Voorzien en gebruik maken van onderhoudsprocedures

Beschrijving

Onderhoudsprocedures zijn vastgelegde afspraken tussen de exploitant en/of overheid en/of keuringsinstelling en/of andere stakeholders omtrent het preventief onderhouden van de installatie. Deze maatregel heef tot doel om incidenten door bv. slijtage van installatieonderdelen te voorkomen. ISO 16924 wijdt aan deze maatregel aandacht onder de titel “testing & commissioning”.

Toegepast op een losslang, formuleert PGS (2017) het verplichte onderhoud door onderdeelvervanging van een losslang als volgt:

“De losslang wordt ten minste één maal per drie jaar vernieuwd, tenzij uit de periodieke visuele inspectie blijkt dat vernieuwing eerder noodzakelijk is. Deze vernieuwing kan achterwege blijven indien de losslang na deze drie jaar op deugdelijkheid wordt gecontroleerd en hydraulisch wordt beproefd overeenkomstig NEN-EN 12434, NEN-EN 13766, NEN-EN 1474 deel 2 Indien bij deze beproeving gebreken optreden wordt alsnog voor vernieuwing van de slang gezorgd. Deze beproeving wordt vervolgens jaarlijks herhaald. De beproeving kan door of namens de exploitant van de LNG-tankwagen of de beheerder van de LNG-installatie worden uitgevoerd. Van deze beproeving moet een schriftelijke, gedagtekende, verklaring zijn opgemaakt. Deze verklaring moet desgevraagd door de chauffeur van de lossende LNG-tankwagen kunnen worden getoond. Daarnaast kan de fabrikant van deze slangen eisen stellen t.a.v. levensduur, inspectie en onderhoud. De aanwijzingen van de fabrikant worden gevolgd. Conform de huidige praktijk en het ADR wordt de losslang periodiek visueel gecontroleerd. Om deze reden zijn geen voorschriften betreffende de visuele inspecties opgenomen. Op basis van deze visuele inspecties (UV-aantasting, haarscheurtjes) wordt de slang in de regel preventief vervangen binnen de eerste zes jaar. Na het derde jaar is dit vaker het geval dan in de eerste drie jaren.”

“Voordat de LNG-installatie in gebruik wordt genomen, zijn de LNG-opslagtank, de appendages en het leidingwerk inwendig schoon. In het bijzonder zijn laskorrels, vet, olie en ander organisch materiaal zorgvuldig verwijderd. Na het reinigen wordt de installatie zo nodig gedroogd.”

Het is aangewezen om elke twaalf maanden de verdeelslangen te onderwerpen aan een druktest door een milieudeskundige erkend in de discipline houders voor gassen of gevaarlijke stoffen. De verdeelslangen worden daarvoor van de verdeelzuil verwijderd en mogen alleen opnieuw in dienst genomen worden als bij de voormelde druktest geen gebreken optreden.

De exploitant vraagt de leverancier van LNG om de losslang ten minste één maal per drie jaar te vernieuwen, tenzij uit de periodieke visuele inspectie blijkt dat vernieuwing eerder noodzakelijk is. Deze vernieuwing kan achterwege blijven indien de losslang na deze drie jaar op deugdelijkheid wordt gecontroleerd en hydraulisch wordt beproefd. Indien bij deze beproeving gebreken optreden wordt alsnog voor vernieuwing van de slang gezorgd. Deze beproeving wordt vervolgens jaarlijks herhaald. Van deze beproeving wordt een schriftelijke, gedagtekende, verklaring opgemaakt. Deze verklaring moet desgevallend door de chauffeur van de lossende LNG-tankwagen kunnen worden getoond. Daarnaast kan de fabrikant van deze slangen eisen stellen t.a.v. levensduur, inspectie en onderhoud. De aanwijzingen van de fabrikant worden gevolgd. Merk wel op dat slangen op de tankwagens mogelijk intensiever gebruikt worden dan vaste slangen op een station. Dit kan een andere frequentie van vervanging verantwoorden.

Keuring en onderhoud vindt plaats volgens een vastgesteld schema, waarvoor in deze studie in hoofdstuk 6 een voorstel werd geformuleerd.

Bij het uitvoeren van onderhoud of werkzaamheden aan een LNG-installatie wordt de installatie in een veilige (noodstop)toestand opgeleverd door de beheerder aan degene die er gaat werken (contractor). Dit houdt in dat installatieonderdelen waaraan wordt gewerkt vloeistof- en gasvrij zijn gemaakt voordat de werkzaamheden beginnen. (zie ook voorzien van mogelijkheid om LNG uit opslagtank te kunnen ledigen (nood/onderhoud)) (PGS 33, 2017) Dit gaat best gepaard via een systeem van werkvergunningen (Danny De Baere, persoonlijke communicatie, 17 september 2017).

PGS 33-1 bevat een controlelijst als bijlage (F) die als voorbeeld van veiligheidschecklist voor de start van de werkzaamheden kan worden gebruikt. Dit invullen is cfr. PGS in ieder geval van belang bij het uitvoeren van werkzaamheden zoals ingassen en gasvrij maken, verwisselen van een dompelpomp en verwisselen van veerveiligheden. “Echter ook bij andere werkzaamheden (aan bijvoorbeeld de afleverinstallatie) is het mogelijk dat er LNG vrijkomt en deze controlelijst moet worden toegepast. De controlelijst heeft als doel het waarborgen van een veilige situatie tijdens het uitvoeren van werkzaamheden waarbij LNG kan vrijkomen. Deze controlelijst bevat geen technische informatie over de uitgevoerde werkzaamheden. Om die reden is het niet noodzakelijk de controlelijsten in het logboek van de installatie te bewaren. Wel moet informatie over de uitgevoerde werkzaamheden in het logboek worden opgenomen.” (zie ook Risicobeheersing m.b.v. een managementsysteem).

“De verschillende installatieonderdelen worden in/uit bedrijf genomen volgens de instructies van de leverancier/fabrikant van de LNG-installatie uit de gebruikshandleiding” (PGS 33, 2017). Het plaatsen, verplaatsen of verwijderen van een LNG-opslagtank vindt alleszins uitsluitend plaats wanneer deze geen vloeistof en gas meer bevat.

Om een LNG-afleverinstallatie gasvrij te maken, worden de nodige procedures nageleefd. Deze procedures beschrijven tenminste de volgende aspecten (PGS 33-1, 2017):

• het drukloos maken van het systeem;
• het vloeistofvrij maken van het systeem;
• het gasvrij maken van het systeem (inertiseren);
• het opwarmen/afkoelen van het systeem conform de materiaalspecificaties van de installatie;
• het drogen van het systeem.

Toepasbaarheid

Het voorzien & naleven van onderhoudsprocedures is algemeen toepasbaar.

Voordeel voor milieu/veiligheidsniveau

Een voldoende frequent en goed uitgevoerd onderhoud, waarbij bv. veiligheidsventielen vervangen worden, heeft een veiligheidsborgend effect.

Financiële aspecten

De kost voor verplicht extern onderhoud is niet onzichtbaar in verhouding tot de total cost of ownership (TCO) van de exploitatie. De maatregel is echter onontbeerlijk, zowel om operationeel maximaal te kunnen blijven functioneren, als om incidenten met een slijtage-oorzaak te kunnen voorkomen.