Glaceren/invriezen/diepvriezen
Beschrijving
Doel:
- product conserveren door remming van stofwisseling en voortplantingssnelheid van micro organismen.
Aandachtspunten:
-
voorbeelden van toegepaste handelingen zijn:
-
glaceren:
-
aanbrengen van een ijslaagje rond het product met als doel het voorkomen van uitdroging bij
langdurige opslag. Het product wordt besproeid met of ondergedompeld in water en vervolgensingevroren; deze handeling wordt zonodig een aantal keren herhaald;
-
aanbrengen van een ijslaagje rond het product met als doel het voorkomen van uitdroging bij
-
invriezen:
- laten circuleren van koude lucht (-18°C tot -40°C) over het product;
- typische vriespunten voor vlees en vis zijn: -0,6 tot -2,0°C;
-
diepvriezen:
- producten snel invriezen door dit in contact te brengen met bv. vloeibaar stikstof of koolstofdioxide (celwanden minder beschadigd) (= cryogeen vriezen);
-
glaceren:
-
voorbeelden van toegepaste vriestechnieken voor voedingsmiddelen zijn:
- shock freezer;
- band;
- wervelbed;
- gekoeld oppervlak;
- onderdompeling;
- cryogene vriezers;
- tegenstroomvriezers.
Milieuaspecten
In:
- energie;
- water;
- chemicaliën (koelmiddelen).
Uit:
- afvalwater (weinig vervuild, dooiwater, condensaat);
- emissies naar de lucht (koudemiddelen);
- restwarmte en restkoude.