Voorbereiden
Beschrijving
Doel:
- aangekochte producten voorbereiden in functie van de verdere verwerking en de gewenste producten, bijvoorbeeld verwijderen van onzuiverheden (bv. bloedresten) en niet eetbare delen (bv. hoofd, staart, huid en visgraten).
Aandachtspunten:
- handelingen gebeuren handmatig of machinaal;
-
voorbeelden van toegepaste handelingen:
-
gecontroleerd ontdooien / tempereren:
- onderdompelen in warm water (continue wateraanvoer);
- besproeien met warm water (continue wateraanvoer);
- overblazen met warme lucht;
- passief ontdooien: geen warme lucht of water toevoer;
- ontdooien met microgolven;
- sorteren, onderzoeken, uitsnijden;
-
spoelen, kaken [1], strippen, wassen [2]:
- spoelbakken, waarvan het water regelmatig ververst wordt;
- spoeltunnels met roterende hogedruksproeiers;
- fileren, spoelen;
- ontschelpen;
-
uitbenen/ontbenen [3]:
- manueel, met behulp van messen (bv. hespen en buiken);
- machinaal, met behulp van hogedruk (bv. ontbenen van gefileerde kippen bij de productie van vleessnacks);
-
ontzwoerden/ontpezen:
- manueel, met behulp van messen (bv. hespen en buiken);
-
broeien (=verwarmen in water) (bv. spek als grondstof voor pastei):
- in waterbakken, al dan niet met continue watertoevoer;
- opwarming water: via een open of gesloten stoomnet;
- verversing/lozing water: dagelijks;
- voorzouten: zie paragraaf pekelen (bv. pastei en worst);
-
gecontroleerd ontdooien / tempereren:
- mogelijk worden conserveringsmiddelen (bv. azijnzuur, zout of pekel) toegevoegd (bv. garnalen).
Milieuaspecten
In:
- conserveringsmiddelen (bv. azijnzuur, zout of pekel) (garnalen);
- energie (arbeid, broeien, koelen, ontdooien, opwarmen reinigingswater);
- water (ontdooien, reinigen);
- pekel (voorzouten).
Uit:
-
afval:
- grondstoffen voor overige vleesverwerkende processen (bv. collageen uit de zwoerden, dat na emulgeren als emulsie van vet gebruikt worden bij de productie van worst, salami en pastei);
- verpakking;
- restanten conserveringsmiddelen;
- dierlijke bijproducten (bv. ingewanden, huid, graten, koppen en staarten van vis, slijmresten, skelet/
- botten, schelpen);
- afvalwater (dooiwater);
- geur (igv ontdooien met warme lucht);
- restwarmte [4], restkoude.