Ontwerp van nieuwe toestellen - primaire maatregelen
Bij het ontwerp van een toestel voor huishoudelijke houtverwarming kunnen diverse technieken toegepast worden om de verbrandingskwaliteit te bevorderen. De maatregelen bestaan uit het optimaliseren van de verbrandingskamer en de luchttoevoer.
Deze technologieën zijn steeds gericht om de 3T’s te optimaliseren, meer bepaald een voldoende hoge temperatuur in de verbrandingskamer, voldoende turbulentie van de luchtstromen en een voldoende lange verblijfstijd in de desbetreffende verbrandingszones met als doel een optimale verbranding te creëren en bijgevolg de emissies te reduceren.
De temperatuur wordt onder andere beïnvloed door het gebruikte materiaal, aanwezigheid van isolatie, de vorm en grootte van de verbrandingskamer en de al dan niet aanwezigheid van een glasraam. De belangrijkste factoren die invloed hebben op de turbulentie zijn de luchttoevoer en voldoende trek alsook de grootte en vorm van de verbrandingskamer. De luchttoevoer en de verspreiding van de lucht in de verbrandingskamer ten opzichte van de grootte van de verbrandingskamer bepalen in grote mate de verblijfstijd. In onderstaande paragrafen worden elk van de maatregelen besproken.
Milieuvriendelijke techniek | Technische aspecten | Milieuaspecten | BBT | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bewezen | Algemeen toepasbaar | Interne veiligheid | Kwaliteit | Globaal - technisch | Afvalwater | Stof | Geur | VOS+PAK | CO | Afval | Energie - rendement | Energie - elektriciteitsverbruik | Globaal - milieu | Economisch |
- Legende
1 Afhankelijk van de gekozen strategie van de toestelbouwer (wijze waarop technieken precies worden uitgewerkt en met elkaar gecombineerd) is een rooster al dan niet aangewezen bij toestellen voor stukhout.
2 Afhankelijk van de gekozen strategie van de toestelbouwer (wijze waarop technieken precies worden uitgewerkt en met elkaar gecombineerd) is hittereflecterend materiaal al dan niet aangewezen.
3 Technisch gezien is een glasraam met beperkte oppervlakte aan te bevelen, echter bij toestellen die gebruikt worden voor sfeerverwarming is een groot/groter glasraam gewenst omwille van het vuurzicht.
4 Technisch gezien is het gebruik van dubbel, driedubbel of gecoat glas aangewezen, zeker als het grote glasramen betreft. Dit betekent echter een meerkost voor het toestel, die afhankelijk van het profiel van de gebruiker wel of niet in een redelijke verhouding staat tegenover de verbeterde milieuprestaties.
5 Een verticale verbrandingskamer is niet toepasbaar bij elk toestel, bijvoorbeeld bij een inzetkachel of cassette is geen verticale verbrandingskamer mogelijk omwille van de beperkte ruimte. Bij sfeerkachels waar het visuele aspect speelt kan een horizontale verbrandingskamer gewenst zijn. Voor pelletgestookte, vrijstaande toestellen is een verticale verbrandingskamer BBT.
6 Sturing van de luchttoevoer op basis van een monoregeling is BBT voor stukhout gestookte toestellen, tenzij er gebruik gemaakt wordt van een automatische regeling voor de luchttoevoer.
7 Het automatiseren van de luchttoevoer bij stukhoutgestookte toestellen heeft een meerkost, die afhankelijk van het profiel van de gebruiker (bv. aantal uren dat men het toestel wil gebruiken, tijd/moeite die men wil investeren in correct stookgedrag, onderhoud enzoverder) en van het type van het toestel (ketel, haard of kachel), wel of niet in een redelijke verhouding staat tegenover de verbeterde milieuprestaties en het grotere gebruiksgemak. Een automatische sturing is steeds BBT bij stukhoutgestookte ketels en bij stukhoutgestookte kachels/haarden die vele uren per jaar gebruikt worden.
8 Afhankeijk van de door de toestelbouwer gekozen strategie (wijze waarop technieken precies worden uitgewerkt en met elkaar gecombineerd) en de nodige ruimte voor een systeem van warmterecuperatie is warmterecuperatiesysteem rookgassen al dan niet aangewezen.
9 De economische haalbaarheid (terugverdientijd) is afhankelijk van de specifieke situatie.
10 Toestellen die gebruikt worden voor sfeerverwarming beschikken doorgaans over een grotere verbrandingskamer en groter vermogen dan nodig omwille van het vuurzicht dat gewenst is.
11 Automatische brandstoftoevoer wordt niet standaard toegepast en stelt eisen qua vorm en grootte aan het brandhout.
12 Toestellen op stukhout met automatische brandstoftoevoer hebben een significante meerkost. De meerkost staat, afhankelijk van de toepassing en het profiel van de gebruiker, wel of niet in redelijke verhouding tegenover de verbeterde milieuprestaties.
13 Bij pellettoestellen is er steeds een automatische brandstoftoevoer en bijgevolg is hier geen meerkost.
14 Geavanceerde controle verbrandingsproces wordt nog maar sporadisch toegepast. De verwachting is dat het verbrandingsproces nog meer geoptimaliseerd kan worden en de emissies nog verder dalen.