Rijroutes vrachtverkeer aanpassen aan de omgeving

Beschrijving

Zoals in punten 'geluidsbronnen bij bouw- en sloopwerken'  besproken, brengt een werf onvermijdelijk vrachtverkeer met zich mee. De geluidsimpact van het vrachtverkeer gaat verder dan de omgeving van de werf zelf, aangezien ook de omgeving van de rijroutes belast wordt. Overwegende dat geluidshinder van wegverkeer buiten de werf buiten de scope van deze studie ligt, focussen we hier op de impact in de buurt van de werf en op de werf zelf.

De mogelijke aan- en afrijroutes worden in de planningsfase van de werf geanalyseerd en bepaald op basis van de hinder die ze veroorzaken op de omgeving. Wanneer mogelijk wordt de bebouwde omgeving zo veel mogelijk vermeden, alsook gevoelige bestemmingen (ziekenhuizen, scholen,..). Verder wordt de route zo bepaald dat de vrachtwagens zo min mogelijk moeten manoeuvreren (omwille van impact optrekken en achteruitrijalarm) om zich naar de laad- of losplaats te begeven. Routes met veel oneffenheden (bv. kasseien) worden zo veel mogelijk vermeden, aangezien deze het geluidsniveau doen toenemen. Ook kunnen beperkingen worden opgelegd in de uren waarop vrachtwagens de werf mogen aandoen (zie techniek 'beperken menselijke geluidsbronnen').

De Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV), de Vlaamse Overheid, lokale overheden (vertegenwoordigd door VVSG), Confederatie Bouw, Bouwunie en de beroepsvereniging van de bouwhandelaar (FEMA) hebben in 2017 een ‘Charter Werftransport’ uitgewerkt met als doel de veiligheid, leefbaarheid en bereikbaarheid in schoolomgevingen te verhogen bij private en publieke bouw- en wegenwerken. Hoewel geluidshinder beperken niet het primaire doel is van dit charter, zal bij naleving ervan ook de geluidshinder op de buurt beperkt worden, door volgende in het charter opgenomen doelstellingen:

  • De gemeente voert actieve communicatie met aannemers en bouwheren en stelt een aanspreekpunt aan waar aannemers terecht kunnen met vragen. Dit aanspreekpunt zoekt samen met de aannemers naar alternatieve routes voor werftransport, waarbij schoolomgevingen en voor zover mogelijk ook schoolroutes en routes met veel kwetsbare weggebruikers vermeden worden.
  • Er gebeurt geen werftransport met tractoren in de bebouwde kom en de schoolomgevingen[1].
  • Er gebeurt geen werftransport voor werven gelegen in schoolomgevingen tijdens de begin en einduren van de scholen[2].
  • Het werftransport maakt zoveel mogelijk gebruik van het hoger wegennet.

Geluids- en trillingshinder beperken zou een bijkomende doelstelling kunnen zijn in het Charter Werftransport, gezien dit de leefbaarheid in de omgeving van de werf ten goede komt.

Naast het charter is er ook het ‘Minder Hinder’-plan dat uitgewerkt werd door het Agentschap Wegen en Verkeer om de organisatie van wegenwerken te verbeteren, de veiligheid te verhogen en de hinder voor de weggebruikers te beperken. Er werd, in samenwerking met VVSG, AWV, Unizo en VOKA een inspiratieboek Minder Hinder uitgewerkt waarin instrumenten worden voorgesteld die het minderhinderbeleid van steden en gemeenten vorm kunnen geven. Hierbij ligt de focus op de bereikbaarheid van de omgeving van de werken en hoe hierover gecommuniceerd kan worden met omwonenden en ondernemingen in de verschillende fasen van de werken (ontwerp-, bestek- en uitvoeringsfase). Het Expertisecentrum Smart Mobility en het Belgian Road Research Centre ontwikkelde ook een Minder Hinder Draaiboek.

Figuur 15: Schematische weergave van het Minder Hinder Draaiboek

Een gelijkaardige aanpak kan worden toegepast in het kader van geluidshinder, bij alle werven met een significante impact op de omgeving door werftransport. Geluidshinder kan ook mee worden opgenomen in het Minder Hinder draaiboek, zodat er in alle fasen van de werken rekening mee wordt gehouden door de verschillende betrokkenen.

Toepasbaarheid

De toepasbaarheid van deze maatregel is afhankelijk van de lokale omstandigheden, zoals de ligging en toegankelijkheid van de werf. In bepaalde situaties zal er slechts één mogelijke aanrijroute zijn. In alle andere gevallen is het mogelijk een afweging te maken alvorens de routes voor werftransport te bepalen. Verder is deze maatregel vooral relevant voor het zwaardere vrachtverkeer (>3,5t) en minder voor bijvoorbeeld bestelbusjes. Het zal meestal de regelgevende overheid of de opsteller van het lastenboek zijn die deze maatregel initieert.

Milieuvoordeel

Het geluidsniveau afkomstig van de werf daalt wanneer er minder werfverkeer is. Vooral in de buurt die niet rechtstreeks grenst aan de werf (en dus geen rechtstreekse hinder ondervindt) kan werfverkeer één van de belangrijkste geluidsbronnen van bouw- en sloopwerken zijn.

Verminderd werftransport rond de site alsook minder manoeuvreerbewegingen op de site zorgen voor minder onveilige situaties ten opzichte van respectievelijk de omwonenden en het werfpersoneel.

Daar staat tegenover dat het energieverbruik (brandstof) en de hieraan verbonden emissies toenemen als vrachtwagens moeten omrijden om bepaalde wegen of bestemmingen te vermijden.

Financiële aspecten

Er zijn weinig financiële gevolgen. Als vrachtwagens moeten omrijden om bepaalde wegen of bestemmingen te vermijden, nemen de brandstofkosten toe.



[1] Hierop kan er een uitzondering aangevraagd worden bij de gemeente, zijnde het college van burgemeester en schepenen, via het aanspreekpunt van de gemeente.

[2] Dit vervalt tijdens de schoolvakanties. Voor wat betreft de toelevering van bouwmaterialen verbinden de aannemers en handelaren van bouwmaterialen er zich toe om hun leveranciers en transporteurs in kennis te stellen van dit charter.

 

Toon enkel technieken...
Aspecten
...op...
Beste beschikbare techniek
Milieuvriendelijke techniekTechnische aspectenMilieuaspectenBBT
BewezenAlgemeen toepasbaarInterne veiligheidKwaliteitGlobaal - technischWaterverbruikAfvalwaterLuchtBodemAfvalEnergie - elektriciteitsverbruikChemicaliënGeluidTrillingenGlobaal - milieuEconomisch
Rijroutes vrachtverkeer aanpassen aan de omgevingvgtg 1
  • Legende

1 Afhankelijk van de ligging en toegankelijkheid van werf en van het type vrachtverkeer