Voorzien en gebruiken van persoonlijke beschermingsmiddelen bij handelingen met LNG-voerende installatie(onderdelen)

Beschrijving

Bij de aflevering van LNG wordt gebruik gemaakt van adequate persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s), waaronder ten minste een veiligheidsbril en handschoenen, die geschikt zijn voor omgang met cryogene stoffen. Daarnaast moet de gebruiker lichaamsbedekkende en beschermende kledij dragen.

Een verdeelslang is na gebruik ver onder het vriespunt. Onbeschermd contact met de slang kan leiden tot verwondingen en voor dergelijke gevaren door blootstelling aan koude onderdelen (die tot ernstige vrieswonden of ‘frost bite’ kunnen leiden), zijn de voormelde PBM’s aangewezen om gebruikt te worden.

De Codex Welzijn op het werk (boek XI, titel 2)  bepaalt de regelgeving omtrent het gebruik van PBM’s. Arbeidsveiligheid is een federale bevoegdheid.

De benodigde PBM's worden voorzien door de werkgever van de persoon die de handeling uitvoert, dus niet altijd door de exploitant van de installatie. De exploitant voert echter toezicht (zie ook Voorzien van maatregelen voor toezicht en toegang(controle)) uit op het correct naleven van de voorschriften inzake dragen van de PBM’s.

Toepasbaarheid

Deze maatregel is algemeen toepasbaar voor elke persoon die een handeling uitvoert met een LNG-houdende installatie, dus bv. ook de klanten die komen tanken (chauffeurs van vrachtwagens.

Voordeel voor milieu/veiligheidsniveau

Het veiligheidsvoordeel van deze maatregel spreekt voor zich. De impact op arbeidsveiligheid is weliswaar heel wat groter dan die op externe veiligheid.

Financiële aspecten

De kost van PBM’s is nihil in vergelijking met de baten voor de arbeidsveiligheid.