Voorzien van branddetectie en brandbestrijdingsmiddelen

Beschrijving

Brand door ontsteking van vrijgekomen methaan is in eerste instantie te voorkomen door toepassing van de preventieve maatregelen die in dit hoofdstuk staan beschreven. Indien deze zogenaamde eerste beschermlaag van maatregelen echter toch niet voldoende blijkt, en er zelfs een ontsteking van het vrijgekomen methaan plaatsvindt, dan het essentieel om dit in eerste instantie zo snel mogelijk te detecteren, en de brand zo snel en goed als mogelijk te kunnen bestrijden. De te nemen maatregelen voor de  respectievelijke branddetectie en –bestrijding zijn over het algemeen niet specifiek voor LNG-incidenten, maar in deze beschrijving worden enkele relevante invullingen samengebracht die in de beschikbare normen en richtlijnen zijn gemaakt.

Voor bepaling van de nodige branddetectie kunnen de richtbepalingen uit het technisch document NBN S21-100 gehanteerd worden om een identificatie van de detectienoden voor de desbetreffende installatie te maken. Alle LNG-afleverinstallaties beschikken echter over apparatuur om een brand te detecteren, zoals rookmelders en vlamdetectoren, maar ook alarmen om aanwezige personen of bevoegde diensten zoals brandweer te verwittigen. Het aantal en type te voorziene detectoren wordt niet vermeld in de relevante normen en richtlijnen, en wordt dus best case by case geëvalueerd.

Voor brandbestrijding geldt dat LNG-specifieke brandblusmiddelen gebruikt moeten worden. Met specifiek ontworpen stationaire installaties voor de toevoeging van lichtschuim (dat specifiek en aantoonbaar geschikt moet zijn voor toepassing op LNG) is het mogelijk om de warmtestraling van een LNG-(plas)brand in een opvangbak met 90% te reduceren om deze gecontroleerd uit te laten branden. EN 13645 suggereert om bij installaties groter dan 50 ton een opvangbak en een lichtschuiminstallatie toe te voegen (PGS 33-1, 2013), bij de opstelplaats van een tankend voertuig ten minste één poederbrandblustoestel met 9 kg poeder, of een gelijkwaardig blusmiddel aanwezig is om een beginnende brand effectief te kunnen bestrijden. Indien meer voertuigen gelijktijdig kunnen tanken is elke opstelplaats voorzien van ten minste één poederbrandblustoestel. Het aantal opstelplaatsen komt overeen met het aantal voertuigen dat gelijktijdig kan tanken.

Het brandblustoestel kan onbelemmerd worden bereikt, is steeds voor onmiddellijk gebruik beschikbaar en is binnen 5 m van de desbetreffende verdeelzuil opgesteld.

Het is aangewezen om brandblustoestellen te kiezen die voldoen aan de geldende normen en beschermd of bestand zijn tegen de weersinvloeden.

Indien binnen 40 m vanaf de begrenzing van het tankstation geen bluswatervoorzienig aanwezig is er een bluswatervoorziening nabij de LNG-installatie aanwezig.

Gebruikers van de installatie krijgen in hun instructies en opleiding over het werken met de betrokken installatie en aanwijzingen en leerlessen over hoe ze de betrokken brandblustoestellen dienen te gebruiken (zie ook het deel over opleiden van belanghebbende). Een praktische opleiding kleine blusmiddelen kan hier deel van uitmaken, indien de gebruiker deze nog niet elders heeft genoten.

Instructies en meer info over deze maatregel kan o.a. teruggevonden via het Nederlandse Instituut Fysieke Veiligheid (www.ifv.nl). Deze instantie ontwierp o.a. protocolkaarten op het gebied van de bestrijding van LNG-incidenten te vinden. De volgende protocolkaarten werden er ontwikkeld:

  • Algemene procedure optreden bij LNG-incident
  • Bestrijding incidenten LNG brandstoftanks
  • Bestrijding incidenten LNG bunkering
  • Bestrijding incidenten bij laden en lossen LNG
  • Bestrijding incidenten bij LNG tankstations
  • Bestrijding incidenten bij LNG tankwagens

 

Toepasbaarheid

Deze maatregel is algemeen toepasbaar.

 

Voordeel voor milieu/veiligheidsniveau

In noodsituaties waarbij een brand het gevolgscenario is, is het essentieel dat snel gehandeld kan worden om de brand te doven en de schade te beperken. Ontsteking van een eventueel aanwezige brandbare gaswolk moet immers ten allen tijde voorkomen worden. De juiste en voldoende blusmiddelen zijn dus een minimumvereiste voor een veilige exploitatie.

De kans op de gelijktijdige aanwezigheid van een brand (niet van LNG) en een brandbare gaswolk is klein. Ofwel is er een niet aan LNG-gerelateerde brand in de omgeving, en moet de LNG-opslagtank gekoeld worden (en uiteraard de brand proberen geblust). Ofwel is er een kleine LNG-plasbrand die men kan proberen te blussen met de poederblusser. Voor grote LNG-vrijzettingen geldt dat, als deze niet ontstoken wordt, er een watergordijn opgezet wordt (veelal door de brandweer) om de gaswolk sneller te laten stijgen, zodat de potentiële impact door ontsteking verkleind wordt. Als deze gaswolk wel ontstoken wordt, dan zal de brandweer in eerste instantie aangestraalde installaties koelen teneinde een domino-effect te voorkomen.

 

Financiële aspecten

Brandbestrijdingsmiddelen kosten geld, en ook het onderhoud of periodieke onderhoud ervan zijn niet te vergeten, maar de kosten zijn relatief klein in vergelijking met de kosten door schade wanneer niet onmiddellijk geblust kan worden bij een kleine brand.

 

Toon enkel technieken...
Aspecten
...op...
Beste beschikbare techniek
Milieuvriendelijke techniekTechnische aspectenMilieuaspectenBBT
BewezenAlgemeen toepasbaarInterne veiligheidKwaliteitGlobaal - technischLuchtEnergie - elektriciteitsverbruikGeluid en trillingenOverigeGlobaal - milieuExterne veiligheidEconomisch
Voorzien van branddetectie en brandbestrijdingsmiddelenJa
  • Legende
  • 0
    Geen/verwaarloosbaar effect
  • -/--
    Negatief of zeer negatief effect
  • -
    Negatief effect
  • +/--
    Positief of zeer negatief effect
  • +/-
    Soms een positief effect, soms een negatief effect
  • +/0
    Positief of geen/verwaarloosbaar effect
  • +
    Positief effect