Actief koolfilter

Bij een actieve koolfilter dient een onderscheid gemaakt te worden tussen twee zuiveringsmechanismen:

  • adsorptie van organische verbindingen aan de actieve kool;
  • bacteriologische werking, waarbij ureum wordt verwijderd.

Adsorptie

Organische verbindingen adsorberen aan actieve kool en worden daardoor uit het water verwijderd. Afhankelijk van de grootte van de actief koolfilter en het waterdebiet dat er overheen gestuurd wordt, dient het filtermateriaal sneller vervangen te worden. Uit metingen blijkt dat het verwijderingsrendement voor vrij en gebonden chloor na 10 dagen reeds gehalveerd is (Barbot en Moulin, 2008). Doch de meeste zwembaden blijken pas na één of meerdere jaren hun actief kool te vervangen [1].

Bacteriologische werking

Doordat het vrij en gebonden chloor verwijderd wordt in een actief koolfiter, is de bacteriologische activiteit veel groter dan in andere filtertypes. Bepaalde van deze bacteriën produceren urease. Dit enzym zal ureum afbreken, wat een gunstige invloed heeft het gehalte aan trichlooramines (Senten en Calders, 2007). Deze filter wordt voornamelijk geplaatst bij baden die zwaar belast zijn. Het nadeel is dat chloor ook verwijderd wordt, waardoor het verbruik van desinfectiemiddel stijgt en de actief kool niet gedesinfecteerd wordt. Het gevolg hiervan is dat er zich ziektekiemen kunnen ontwikkelen in de filter (Jeppesen et al., 2000).

Ook dit type filter moet regelmatig (min. 2 maal per week) teruggespoeld worden. Een actief koolfilter kan op de volledige of op een deelstroom (10 tot 20%) geplaatst worden. Dit laatste komt het meest voor.

 


[1] Persoonlijke communicatie R. Calders (PIH) en L. Feyen (Labo Derva).