Organische chloorverbindingen (chloro-isocyanuraat)

Chloro-isocyanuraat wordt in tabletvorm aan het zwembadwater toegevoegd. Eenmaal in contact met water, wordt hypochloriet en cyanuurzuur gevormd. Hypochloriet heeft een desinfecterende werking (PWTAG, 2009).

chloro-isocyanuraat in water  hypochloriet + cyanuurzuur

Chloro-isocyanuraat wordt meestal in kleinere private zwembaden gebruikt. Toch blijkt dat sommige zwembaduitbaters het ook in publieke zwembaden gebruiken als bijkomend desinfectiemiddel. Dit laatste wordt echter afgeraden, omdat het cyanuurzuur in het water aanwezig blijft en de volledige hypochlorietbalans kan verstoren. Bovendien verbiedt VLAREM het gebruik van chloorstabilisatoren [1] (waaronder deze stof valt).

Voordelen

  • Cyanuurzuur gaat fotolyse van hypochlorigzuur door zonlicht tegen, waardoor het gebruikt wordt in buitenzwembaden.

Nadelen

  • Het vrije chloor (hypochloriet) reageert met het aanwezig organische materiaal of bacteriën. Cyanuurzuur blijft in het bad aanwezig. Hoe hoger de concentratie cyanuurzuur, hoe meer de reactie richting chloro-isocyanuraat gaat en hoe moeilijker hypochloriet wordt vrijgesteld, waardoor de desinfecterende werking in het gedrang komt. Het is dus van belang dat het water voldoende verdund wordt (wat negatief is voor het waterverbruik). In Nederland wordt daarom een norm van 50 mg/l cyanuurzuur opgelegd vanaf het ogenblik er chloro-isocyanuraat gebruikt wordt;
  • doordat chloro-isocyanuraat een vast product is, is het moeilijker doseerbaar. Bij grotere of zwaarder beladen baden is het aanwezen om een automatische voeder te plaatsen;
  • de desinfectiebijproducten zijn gelijkaardig aan deze onder Chloor.

Milieu-impact

 


[1] VLAREM artikel 5.32.9.2§5.