Conserveren

Beschrijving

Doel:

  • houdbaarheid van de eindproducten verlengen.

Aandachtspunten:

  • voorbeelden van toegepaste handelingen zijn:
    • ontvormen;
    • thermisch behandelen:
      • blancheren:
        • onderdompelen in kokend water;
      • koken:
        • in water:
          • verpakking: met/zonder kookverpakking;
          • temperatuur: 72°C-80°C;
          • duur: 5-8 uren;
          • in kookketels, kookdouches of kooktunnels;
          • lozing water: discontinue/recuperatie;
        • via douchesysteem;
        • door middel van stoom:
          • in kookkasten;
          • in stoomoven;
        • in hete luchtovens;
      • bakken;
      • braden;
      • roosteren;
      • frituren;
      • pasteuriseren/steriliseren/autoclaveren (+afkoelen); in batches of continue procesvoering:
        • pasteuriseren (kerntemperatuur 71°C):
          • voorbeeld: halfconserven;
          • verpakkingsmateriaal: blik, glas of plastic;
          • producten: vlees en vis (met een hoge zuurtegraad);
          • behandelingstechniek: verhitten bij 65-90°C gedurende 20-30 min in een pasteuriseermachine zonder de eigenschappen (bv. smaak en uitzicht) van de producten te wijzigen; vervolgens wordt de verpakking stapsgewijs afgekoeld met koelwater via het tegenstroomprincipe;
          • bewaring: <4°C;
          • houdbaarheid: 1 jaar tot onbeperkt;
        • steriliseren (kerntemperatuur 121°C):
          • voorbeeld: volconserven;
          • verpakkingsmateriaal: blik, glas;
          • producten: vlees en vis (bv. zalm, sardines en tonijn);
          • behandelingstechniek: verhitten bij 110-150°C gedurende 20 min (droge producten die vochtig mogen worden)/bij 240°C gedurende 2-3 uren (droge producten die niet vochtig mogen worden) in een sterilisator (afgesloten van de buitenlucht en onder druk) waardoor de smaak van het product sterk kan veranderen; vervolgens wordt de verpakking stapsgewijs afgekoeld met koelwater via het tegenstroomprincipe;
          • bewaring: koel en droog;
          • houdbaarheid: 1 jaar tot onbeperkt;
        • autoclaveren:
          • verhitten onder verhoogde druk;
      • microgolfbehandeling (bv. pastei):
        • wisselend compresseren en decompresseren;
        • koelen met vloeibare stikstof (cryogene koeling) (voorkomen van barsten);
    • chemisch behandelen mbv toegelaten stoffen (www.health.belgium.be):
      • conserveringsmiddelen: sorbinezuur; benzoëzuur, nitraat, nitriet, sulfieten, zwavelig zuur, natamycine (darmen);
      • antioxidantia: difenyl, tocoferol (vitamine E) in plantaardige oliën, ascorbinezuur (vitamine E);
      • voedingszuren: azijnzuur, melkzuur, citroenzuur, wijnsteenzuur, glucono-delta-lacton;
      • emulgeer- en verdikkingsmiddelen: fosfaten;
      • geur- en smaakstoffen: glutaminaat, guanylzuur, inosinaat, rookaroma;
    • bestralen:
      • gamma-stralen;
      • ioniserende straling (gamma straling, e-beam of röntgenstralen);
      • electronenbundels;
      • radiofrequente straling (elektromagnetische straling tussen 30 kHz en 300 MHz);
      • microgolftechnieken (elektromagnetische straling tussen 300 MHz en 300 GHz);
      • gepulseerde lichtstralen (High Intensity Light, HIL);
      • infrarood (IR);
      • ultraviolet (UV)-straling;
      • ohmic heating (Joule heating);
    • fermenteren:
      • inwerking melkzuurbacteriën tot een gewenste zuurtegraad;
    • roken (rook met daarin ook fenolen, harsen, zuren) (+ afkoelen):
      • doel: de verschillende componenten in rook zorgen voor:
        • microbiologische remming;
        • antioxidant;
        • aroma vorming;
        • kleurvorming;
        • huidvorming.
      • rookproces:
        • vanaf 250°C: start rookvorming;
        • rookvorming: vanaf 300°C;
        • vanaf ongeveer 400°C: teerproducten worden gekraakt;
        • boven 500°C: rook verbrandt; hoe meer hout verbruikt wordt bij dezelfde rookopbrengst, hoe meer ongewenste verbindingen zoals PAK’s (Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen) vrijkomen;
        • voorkomen van ongewenste emissies (bv. PAKs): luchttoevoer beperken;
        • vanuit veiligheidsoogpunt: voldoende zuurstof toevoegen; bij een te laat zuurstofgehalte kan een zeer explosief mengsel ontstaan;
      • hulpstoffen: zagemeel, houtkrullen;
      • continu proces (hammen, worsten) / batch proces (spek, worsten);
      • heet/koud roken (in een rookhuis, rookkast of gesloten rooksysteem):
        • directe verbranding (mbv houtblokken, houtkrullen of zaagsel):
          • verbrandingsrook (gloeirook);
          • wrijvingsrook;
          • condensrook;
          • elektrostatische rook.
        • indirecte verbranding (d.m.v. houtblokken, houtkrullen of zaagsel in contact te brengen met hete metalen roosters of platen, waardoor deze gaan smeulen en rook afgeven of door middel van wrijving):
          • vernevelingsinstallaties;
          • verdampingsinstallaties;
          • sproeiinstallaties;
          • dompelinstallaties.
      • vloeibaar of chemisch roken:
        • vernevelen met of onderdompelen in opgeslagen rook;
        • rookgenerator:
          • vloeibare rook verkregen door de verbranding van hardhoutsoorten;
          • tijdens de verbranding wordt de rook opgevangen in water, gezuiverd en gefilterd;
          • geen rookuitstoot;
          • geen teer en verbrandingsassen (opgevangen via een waterslot);
          • rookproductie en temperatuur (+/- 400°C) beter regelbaar;
          • minder houtverbruik (tot 10% reductie);
        • frictie rookgenerator:
          • hermetisch gesloten systeem;
          • rook gevormd door wrijving met relatief lage temperatuur (350°C);
          • geen teeraanslag (minder agressieve reinigingsproducten nodig);
        • (toegelaten) rookaroma’s (www.health.belgium.be);
        • rookgasreiniging:
          • naverbrander (bij een temperatuur van 600°C, reductie 60% ->99%) en recirculatie naar de rookkamer;
          • gaswasser (reductie 50-80%);
          • condensor (nat roken);
          • verhogen emissiepunt.
    • drogen
      • producten: gepekelde en/of gerookte vleeswaren, droge worst, salami, stokvis, klipvis, gedroogde schar;
      • behandelingstechniek:
        • via warme lucht van 40-50°C (gepekelde of gerookte vleeswaren);
        • vochtgehalte terugbrengen naar ongeveer 12% zodat m.o. zich niet verder kunnen ontwikkelen;
        • tunnel- of kamerdroger; wervelbeddroger, sproeidroger, filmdroger, vacuümdroger:
          • bewaring: max. 7°C, koel, droog, donker;
          • houdbaarheid: half jaar tot een 1 jaar; nagenoeg onbeperkt i.g.v. koeling;
        • QDS (Quick Dry Slice Drying):
          • combinatie van luchtdroging en vacuumdroging;
        • superheated steam drying:
          • gesloten droogsysteem met oververhitte stoom;
    • evaporeren, vriesdrogen, dehydrateren:
      • behandelingstechniek:
        • water aan product onttrekken bij een zeer lage temperatuur (bevriezen);
        • in een luchtdicht afgesloten ruimte;
      • houdbaarheid: gedurende langere tijd;
    • hogedrukbehandeling.

opmerking

Op de website van food factury of the future (http://www.f-3.be/content/factsheets-world-class-productiontechnologies [1]) zijn techniekbladen terug te vinden met daarin een beknopt overzicht van de innovatieve technologieën met betrekking tot kwaliteit en houdbaarheid in de voedingsindustrie. O.a. de volgende technieken komen aan bod:

  • hoge druk pasteuriseren, met name Hoge hydrostatische druk (HHD) / High hydrostatic pressure (HHP) / High Pressure Processing (HPP)/ Ultra High Pressure Processing (UHP) / Pascalisatie / Pressure Assisted Thermal Sterilisation (PATS);
  • Pulsed Electric Field (PEF);
  • microgolven;
  • radiogolven;
  • ohmic heating;
  • irradiatie;
  • gepulseerd licht;
  • ultraviolet (UV);
  • infrarood (IR);
  • koud plasma.

Milieuaspecten

In:

  • energie (roken, bakken, koken, drogen, koelen);
  • hulpstoffen (bv. hout voor roken);
  • oliën/vetten;
  • water (bv. koken, roken);
  • conserveringsmiddelen;
  • antioxidantia (bv. chemisch behandelen).

Uit:

  • afval:
    • dierlijke bijproducten;
    • gebruikte oliën/vetten (frituren);
    • filtermateriaal;
    • as en sintels (roken);
  • afvalwater (kookvocht, condensaat, spui van de gaswasser);
  • geur (bv. roken);
  • stof (bv. roken);
  • geluid;
  • restwarmte;
  • emissies naar de lucht (roken) [2]:
    • stikstofgas;
    • koolstofdioxide;
    • koolstofmonoxide;
    • stikstofoxiden;
    • zwaveldioxide;
    • roet en teer;
    • PAK;
    • formaldehyde;
    • vliegas (en andere verbrandingsresten);
  • emissies van ozon (bij bestralen).


[1] Laatst geraadpleegd op 23/04/2015

[2] Geen kwantitatieve informatie beschikbaar op niveau van de processen voor de verwerking van vlees en vis.