Naverbranding van bitumendampen via de primaire droogtrommel

Beschrijving

De afgassen van de paralleltrommel en de opslag van het opgewarmde asfaltgranulaat kunnen, in plaats van rechtstreeks naar de ontstoffingsinstallatie, naar de branderzijde van de primaire droogtrommel worden gebracht. Hierdoor krijgen deze afgassen een soort van “naverbranding” en wordt het CO-, PAK- en benzeengehalte geoxideerd en gereduceerd. Procesmatig blijkt deze methode echter zeer complex. Door de hoge concentratie aan stof in de droogtrommel kunnen de dampen van de paralleltrommel rond deze stofdeeltjes (die werken als een soort kiem voor het condensatieproces) condenseren en zo de verontreinigingen met zich meetrekken. Hierdoor verdwijnen PAK’s uit de gasfase en komen terecht in het steenslag en zand en worden ze verwerkt in het asfaltmengsel.

Om het verbrandingsproces in de primaire trommel onder controle te kunnen houden, dient de hoeveelheid aan asfaltgranulaat beperkt te worden gehouden, omdat bij hoge toevoegingen veel rookgassen van de recuperatietrommel naar de primaire brander gestuurd worden, en er slechte verbrandingscondities ontstaan. Deze slechte/instabiele verbrandingscondities uiten zich vaak in problemen van CO en NOX, die kunnen ontstaan bij snelle veranderingen tussen de verhouding verbrandingslucht (met name zuurstof) en brandstof. Tenslotte gebeurt de aansturing van de brander van de primaire droogtrommel en de brander van de recuperatietrommel niet synchroon, en kunnen hierdoor conflicten optreden in het besturingssysteem.

Toepasbaarheid

Deze maatregel moet met de nodige omzichtigheid gebeuren omdat de “naverbranding” in de praktijk niet steeds werkt omdat de temperatuur te laag is, de afgassen niet langs de vlam komen of omdat de bijkomende luchttoevoer te groot is. Wanneer gewerkt wordt met toevoeging van 30% asfaltgranulaat in het nieuwe mengsel, heeft men weinig last van de afgassen van de paralleltrommel. Indien echter met veel grotere recyclagepercentages gewerkt wordt, is het mogelijk dat de naverbranding in het gedrang komt. Bovendien is de sturing van de aanzuigventilator niet te combineren met de sturing van de ventilator die de brander moet voorzien van lucht, omdat door het discontinue proces het moment van de afzuiging niet samenvalt met het moment van werking van de droogtrommel.

Door de verstoring van het verbrandingsproces is naverbranding niet altijd gewenst. Leveranciers zijn niet duidelijk over de effectiviteit van de maatregel waardoor sommige asfaltcentrales weigerachtig tegenover deze maatregel staan.

In Nederland is het verplicht de afgassen van de paralleltrommel aan te bieden aan de branderzijde van de primaire droogtrommel, met het oog op naverbranding of een andere vorm van naverbranding te voorzien (Infomil, 2012).

Bij ongeveer de helft van de Vlaamse centrales wordt deze maatregel toegepast.

Milieuaspecten

Bij een goed werkend naverbrandingssysteem worden CO-, PAK- en benzeengehalte verminderd. Als de verbranding echter slechter wordt door een slechte procesbeheersing, zal er een hogere uitstoot van CO-, VOS-, PAK’s- en NOX-emissies ontstaan. Procesbeheersing is dus zeer belangrijk.

Financiële aspecten

Investering in een retoursysteem van de paralleltrommel naar de witte trommel is nodig. Anderzijds kan het nodig zijn om de stoffilter uit te breiden.

Bronnen

(Leyssens, Verstappen, & Huybrechts, 2013)

(Bova Enviro+, 2021)

 

Toon enkel technieken...
Aspecten
...op...
Beste beschikbare techniek
Milieuvriendelijke techniekTechnische aspectenMilieuaspectenBBT
BewezenAlgemeen toepasbaarInterne veiligheidKwaliteitGlobaal - technischMateriaalAfvalwaterLuchtBodemGeurAfvalEnergie - elektriciteitsverbruikGeluidImpact op de ketenGlobaal - milieuEconomisch
Naverbranding van bitumendampen via de primaire droogtrommelNee
  • Legende

1 Door extra lucht toe te voegen aan de brander kan het verbrandingsproces verstoord worden. Dit kan leiden tot een verhoging van emissies in plaats van een beperking ervan.