Respecteren van externe scheidingsafstanden
Beschrijving
Externe scheidingsafstanden kunnen quasi hetzelfde gedefinieerd worden, maar verschillen met interne scheidingsafstanden op het punt ‘potentiële ontvanger van het gevaar’. Bij externe scheidingsafstanden bevindt deze potentiële ontvanger zich buiten de grenzen van de inrichting.
In het kader van deze BBT-studie werd door M-Tech een berekening van interne en externe scheidingsafstanden voor verschillende samenbouwconfiguraties gemaakt. Deze studie en de resulterende zelfberekeningstools zijn volledig te raadplegen via www.emis.vito.be.
Een selectie uit de door M-Tech berekende externe afstandsregels voor enkele voorkomende samenbouwconfiguraties, is hieronder opgenomen. Let erop dat de studie door M-Tech heel wat meer uitgebreide en gedetailleerde info over de berekening en resultaten van afstandsregels voor vele mogelijke configuraties bevat.
Het is sterk aanbevolen om deze info uit de studie door M-Tech te raadplegen bij het toepassen van deze maatregel. Bijzondere aandacht gaat hierbij naar de richtlijnen voor het gebruik van de risicoafstanden die voor elk beschouwd type samenbouw zijn opgenomen in het rapport van M-Tech.
Tabel 22: Maximale risicoafstanden in meter voor de standaard LNG-tankstations met opslagtanks, verdeelpomp en verdamper voor de conditionering van het LNG (doorzet: 10.000 m³/j) (M-Tech, 2017).
Tabel 23: Gecumuleerde maximale risicoafstanden in meter voor een LNG-bunkerstation met bunkerslangen en losslangen voor tankwagens (Temp. LNG: -160 tot -134 °C) (M-Tech, 2017) – de afstanden gelden vanaf het centraal punt van het LNG-bunkerstation.
In de studie door M-Tech zijn bijkomend maximale risicoafstanden[50] te vinden voor installatieonderdelen van de beschouwde afleverinstallaties, en gecumuleerde risico-afstanden[51] voor LNG-bunkerstations die door verschillende combinaties van slangen en armen worden bevoorraad en zelf de schepen bevoorraden. Deze zijn te raadplegen in de tabellen IV 2.2.1 t.e.m. IV 2.2.4.
Tabel 24 toont de door M-Tech (2017) berekende maximale risicoafstanden voor volle en lege tankcontainers op een stelplaats. De tabel toont dat het berekende mensrisico dat uitgaat van lege tankcontainers ongeveer een factor 10 lager is dan het risico dat uitgaat van evenveel volle tankcontainers. De invloed van het jaarlijks aantal hefoperaties op de stelplaats (i.e. een maat voor de doorzet) wordt bestudeerd door het geraamd aantal hefoperaties te halveren en te verdubbelen. Dit is zeer beperkt.
Tabel 24: Maximale risicoafstanden in meter voor standaard Truck-to-Ship (TTS)-bunkeroperaties op een vaste locatie (M-Tech, 2017) – afstanden te rekenen vanaf het centrale punt van de operatie
Tabel 25 toont de berekende maximale risicoafstanden voor standaard stelplaatsen waar zowel volle als lege LNG-tankcontainers aanwezig zijn, die via een portaalkraan aan boord van het te bevoorraden binnenvaartschip kunnen worden gebracht.
Tabel 25: Maximale risicoafstanden in meter voor een stelplaats voor LNG-tankcontainers (lege en volle tankcontainers beschouwd in het berekende risico) (M-Tech, 2017) – afstanden te rekenen vanaf het centrale punt van de operatie
Richtlijnen voor het gebruik van de berekende (gecumuleerde) risicoafstanden, zijn te raadplegen in de begeleidende studie door M-Tech (2017), waarin o.a. de volgende richtlijn is opgenomen: “Afhankelijk van de onderlinge afstanden tussen de risicobepalende componenten van een samenbouwinstallatie en de onderlinge verhouding van de maximale risicoafstanden die uitgaan van de individuele componenten, is het aangewezen om bij de evaluatie van het externe mensrisico van een samenbouwinstallatie uit te gaan van de gecumuleerde maximale risicoafstanden (tabellen IV.1.2.1 en IV.1.2.2) of van de individuele maximale risicoafstanden van de afzonderlijke componenten (tabellen IV.1.1.3, IV.1.1.6 en IV.1.1.7). Het toepassen van de gecumuleerde maximale risicoafstanden vanaf de inplantingslocatie van elke component is steeds conservatief, maar kan leiden tot een aanzienlijke overschatting van het plaatsgebonden mensrisico van de samenbouwinstallatie. Een evaluatie louter op basis van de individuele maximale risicoafstanden van de afzonderlijke componenten is daarentegen soms ontoereikend.”
Toepasbaarheid
Het respecteren van de externe scheidingsafstanden is algemeen toepasbaar voor nieuwe installaties die gebouwd worden na het in voege treden van een decretale verplichting omtrent deze scheidingsafstanden. Voor bestaande installaties is het verkleinen van afstanden vaak geen haalbare optie.
Verkleining van de hierboven beschreven afstanden is mogelijk aangezien dit geen impact heeft op de interne en externe veiligheid, en er dus andere maatregelen (bv. afscherming) een eventuele impact op de omgeving door een calamiteit opvangt. Het is aangewezen dat kleinere scheidingsafstanden in combinatie met extra omgevingsbeschermende maatregelen door een erkende deskundige externe veiligheid in een veiligheidsstudie onderzocht worden. Wel is het aangewezen, in analogie met de meest recente sectorale voorwaarden voor LPG, om waar mogelijk voor het bepalen van de risicoafstanden gebruik te maken van de generieke tool in plaats van beroep te doen op individuele veiligheidsstudies opgemaakt door erkende VR-deskundigen.
Voordeel voor milieu/veiligheidsniveau
Externe scheidingsafstanden hebben tot doel om preventief (in de fase van ontwerp, configuratie en inplanting van de installatie) de impact van accidentele productvrijzetting en een eventueel vervolgscenario (bv. ontsteking van het vrijgekomen product met een plasbrand tot gevolg) op de omgeving maximaal te beperken.
Financiële aspecten
Voor externe scheidingsafstanden kan het zoeken naar en betalen van een geschikt terrein waarop de scheidingsafstanden gerespecteerd kunnen worden, een bepaalde meerkost met zich meebrengen.
[50] Maximale risicoafstanden zijn de externe veiligheidsafstanden, bepaald als de maximale afstanden tot waarop een plaatsgebonden mensrisico van 10-5, 10-6 en 10-7/j wordt berekend. Gerekend vanaf 1 punt.
[51] Gecumuleerde risicoafstanden zijn de bundeling van de individuele risico-afstanden van de verschillende installatieonderdelne op een afleverinstallatie (bv. opslagtank, verdeelzuil, …). Wanneer de afzonderlijke componenten waaruit een samenbouwinstallatie is opgebouwd zich op grote afstand van elkaar bevinden, dan resulteert het toepassen van de gecumuleerde maximale risicoafstanden vanaf de inplantingslocatie van elke component mogelijk in een aanzienlijke overschatting van de zones waar het plaatsgebonden mensrisico 10-5/j, 10-6/j en 10-7/j of meer bedraagt. Afhankelijk van de onderlinge verhouding van de maximale risicoafstanden van de afzonderlijke componenten en de verhouding van de onderlinge afstand tussen de componenten en hun maximale risicoafstanden is het gebruik van de maximale risicoafstanden van de individuele componenten dan eerder aangewezen.
Milieuvriendelijke techniek | Technische aspecten | Milieuaspecten | BBT | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bewezen | Algemeen toepasbaar | Interne veiligheid | Kwaliteit | Globaal - technisch | Lucht | Energie - elektriciteitsverbruik | Geluid en trillingen | Overige | Globaal - milieu | Externe veiligheid | Economisch |
Respecteren van externe scheidingsafstanden | + | + | + | 0 | + | 0 | 0 | + | 0 | + | + | - | Ja |
- Legende
- 0Geen/verwaarloosbaar effect
- -/--Negatief of zeer negatief effect
- -Negatief effect
- +/--Positief of zeer negatief effect
- +/-Soms een positief effect, soms een negatief effect
- +/0Positief of geen/verwaarloosbaar effect
- +Positief effect