAREMA art. 1.2.1 geeft volgende definitie voor afgewerkte olie: alle soorten minerale of synthetische smeerolie of industriële olie die ongeschikt is geworden voor het gebruik waarvoor ze oorspronkelijk bestemd was, zoals gebruikte olie van verbrandingsmotoren en versnellingsbakken,alsook smeerolie, olie voor turbines en hydraulische oliën.

[2] Er zijn verplichtingen opgelegd door VLAREMA (onderafdeling 5.2.8) met betrekking tot PCB’s en PCB-houdende apparaten; PCB-transformatoren mogen sinds 1986 in België niet meer op de markt worden gebracht (http://www.ovam.be/hebt-u-nog-pcbs-uw-bedrijf, laatst geraadpleegd op 05/09/2014).